N-VA verliest alle zes zetels in Brusselse gemeenten: 'Maar we blijven strijdvaardig'

Voor de Brusselse N-VA-fracties bleek afgelopen zondag geen succes. Van de zes uiteindelijke gemeenteraadsleden in 2018 blijven er geen enkele meer over. Mogelijk verloren de Vlaams-nationalisten rechtse kiezers aan MR.

In 2018 haalde de N-VA verspreid over de Brusselse gemeenten zeven zetels binnen bij de lokale verkiezingen. Daar bleven er uiteindelijk zes van over, nadat het gemeenteraadslid in Evere, Philip Surmont, wegens persoonlijke redenen ontslag nam. Een vervanger binnen de partij werd niet gevonden, en zijn zetel ging naar de PS.

De Vlaams-nationalisten konden toen in quasi de helft van de dertien gemeenten waar ze een lijst indienden één gemeenteraadslid installeren: in Anderlecht, Brussel-Stad, Ganshoren, Jette, Sint-Agatha-Berchem en Sint-Jans-Molenbeek.

Maar zondag werd duidelijk dat de N-VA in geen enkele van die gemeenten nog een zetel overhoudt. Ook in Koekelberg en Ukkel wist de partij er geen te verzilveren. Nochtans trokken ze met een ervaren ploeg naar de kiezers, met onder meer Cieltje Van Achter (Schaarbeek), Mathias Vanden Borre (Brussel-Stad), Karl Vanlouwe (Ganshoren) en Gilles Verstraeten (Anderlecht).

Moeilijke verkiezingen

Mathias Vanden Borre, lijsttrekker in Brussel-Stad, geeft toe dat de resultaten teleurstellend waren. “Als gemeenteraadsleden hebben we de afgelopen jaren hard gewerkt op lokaal niveau, en ook tijdens de voorbije campagnes hebben we onze inzet voor een beter Brussel getoond. We kunnen onszelf niet te veel kwalijk nemen. Al blijft het natuurlijk wel wat jammer.”

Een gelijkaardige boodschap weerklinkt bij Cieltje Van Achter. “Ik wist op voorhand dat het moeilijk ging worden. Het is al sinds 2006 geleden dat er in Schaarbeek een kandidaat op een eentalige, Nederlandstalige lijst verkozen raakte. Maar het is vooral spijtig voor onze Brusselse gemeenteraadsleden, die de voorbije zes jaar op hun eentje strijd moesten leveren en nu helaas met lege handen overblijven.”

Bij de regionale verkiezingen in juni verloor de N-VA één van haar drie zetels in het Brussels parlement. Mogelijk heeft de ruk naar rechts van MR toen kiezers van de N-VA afgesnoept. Dat kan ook lokaal het geval geweest zijn, stelt Vanden Borre. Zo haalde MR+ in de Stad Brussel 7 procent meer stemmen vergeleken met 2018.

Eentalige lijst

In Vlaanderen zette de N-VA wel een goed resultaat neer. Volgens Vanden Borre valt dat mogelijk te wijten aan een verschil qua doelpubliek. “De Nederlandstalige, Brusselse kiezer is doorgaans linkser ingesteld. In Brussel-Stad bleef de PS-Vooruitlijst bijvoorbeeld de grootste, en ook Team Fouad Ahidar zette er een relatief goed resultaat neer.”

Verder wijzen Vanden Borre en Van Achter op de demografische veranderingen in Brussel. “De middenklasse is steeds minder aanwezig in de stad, terwijl het aandeel minder bemiddelde inwoners net toeneemt”, stelt hij. Aangezien die laatste groep traditioneel vaker links stemt, zou dat ook een rol kunnen spelen.

Dat de N-VA eentalige, Nederlandstalige lijsten indiende, kan ook een impact hebben. Geen enkele van die lijsten wist een zetel te bemachtigen, ook bij andere partijen. Zo slaagde Vlaams Belang er evenmin in een zetel te bemachtigen in de drie gemeenten waar de partij opkwam. Dat geldt ook voor Vooruit in Schaarbeek, waar de Nederlandstalige socialisten zonder PS naar de kiezer trokken.

Strijdvaardig

Wat de komende zes jaar nog zal brengen voor de Brusselse N-VA-fracties? “We hebben ons de voorbije jaren stevig geëngageerd voor belangrijke thema’s als veiligheid en de plek van het Nederlands in Brussel. Dat werk zullen we de komende jaren blijven verderzetten, met een blik gericht naar de toekomst”, zegt Vanden Borre.

Van Achter voegt toe dat de recente verkiezingsuitslagen geanalyseerd zullen worden. Pas nadien zou duidelijk kunnen worden welke rol de Brusselse, lokale N-VA-fracties de komende jaren zullen opnemen.

Met Cieltje Van Achter als Vlaams minister van Brussel, Vanden Borre en Gilles Verstraeten als Brusselse parlementsleden en Karl Vanlouwe als senator, geeft de partij tot slot aan “op die niveaus strijdvaardig te zullen blijven".