Dit jaar zou de Catalaanse artiest Antoni Tàpies, een in de schaduw belande reus van de naoorlogse kunst, honderd jaar zijn geworden. Bozar zet met een grote retrospectieve de introspectieve artiest weer in de schijnwerpers, en huldigt tegelijkertijd ook zijn geliefde Teresa.
| Matter body and orange stains (detail): Antoni Tàpies behandelde zijn schilderijen als ruwe muren.
De in 2012 gestorven Barcelonees Antoni Tàpies is een echte grootheid van de Europese naoorlogse schilderkunst. De laatste jaren verloor zijn reputatie ietwat aan glans, maar met de retrospectieve Antoni Tàpies. De praktijk van de kunst zorgt Bozar, in samenwerking met het Reina Sofía-museum in Madrid en de Fundació Antoni Tàpies, voor eerherstel. De tentoonstelling geeft een uitgekiend overzicht van zijn oeuvre, aan de hand van 125 van de 9.000 werken die de noeste kunstarbeider doorheen de decennia maakte.
“De introspectieve kracht van Tàpies werken staat haaks op wat speelt in onze consumptiemaatschappij. Net daarom is zijn werk vandaag zo relevant”
Die werken raakten aan verschillende stromingen – van het surrealisme over de art informel tot de arte povera – maar bleven tegelijk heel herkenbaar. Onder meer door het uitgesproken introspectieve karakter van de man en zijn creaties. “Wanneer je naar zijn werk kijkt, voel je het ook. Het heeft een performatieve kracht,” benoemt curator Manuel Borja-Villel, die de kunstenaar ook persoonlijk goed heeft gekend, die onmiskenbare Tàpies-trek. “Hij stimuleerde altijd het introspectieve vermogen van de kijker. Zijn werken zijn gewoonlijk fragmentarisch, het is aan de kijker om ze als het ware te vervolmaken. Het is een kwaliteit die haaks staat op wat speelt in de consumptiemaatschappij, en is daarom vandaag net bijzonder relevant.”
Het introspectieve karakter van Tàpies werd in grote mate gevormd tijdens een lange ziekte in zijn jonge jaren. Rond zijn twintigste verbleef hij twee jaar in een sanatorium in de bergen om te herstellen van tuberculose. Tijdens die periode verdiepte hij zich in de beeldende kunst. Hij experimenteerde onder meer met zelfportretten, geïnspireerd door giganten als Picasso en Matisse, zoals te zien is bij aanvang van de tentoonstelling in Bozar.
Toen hij weer op krachten was, vatte hij eerst nog een rechtenstudie aan, maar die maakte hij nooit af. In de plaats daarvan ging hij zich geheel wijden aan de schilderkunst, met het surrealisme als eerste liefde. Zo raakte hij nauw bevriend met zijn bekende landgenoot Joan Miró, en vormde hij met enkele geestesgenoten het avant-gardecollectief Dau al Set.
Muurschildering
Vanaf dat moment zou Tàpies, die allesbehalve een fan was van schone schijn en een academische aanpak, voortdurend de conventies uitdagen met non-conformistische methodes. Het leverde hem grote faam op toen hij in de jaren 1950 volop begon te experimenteren met ongebruikelijke materialen: marmerstof, zand, krantenpapier, haar, stro en zelfs afval. In zijn kleurenpalet begon hij zich veelal te beperken tot sobere, aardse tinten als oker, bruin, grijs, beige en zwart.
Zijn schilderijen ging hij steeds meer als ruwe 'muren' behandelen, met dikke lagen materialen waarin hij schreef en kerfde, in plaats van omzichtig het penseel te hanteren. Die manier van werken linkte hij aan zijn familienaam (tàpia betekent 'muur' in het Catalaans) en verwijst ook naar de politieke slogans en uitingen van frustratie in graffiti op de muren van het Barcelona uit zijn jeugd, tijdens de Spaanse burgeroorlog.
Na die burgeroorlog werd de Catalaanse cultuur door dictator en generalissimo Franco onderdrukt, wat Tàpies voor de rest van zijn leven zou tekenen. In 1966 werd hij aangehouden, omdat hij had deelgenomen aan een clandestiene bijeenkomst voor de oprichting van een democratische universiteitsvakbond. Ook in zijn werk toonde hij zijn politieke engagement, in de eerste plaats voor de Catalaanse zaak. Zo refereert Caixa de la camisa roja ('Rood-hemd-doos') naar de foltering en moord op de Catalaanse politicus Lluís Companys in 1940. Maar zijn empathie reikte veel verder dan zijn eigen streek. Zo verwerkte hij zijn afgrijzen over de etnische zuivering in Bosnië in het werk Dukkha, een begrip dat in het boeddhisme zoveel betekent als 'ontgoocheling' en 'lijden'.
Zijn interesse voor de wereld buiten zijn studio uitte zich ook in een grote passie voor wetenschap. Hij verdiepte zich onder meer in de kwantumtheorie en de geschriften van Einstein, Planck, Schrödinger en Heisenberg. De nucleaire dreiging, een wezenlijk gevolg van grote wetenschappelijke doorbraken, markeerde verschillende van zijn 'muren'.
Van de sokken geblazen
Antoni Tàpies werd tegelijk erg aangetrokken door het magische, mystieke, intieme en spirituele. Vooral oosterse filosofie zou een steeds grotere impact hebben op zijn studie van de condition humaine. Het zette hem onder meer aan om de waarde van het alledaagse te huldigen. Zo krijgen delen van het menselijke lichaam een transcendentale betekenis. Onder meer voeten worden vaak afgebeeld, wat opnieuw een verwijzing is naar (een deel van) zijn naam – pies is Spaans voor 'voeten'. Een bed is bij Tàpies niet alleen een banaal meubel, maar evengoed de plek waar de mens wordt geboren, zelf leven verwerkt en uiteindelijk sterft.
Vaak gebruikte hij objecten uit zijn eigen dagelijkse leven. Niet altijd dingen die hem toebehoorden, zo getuigt zijn zoon Toni, die met de Galeria Toni Tàpies de artistieke erfenis van zijn vader mee beheert. “In mijn jeugd raakte ik op een dag een schoen kwijt. Ik kon hem maar niet vinden, tot ik hem uiteindelijk terugzag als een deel van een werk van mijn vader. Hij had hem tot kunst verheven.”
Zijn meest controversiële werk, Mitjó, is dan weer een monumentale sculptuur van een … sok. Vandaag siert die sok het dak van de Fundació Antoni Tàpies, maar oorspronkelijk was ze (in nog grotere vorm) bedoeld voor het Museu Nacional d'Art de Catalunya (MNAC) in Barcelona, dat gewijd is aan Catalaanse kunst. “Een enorm beeld van een sok, die er ook vies en stinkend uitziet, werd toen na een grote polemiek ongepast bevonden voor het museum,” zegt Núria Homs, curator van de Fundació Antoni Tàpies. “Ze hebben daar achteraf spijt van gekregen, maar toen was het al te laat.”
T is voor Teresa
Behalve alledaagse objecten en lichaamsdelen maken ook letters en cijfers een belangrijk deel uit van Tàpies' vormentaal, en vaak hebben ze meerdere mogelijke betekenissen. Tàpies zet je altijd aan het gissen. “Ik nodig je uit om te spelen, om goed te kijken, om na te denken,” zei hij daar zelf over. Zo kan de letter 'X' de gedaante aannemen van een kruisteken, een plusteken, een windroos of een ander symbool. De alomtegenwoordige 'T' (soms ook tot een kruis vervormd) is niet alleen de beginletter van zijn eigen familienaam, maar ook van de voornaam van zijn geliefde Teresa, die hij eind jaren 1940 leerde kennen en met wie hij tot aan zijn dood een twee-eenheid vormde.
Aan het einde van de expo eert Bozar ook uitgebreid Teresa Barba en de onmisbare rol die ze speelde, met twee reeksen die Tàpies opdroeg aan zijn eeuwige zielsverwant: een reeks tekeningen, getiteld Teresa, en de serie Cartes per a la Teresa ('Brieven voor Teresa') bestaande uit lithografieën, lithocollages en collages.
De retrospectieve Antoni Tàpies. De praktijk van de kunst loopt van 15/9 tot en met 7/1 in Bozar, www.bozar.be
Lees meer over: Brussel , Expo , Antoni Tàpies , Bozar , schilderkunst
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.