Kandidaat-voorzitter Défi: 'Hoofddoek aan loket en onverdoofd slachten moeten kunnen'

De 34-jarige Elias Ammi, voorzitter van Défi Schaarbeek, is voor het grote publiek totaal onbekend en had nog nooit een mandaat als verkozene, maar wil toch zijn kans wagen bij de nationale voorzittersverkiezingen van zijn partij. “Ik breng een frisse blik en wil vooral het debat aanzwengelen.”

Op 9 juni was Défi een van de grote verliezers. De partij verloor één kamerzetel en vier zetels in het Brussels parlement. Voorzitter François De Smet diende daarop zijn ontslag in, de partij moet nu halsoverkop op zoek naar een partijvoorzitter die de partij terug op de been kan brengen voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober. Of toch op zijn minst de verliezen kan beperken.

Elias Ammi is kabinetschef van de burgemeester van Schaarbeek. Hij heeft zich kandidaat gesteld om de Franstalige sociaal-liberalen erbovenop te helpen. Voor zijn kandidatuur kondigt hij drie speerpunten aan: “Verjonging, een aangepaste koers over de neutraliteit van de staat en van het verdedigen van de Franstaligen opnieuw ons kernpunt maken.”

Ammi is 34 jaar oud, tolk van opleiding en werd in 2023 voorzitter van de Défi-afdeling in Schaarbeek, een waar bolwerk van de partij. Maar hij heeft nog geen verkozen mandaat kunnen bemachtigen, toch opvallend voor een kandidaat voor het voorzitterschap van een politieke partij. Sterker nog, op zijn sociale media steunt hij de Palestijnse zaak en hij stelt oude partijstandpunten over laïcité in vraag. BRUZZ sprak met deze verrassende kandidaat.

U bent nog nooit verkozen, waarom wil u dan Défi gaan leiden?

“Het klopt dat ik nog geen gemeenteraadslid ben geweest. In oktober 2018 kwam ik wel op bij de gemeenteraadsverkiezingen en daarna werd ik zelfs gekozen als OCMW-raadslid door de gemeenteraad, voor mij telt dat toch een beetje. Ik heb me ook ingezet als partijmilitant en zal mij bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen in oktober zeker verkiesbaar stellen.”

“Ik zou me trouwens niet onervaren noemen. Ik werk als directeur van het kabinet van de burgemeester van Schaarbeek. Bovendien zit ik ook in het nationaal bestuur van Défi, daardoor ben ik goed op de hoogte van nationale kwesties en standpunten, niet alleen de lokale in Schaarbeek.”

U wil een andere koers op vlak van de neutraliteit van de staat, hoe moeten we dat zien?

“Ik ben het niet oneens met de waarden van onze partij. De staat moet neutraal zijn en mag zich niet uitspreken over religie of levensbeschouwelijke kwesties, ze moet er juist zijn voor alle burgers, zonder onderscheid. Ik blijf voorstander van laïcité, maar dat moet een verbindend project zijn. Daarom ben ik persoonlijk niet tegen medewerkers met een hoofddoek aan overheidsloketten. Het belangrijkste is dat de dienstverlening van de staat neutraal blijft, en dat kan iemand met een hoofddoek net zo goed als iemand zonder.”

“Daarnaast denk ik ook dat onverdoofd slachten moet blijven kunnen binnen een wettelijk kader. Een verbod daarop zorgt er alleen maar voor dat mensen het in het geheim gaan doen, met alle gevolgen van dien. We moeten vooral een einde maken aan clandestien slachten. Bovendien wordt het meeste halal- en koosjervlees toch uit Oost-Europa geïmporteerd, dus voor dieren hier maakt een verbod weinig verschil. Je kan de praktijk toch niet volledig uitbannen, dan is het beter dat die in een gecontroleerd en hygiënisch slachthuis plaatsvindt.”

“Ik wil ook benadrukken dat ik me écht wel wil inzetten voor dierenwelzijn, vooral wanneer ze nog in leven zijn. Laat ons de schandalige praktijken in grote boerderijen aanpakken in plaats van te blijven focussen op de laatste tien seconden van een dierenleven.”

Heeft uw partij zich dan vergist door daarop te focussen?

“Ik heb erg veel respect voor François De Smet (ontslagnemend voorzitter van Défi, red.), maar we komen op één punt niet overeen; zijn standpunt over laïcité. Daardoor heb ik ook besloten om in juni niet deel te nemen aan de verkiezingen.”

“Waar ik mij vooral aan stoor is de eenzijdige en agressieve communicatie van de partij. Die viseerde vooral één bevolkingsgroep. Daarmee hebben ze veel mensen gekwetst, ook Défi-militanten die zich jarenlang hebben ingezet voor de partij. Ik ben die discussie eerlijk gezegd beu. De staat zou zich niet eens mogen uitspreken over islam, die moet levensbeschouwelijk blind zijn.”

“We hadden beter meer benadrukt dat we vóór dierenrechten zijn, dan ons steeds uit te spreken tégen onverdoofd slachten. Zo stoten we ook minder mensen tegen de borst. Bovendien heeft die strategie ook geen zin, wij komen toch enkel over als een slechte kopie van het origineel. Kiezers die op een anti-islamdiscours zitten te wachten trekken naar MR of N-VA."

Wat wil u nog doen als u verkozen wordt als partijvoorzitter?

“Ik wil focussen op de verjonging van de partij, en ik vind dat we terug moeten keren naar de wortels van Défi. Onze partij is opgericht om op te komen voor de rechten van de Franstaligen, we moeten dat weer benadrukken.

"Het is ook nodig, in Brussel worden wij zelfs gediscrimineerd, ook al vormen we hier de meerderheid. Bij het Gewest zijn er bijvoorbeeld nog talloze vacatures voor Nederlandstaligen, maar amper nog voor Franstaligen, dat is niet eerlijk."

Denkt u dat u kans maakt? Met ex-Kamerlid Sophie Rohonyi heeft u een bekende tegenkandidaat. Kortom, kennen de partijleden u wel?

“Ik zal niet beweren dat ik het meest bekende kopstuk van de partij ben, zeker niet. Maar ik ben binnen de partij geen totaal onbekende. De mensen van mijn afdeling kennen mij goed. Bovendien ga ik naar elk evenement van alle Défi-afdelingen, en dan spreek ik er met veel militanten. Ik ben dus zeker geen onbekend gezicht.”

“Ik ben misschien jong, maar ik breng een frisse blik. Ik zal de stem van de jongeren beter kunnen vertolken dan oudgedienden. Met mijn kandidatuur wil ik vooral het debat op gang trekken over de drie punten die ik naar voren breng. Het is belangrijk voor Défi dat over die zaken wordt gediscussieerd, en dat wil ik in alle openheid doen.”

“Daarnaast denk ik ook niet dat één van ons onmiddellijk vijftig procent van de stemmen zal halen, er zal zeker een tweede ronde komen. Als ik naar de tweede ronde doorstoot, ben ik zeker niet kansloos."

50 procent van de leden

Naast Ammi zijn ook Brussels parlementslid Emmanuel De Bock en Sophie Rohonyi kandidaat-voorzitter. De partij organiseert een verkiezingscongres op vrijdag 5 juli, en als er een tweede ronde komt vindt die plaats de volgende dag. De nieuwe voorzitter moet namelijk vijftig procent van de leden overtuigen. Als geen enkele van de drie kandidaten meer dan de helft van de stemmen behaalt in de eerste ronde, volgt er dus een tweede.

De kandidaat-voorzitters hebben nu nog één week de tijd om de partijleden te overtuigen. “Dat is kort dag, en ik vind het jammer dat Sophie (Rohonyi, red.) met alle media-aandacht lijkt te gaan lopen”, zegt Ammi nog over de campagne.

De uitslag van de partijverkiezing wordt op 6 juli bekendgemaakt.