Charles Picqué verlaat Brussels Parlement

Voorzitter van het Brussels Parlement Charles Picqué (PS) neemt niet deel aan de verkiezingen van mei 2019. Dat bevestigt hijzelf aan de redactie van BRUZZ. In 1989 was Picqué de eerste Brusselse minister-president. En met René Coppens (Open VLD) en Willem Draps (MR) verdwijnen na de verkiezingen nog twee brokken ervaring uit het halfrond.

Het Brusselse Parlement, opgericht in 1989, viert zijn dertigste verjaardag. Charles Picqué was er toen bij als eerste minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat bleef hij tot 1999. Na passages in de Franse gemeenschapsregering en in de nationale politiek, keerde hij in 2004 terug naar Brussel als minister-president, tot 2013. Sindsdien, toen partijgenoot Rudi Vervoort de fakkel overnam, is hij voorzitter van het Brussels Parlement.

Een volgende termijn in het Brussels halfrond komt er dus niet voor de zeventigjarige politicus die in Sint-Gillis al sinds 1985 burgemeester is. Dat blijft hij voorlopig ook. Maar hij zal bij de komende verkiezingen van mei 2019 niet opkomen.

Picqué is niet de enige ancien die het Brussels Parlement verlaat. Ook Brussels parlementslid René Coppens (Open VLD) komt niet op bij de volgende verkiezingen. Hij verlaat het Brussels Parlement na dertien jaar.

En oud-burgemeester van Sint-Pieters-Woluwe Willem Draps (MR), al bijna 27 jaar Brussels parlementslid, houdt ermee op. Van 2000 tot 2004 was hij staatssecretaris in de Brusselse regering. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober vorig jaar werd Draps herverkozen als gemeenteraadslid met 984 voorkeursstemmen,