Eigenzinnig maar betaalbaar: Michel Penneman zette Brusselse boetiekhotels mee op de kaart

Binnenhuisarchitect Michel Penneman ontwierp twee hotels tijdens de lockdowns. Daarmee komt de teller van Brusselse hotels met zijn handtekening op vijftien. Drie vragen aan de Brussselse specialist achter het ontwerp van heel wat Brusselse boetiekhotels.

Waar veel hoteleigenaars moesten bezuinigen, gaf hoteleigenaar- en ontwikkelaar Everland juist geld uit. Het veelbekroonde Pantone Hotel kreeg een make-over en werd The Scott, naar F. Scott Fitzgerald, de schrijver van het wereldberoemde boek ‘The Great Gatsby’ uit de jaren twintig. Op het Luchtvaartsquare in Anderlecht opende het volledige nieuwe boetiekhotel Urban Yard.

Beiden dragen de handtekening van Michel Penneman, de binnenhuisarchitect die inmiddels vijftien Brusselse hotels op zijn naam heeft staan. Gerenommeerde ontwerpen van zijn hand zijn het Pantone Hotel in Sint-Gillis, net als het intieme Tenbosch House in de Washingtonstraat in Elsene, of het Zoom Hotel in een zijstraat van de Louizalaan.

Michel Penneman wil dat mensen zich thuis voelen in zijn hotelinterieurs. Of ze hier nu zijn voor het volgen van een conferentie of op zoek gaan naar verborgen art-nouveauparels in de hoofdstad van Europa. Drie vragen aan de Brusselse binnenhuisarchitect, die het vak leerde aan hogeschool Sint Lucas en elk nieuw hotel ziet als een blanco pagina om een verhaal op te vertellen.

Bij Urban Yard heeft u zich laten inspireren door de omgeving. Op welke manier precies?

Penneman: “De Luchtvaartsquare is geen fantastische buurt, maar ligt dichtbij het Zuidstation. Het hotel bestaat uit twee naast elkaar gelegen delen met een grote binnentuin. Aan de ene kant is er het pleintje, aan de andere kant de tuin. Ik wilde de twee werelden verbinden via een grote lobby. We hebben de ruimte zoveel mogelijk opengemaakt om de lobby meer lucht te geven. Ook de vele planten dragen daartoe bij. Het is geen al te formeel hotel, de zetels zijn comfortabel.”

Urban Yard is het vijftiende hotel waarvan u het interieur heeft ontworpen in Brussel. Hoe verhoudt het zich tot uw andere werk?

Penneman: "Alle hotelkamers zijn in se hetzelfde: ze moeten een bed, bad en wc hebben (lacht). Maar ik probeer er altijd iets bijzonders van te maken. Mijn ontwerpen onderscheiden zich van de grote hotels, hoewel ook die steeds vaker met originele concepten komen. Ik maak ontwerpen waarin een klant zich thuis voelt. Vaak betekent dat dat er een eerder bescheiden receptie is, en veel comfort, zoals voldoende stopcontacten.

Urban Yard is geschikt voor zowel zakenmensen – vandaar ook de snelle wifi en een efficiënt ontbijt – als koppels en gezinnen die in het weekend een citytrip maken. Overnachtingen in de hotels die ik ontwerp zijn vaak betaalbaar: in het geval van Urban Yard gaat het om bedragen tussen de 80 en 120 euro per nacht. Comfort voor een goede prijs dus. Urban Yard is één van de beste compromissen in de stad, als je het mij vraagt.

Mijn ontwerpen vertellen elk een eigen verhaal. Hotel Vintage is geïnspireerd op de jaren zestig, het Yadoya Hotel is geïnspireerd door Japan en het Hygge Hotel door Denemarken. Voor het Zoom Hotel heb ik een participatief design bedacht met foto’s gemaakt door amateurfotografen. Die hebben we in het groot afgedrukt.

Het was geweldig om te zien wie er allemaal naar de vernissage kwam. Kinderen, de slager van verderop, chique mensen, een man met overal tatoeages,... De oproep voor deze opdracht hadden we destijds via Facebook verspreid. De inzenders hebben hun handtekeningen bij de foto’s gezet en mochten gratis een nacht komen slapen.

Meestal zijn het hotels met twee of drie sterren, al zit er soms een vijfsterrenhotel bij. Naast hotels doe ik ook restaurants, bars en appartementen. Ik vind het geweldig om ook af en toe een kleine studio te ontwerpen voor mensen. Onlangs nog heb ik dat in gedaan. Het was een een hele kleine ruimte. In één of twee uur heb ik al veel kunnen veranderen, door gewoon verlichting en een tapijt te kopen. Fijn om te doen, al heb ik er niet altijd tijd voor.”

Een ander hotel dat u dit jaar heeft ontworpen is The Scott, bij sommigen nog bekend als Pantone Hotel. Dat ontwerp ontving meerdere internationale prijzen. Hoe was het om het interieur te moeten veranderen?

Penneman: “Dat was geen probleem, ik heb de foto’s goed bewaard. Veel hotels veranderen elke zeven of acht jaar van interieur. Bij dit hotel was het al twaalf jaar geleden, dus het was zeker tijd om het hotel in een nieuw jasje te steken. Ik dacht eerst aan Pantone +, maar kreeg toch zin iets anders te proberen.

Een pantone is een kleurenpalet waar architecten, maar ook fotografen en stilisten mee werken. Vlak nadat ik het White Hotel (op de Louizalaan, red.) had gedaan, vroeg een nieuwe klant me om een tweede White Hotel te maken. Dat ging natuurlijk niet, maar ik kon wel iets doen met kleuren in plaats van met wit.

Pantone Hotel kreeg verschillende internationale prijzen voor het ontwerp. Het is een eerder klein hotel, dus ik was verbaasd, maar aangenaam verrast. We hebben het hele hotel tijdens de coronalockdowns in een nieuw jasje gestoken. Dat was een enorme uitdaging: in zo’n korte tijd twee hotels ontwerpen. De restyle van Pantone Hotel naar The Scott enerzijds en tegelijkertijd het volledig nieuwe Urban Yard.”