Bij de verkiezingen van juni bleek het aantal stemmen op Nederlandstalige partijen fors gegroeid. Die trend leidde afgelopen zondag echter niet tot meer Nederlandstalige gemeenteraadsleden. N-VA verliest zelfs al haar zeven zetels. “De forse standpunten van MR spelen ons parten.”
Montage: BRUZZ
| Bruno Bauwens (PVDA) zit in de gemeenteraad van Brussel-Stad, Hannelore Goeman (Vooruit) haalde geen zitje in Schaarbeek, Joris Poschet (CD&V) werd herkozen als Nederlandstalige schepen in Jette. Bart Dhondt (Groen) haalde geen goede score in Brussel-Stad.
Na de stembusgang van 2018 telde het Brussels gewest plots een pak meer Nederlandstalige gekozenen. Met zijn 89 waren ze, een record. Vooral Groen was er toen op vooruitgegaan.
Zes jaar later was het uitkijken hoe dat aantal zou evolueren. Bij de verkiezingen van juni bleek dat het aantal stemmen op Nederlandstalige lijsten fors was toegenomen. Zou dat opnieuw een hoger aantal Nederlandstalige gekozenen opleveren?
Het antwoord is duidelijk ‘neen’. Het totale aantal Nederlandstalige gekozenen daalt tot 76, ongeveer het cijfer van 2012. Achter dat globale aantal zitten wel heel verschillende trends. Partijen als Open VLD (17), CD&V (11) en PVDA-PTB (6) behouden nagenoeg evenveel gekozenen. Dat geldt ook voor Groen dat met 26 gekozenen het grootste aantal gemeenteraadszitjes verovert van de Nederlandstalige partijen.
Voor een goed begrip: Team Fouad Ahidar (TFA), dat vooral met niet-Nederlandstalige kandidaten opkwam, rekenen we daarbij niet als een Nederlandstalige lijst, maar een lijst waar ook een aantal Nederlandstaligen op staan. Hetzelfde geldt voor PTB-PVDA, waar Nederlandstalige lijsttrekkers als Bruno Bauwens (Brussel-Stad) en Dirk De Block (Molenbeek) scores van meer dan 2.000 voorkeurstemmen haalden.
De populariteit van Team Fouad Ahidar bij de verkiezingen in juni is meteen wel één verklaring voor het feit dat er niet plots veel meer Nederlandstalige gekozenen zijn: TFA scoorde immers vooral bij kiezers die geen bijzondere band hadden met de Nederlandstalige gemeenschap.
"We verliezen gemeenteraadsleden, maar we behouden vijf schepenen, vaak in grote gemeenten. Dat telt voor ons"
covoorzitter Vooruit.brussels
Bij CD&V toont Benjamin Dalle zich alvast opgetogen over het resultaat. “Onze partij kromp de voorbije jaren vooral in Brussel. Die trend lijkt stilaan gekeerd, we gaan er zelfs één zetel op vooruit en de nieuwe kandidaten doen het ook goed.”
Andere partijen zien in één klap veel meer gekozenen verdwijnen. Zo blijven er bij Vooruit maar zeven rechtstreeks verkozen gemeenteraadsleden over, terwijl dat er vorige keer nog veertien waren. In Evere komt daar straks wel nog een gemeenteraadslid bij, omdat zowel vader als zoon Vervoort verkozen zijn op de PS-lijst en ze niet samen in de gemeenteraad mogen zitten. Ook bij de stembusgang van 2018 was Vooruit al eens drie zetels kwijtgeraakt.
Brussels covoorzitter voor Vooruit Ans Persoons wijst erop dat het vooral de schepenambten zijn die tellen voor de partij. “We hadden er vijf en dat blijven er wellicht vijf in vaak grote gemeenten, zoals Brussel-Stad, Anderlecht en Molenbeek. Daar kunnen we voor echt beleid zorgen. Dat was een bewuste strategie en we zijn dan ook tevreden over het resultaat. Dat is het voordeel van een stabiele Franstalige partner. Groen heeft meer gemeenteraadsleden, maar zal op veel plekken zijn schepenen verliezen.”
Het vermaledijde imperiali-systeem
Veruit de grootste klap incasseert N-VA. De partij die in 2018 nog zeven gemeenteraadszitjes veroverde in evenveel gemeenten (waarvan er op het einde van de legistatuur nog zes over waren), gaat vandaag plots naar nul: de gemeenteraden van Brussel-Stad, Anderlecht, Jette, Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem en Molenbeek moeten het vooraan zonder vertegenwoordiger van de partij doen. Brussels kopstuk Cieltje Van Achter raakte ook in Schaarbeek opnieuw niet verkozen.
Het resultaat van N-VA toont alvast hoe moeilijk het is om op een eentalige Nederlandstalige lijst verkozen te raken. Het imperiali-systeem waarmee zetels in de gemeenteraad berekend worden (ooit bedacht om politieke versnippering tegen te gaan), benadeelt immers kleine lijsten met weinig stemmen. Het is één van de redenen waarom ook Hannelore Goeman met een eigen Vooruit+-lijst in Schaarbeek weinig kans maakte. “Op de PS-lijst, die nu grootste is geworden in Schaarbeek, was dat wellicht wel gelukt,” analyseert Daniël Buyle, voormalig griffier van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Forse MR
Die moeilijkheid voor kleine lijsten is echter niet nieuw. Er moet dus nog meer aan de hand zijn bij de opdoffer die N-VA kreeg. “Partijen die de communautaire kaart spelen, doen het niet echt goed meer,” oppert Buyle. “Ook Vlaams Belang haalt geen gekozenen.”
Bij N-VA zelf kijken ze eerder naar de manier waarop de MR zich de voorbije campagnes profileerde. In 2018 kon N-VA nog heel wat Brusselaars bekoren met een discours over onder meer veiligheid en netheid. Die thema’s zijn de voorbije maanden nadrukkelijk geclaimd door de Franstalige liberalen, ook bij de gewestverkiezingen van juni overigens. “De forse standpunten van MR spelen ons wellicht parten,” geeft Mathias Vanden Borre aan, die zijn gemeenteraadszitje in Brussel-Stad verliest. Diezelfde Vanden Borre wijst er ook op dat de Nederlandstalige Brusselaar vaak links kiest.
Gemeenten op de schop
De toekomst voor Nederlandstalige kandidaten? “Die ligt bij gemeenteraadsverkiezingen bij zichtbare plaatsen op tweetalige lijsten, die liefst ook een groot aantal kiezers aanspreken”, weet Daniël Buyle. “Groen is in dat opzicht goed geplaatst doordat de band met Ecolo zo hecht is. Dat levert ook betere plaatsen op.”
Een andere piste is wat radicaler, beseft Buyle. “Op het gewestniveau is de vertegenwoordiging van Nederlandstaligen natuurlijk beter gegarandeerd. Zonder die negentien gemeenten ziet de situatie voor Nederlandstalige kandidaten er al veel rooskleuriger uit.”
Lees meer over: Brussel , Meer verkiezingsnieuws , gemeenteraadsverkiezingen 2024 , Nederlandstalige politici