Celia Ledoux klein BRUZZ ACTUA 1619 cSaskia Vanderstichele
Column

Celia schiet met scherp: 'Je suis Magritte'

Celia Ledoux
© BRUZZ
08/06/2018

Van Jan De Cock word ik altijd vrolijk. De man heeft wat mij ontbreekt: een eigendunk die alleen in Vlaanderen past doordat hij zijn buik inhield. Elk interview met hem is een masterclass in culot.

Toen Bart Schols resumeerde, wees De Cock terecht ‘nee, ik stel vast dat ik een heel goed kunstenaar ben met een prachtig oeuvre’. Dat schitterende ego! Ik wilde aan een winkeljuffrouw vragen of ze het had in mijn maat. “Ik ben hier de Magritte,” zei De Cock. Magritte!

Intussen was Brussel verontwaardigd. Niet om zijn blakende zelfdunk, zo on-Brussels dat hij Antwerpen voorbijstak en naar Amsterdam zweemde, maar om de boodschap. De Brusselaar kan niet tegen Brussel zwartmaken. Sterker: de Brusselaar kan niet tegen vertrek op zich. Goed twee jaar geleden vertrok ik zelf en schreef een ode aan Brussel voor de VRT. De prachtigste plekken beschreef ik en de liefde voor mijn stad.

Ik kaartte ook leegstand aan, belaagde fietsers, prachtige plannen met halfzegat uitwerking. Luchtvervuiling die mij posttraumatisch achterliet nadat mijn ex-partner maanden tussen dood en leven had gezweefd, letterlijk bijna vergast. Ik was moegestreden en stookte het vuur op als afscheidscadeau aan mijn mede-Brusselaars.

Die zagen het anders. Ze smeekten, pleitten, keerden me de rug toe of werden boos. Het was net een echte relatiebreuk, maar dan met verslag op BRUZZ en tegencolumn op Radio 1. Drie maanden later verhuisde ik terug. De stad was niet veranderd, maar ik kon niet ontkennen hoe ik leven in Brussel miste. Iedereen mocht me uitlachen, ik was blij genoeg om terug te zijn. Ik wilde nog steeds verandering, maar nu gekruid met een onuitstaanbare verliefdheid op mijn stad.

Toen ik deze week de commentaren over De Cock las, verbaasde het me hoe gelijkaardig ze waren aan die over mij. Vluchten, ervandoor gaan, verraad: dat was identiek. En dat is vreemd.

Er is iets met wonen in Brussel. Dat Vlamingen ‘ik hou wél van Brussel’ zeggen, alsof het een wijn met een moeilijk palet betreft. Dat je je woonplaats moet verantwoorden en de Brusselaar dat meestal graag doet. Oostende of Heusden-Zolder is een adres, Brussel een statement. Wie vertrekt is een verloren soldaat. ‘Geef je het op?’ Alsof het een roeping was.

Je zou erbij vergeten dat Brussel geen fort is, maar een stad. Geen te verdedigen huwelijk, maar een relatie waarvan je puur kan genieten, zoals ik nu weer doe. Eentje om vragen bij te stellen. Hoort een stad zo veel betrokken inwoners nòdig te hebben?

Neigt dat naar verslaving aan activisme? Hebben we politieke relatietherapie nodig? En toch. Verandering mag welkom zijn. Maar de Brusselaar, Brussels grootste verkoopargument, beseft dat perfectiedrang de relatie zou doen doodbloeden. Wij zien de stad graag om haar imperfecties - dat maakt onze band met haar emotioneel en menselijk. Wij zijn misschien wel Magritte. Maar we zijn ten minste geen Antwerpenaars.

Jan De Cock

| Kunstenaar Jan De Cock en zijn Brussels Art Institute, toen alles nog goed ging met Brussel.

COLUMN Celia schiet met scherp

Een keer per week zet Celia Ledoux de stad in haar blootje in haar column.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Column , COLUMN Celia schiet met scherp , Celia Ledoux , Jan De Cock

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni