PVDA gaat voor eerste Nederlandstalige parlementair in Brussel

Met Jan Busselen en Nele Vandenbempt wil PVDA-PTB voor het eerst met Nederlandstaligen het Brussels en Vlaams parlement binnendringen. “We willen werk maken van lagere huurprijzen en een echt sociaal verhaal”, klinkt het. Al stelt de partij ook haar eisen. "Als de PS zichzelf en haar politiek van de afgelopen jaren in vraag kan stellen, dan willen wij praten."

Ook PVDA-PTB stoomt zich stilaan klaar voor de cruciale verkiezingen van 2019. Voor het federaal parlement trekt de Nederlandstalige Maria Vindevoghel de lijst voor de Kamer in Brussel, vandaag kondigt de partij ook haar kopman- en vrouw aan voor het Brussels en Vlaams Parlement.

Nele Vandenbempt, die als arts werkzaam is bij de Geneeskunde voor het Volk in Schaarbeek, moet vanuit Brussel als eerste PVDA'er in het Vlaams parlement geraken. Huidig fractiemedewerker en stadsactivist Jan Busselen staat dan weer helemaal bovenaan de lijst voor het Brussels parlement. Hij moet als eerste Nederlandstalige PVDA'er verkozen worden om zijn vier Franstalige collega's in het Brussels parlement te vervoegen.

Zijn de taalgesplitste lijsten geen doorn in het oog van een “unitaire” partij als PVDA-PTB?

Busselen: Wij zijn inderdaad de enige nationale partij. Die gesplitste lijsten storen ons omdat die niet meer stroken met de realiteit in de tweede meest diverse stad van de wereld. Maar net omdat we alle gemeenschappen over de taalgrenzen heen de kans willen geven om op ons te stemmen, komen we met volle lijsten langs beide kanten op. Als ik via de Nederlandstalige rol verkozen geraak in het Brussels parlement, zijn we de eerste nationale partij die langs beide taalrollen verkozen geraakt in Brussel. Dat is een unicum én een eerste symbolische daad van verandering.

Wat zijn de cruciale thema’s voor de partij?

Busselen: Ons programma is bijna af maar ik wil daar nog niet te veel op vooruit lopen. Al is het duidelijk dat we een écht sociaal verhaal willen brengen en een megafoon willen zijn voor de man in de straat. We willen onder meer een bindend rooster van de huurprijzen van woningen en de woonmarkt meer reguleren zodat de prijzen dalen. Vooral in gemeenten als Molenbeek, Schaarbeek en de Stad Brussel zijn die explosief gestegen.”

Daarvoor moet de partij wel haar verantwoordelijkheid nemen. Ondanks goede scores bij de gemeenteraadsverkiezingen, zijn jullie nergens in een meerderheid gestapt.

Busselen: We zijn klaar om onze verantwoordelijkheid op te nemen, maar we willen enkel samenwerken met partijen die kiezen voor een trendbreuk. En dan vooral een breuk met de privé. Wij kiezen voor de burger. Dat alle bouwprojecten in Brussel bijvoorbeeld mikken op hogere middenklassen en de lage klassen daarbij naar de periferie worden geduwd: daarin kunnen wij niet meegaan.

Veel van de grote bouwprojecten in Brussel dragen een PS-stempel. Wordt een rood front na de verkiezingen dan onmogelijk?

Busselen: Als de PS zichzelf en haar politiek van de afgelopen jaren in vraag kan stellen, dan willen wij praten. Maar als je kijkt naar de grote immobiliënprojecten op Thurn & Taxis, Neo en Rivage lijkt dat niet het geval. Heel de kanaalzone wordt afgestemd op een bepaald segment van de bevolking, maar dat zet de woningprijzen onder druk voor alle Brusselaars. Betaalbaar wonen moet een recht zijn.

Alle partijen die met het neoliberaal dogma willen breken en de armoede, de stijging van de huurprijzen en van de consumptie willen aanpakken, zijn onze partners. Maar in de eerste plaats is het middenveld en de actieve burger onze natuurlijke partner."

Zijn er ook veto’s tegen bepaalde partijen?

Busselen: Het Vlaams Belang, dat is heel duidelijk. En de standpunten van N-VA, zoals die nu tekeergaat tegen het recht op pensioen en iedereen nog langer wil laten werken, zijn onverzoenbaar met die van ons. Trouwens, op basis van een recente peiling van IPSOS concluderen we eigenlijk dat een extra zetel voor PVDA*PTB in Brussel ten koste zou gaan van de N-VA. Als we hun opmars kunnen stoppen, is dat mooi meegenomen.