Niemand zal je ooit uitnodigen voor een bezoek aan het Wiertzmuseum. Het moet van jezelf komen. Er wapperen in de Vautierstraat geen opzichtige banners, er is geen sprake van een mensenstroom die je kan volgen, en op het einde van je zelfgebaande weg zit de klink van de toegangsdeur ook nog eens erg hoog.
Laptopia in Elsene: Wiertzmuseum
Lees ook: Laptopia: De Vijvers van Elsene
DINSDAG 12 SEPTEMBER, 13.00 UUR
Maar de deur gaat wél open, en wanneer ik ze eigenhandig weer achter me sluit, krijg ik al meteen een zelfportret te zien van de schilder, die er voorlopig evenwel nog het zwijgen toe doet.
Meteen links in de gang, boven een binnendeur met het plaatje Privé, hangt nog een schilderij. Het heet De conciërge en toont een man die aan het slapen is. Misschien is het daardoor dat er behalve mijn eigen geschuifel nergens beweging te horen of te zien is.
De volgende deur dan maar. Die is wel open, en toont een ruimte - kwart bureau, kwart onthaal, kwart keuken, kwart bezemhok - met een vrouw die wel eens wakker zou kunnen zijn, maar niets zegt en niet opkijkt.
Op dat moment had ik me even moeten inhouden, en me gewoon moeten overgeven aan de fijne sensatie zomaar een huis te kunnen binnenwandelen en te doen alsof ik thuis ben. Helaas verpest ik die gelegenheid voor mezelf door de vrouw toch de vraag te stellen of ik me nergens moet aanmelden.
“Anders had ik wel iets gezegd,” luidt het antwoord - kwart geïrriteerd, kwart routineus, kwart begrijpend, kwart informerend. Met de toevoeging dat de toegang gratis is. Ik voel me terecht op mijn plaats gezet. Het is immers niet omdat andere musea aan hun onthaal een rijdans van ticketverkoop, veiligheidsscans en andere vestiariteiten organiseren, dat zulks de norm hoeft te zijn. Het is ook niet omdat men je tegenwoordig overal voor alles laat betalen, dat een armlastige overheidsinstelling als het Wiertzmuseum waardering wil uitgedrukt zien in geld. En het is niet omdat je als museumbezoeker zo vaak bij het handje wordt genomen, dat je niet zelf je weg zou kunnen vinden en je blik richten. Weg genummerde zalen! Weg audiogids! Weg wijzers! Ik zal mezelf wel weten te verhouden tot wat mijn pad kruist.
Om te beginnen zijn dat de portretten in het eerste salon, die al lang in de gaten hebben dat ik me nog wat moet aanpassen aan de aparte gang van zaken hier, die al zoveel bezoekers heeft doen weifelen. Als negentiende-eeuwers zijn ze volgens mij toch ook al vertrouwd met het geluid van de transistorradio dat ik nu vanuit het onthaalkot hoor. En het heeft er tenslotte ook alle schijn van dat ze best weten dat ze niet al te goed geschilderd zijn, omdat de grote ambities van hun schepper nu eenmaal niet in de portretkunst lagen.
Wiertz was op zijn best als fantast. Dat is wat het verwarrende helletochtje door dit eigenzinnig rariteitenkabinet snel duidelijk maakt. Met schilderijen van Satan, de naakte Boekenverslindster, Cholera die in zijn kist kruipt, een zelfmoordenaar die zich voor de kop schiet, een afgehakt hoofd, de moeder van Napoleon op haar sterfbed, een verbrand kind, doorboorde strijders, de man met de worstenneus die ‘s menschen onverzadelijkheid verzinnebeeldt, Esmeralda met de geit, en een moeder die door honger en waanzin gedreven een geamputeerd been van haar baby in de kookpot heeft gegooid.
Alles getuigt van het ongewone temperament van deze razende Rubens: de trompe-l’oeils, de rare titels, de enorme formaten die de zalen doen kraken, de bittere ironie waarmee hij de Franse kunstcritici op de hak neemt, dat ingekaderde pamflet over hoe Brussel - uitgebreid met een aantal andere Belgische steden - Parijs naar de kroon zou kunnen steken, het gemak waarmee hij schakelt tussen karikatuur en genretafereel, tussen neoklassiek en neobarok, of tussen olieverf en zijn eigen verfprocedé dat matte vuilbruine doeken heeft gegenereerd.
Op een dag zal vast wel iemand oordelen dat we als gemeenschap niet langer kunnen voorzien in het onderhoud van dit anachronistische pand, dat op peperdure en door Europa bedreigde grond staat te verouderen. Maar het is nu wel duidelijk wat het zelfportret aan de ingang wil zeggen: tot die dag gekomen is, heeft deze Waanzinnige Schilder hier maar mooi zijn megalomane ding kunnen doen, in plaats van uitgelachen of vergeten te worden zoals veel van zijn collega’s.
Ronde van Brussel: Elsene
Lees meer over: Elsene , Column , Ronde van Brussel: Elsene
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.