Een vlucht met een stel “spreeuwen in sponzen broekskes”, een turbulente treinreis naar Oostende, een tocht doorheen het Zuid-Amerikaanse continent op zoek naar de bron van de chocolade of een trip door het hoofd van een vrouw met zes benen. Passa Porta’s project #zomerVITRINEdété stuurt ‘Brussel op vakantie’ naar verbeelde heindes en verres.
Azam Masoumzadeh bij De Markten
Dat de kunsten de afgelopen maanden voor hoop in een hoop ellende zorgden, staat buiten kijf. Tussen de digitale streamingsessies, virtuele theatervoorstellingen, en Zoom-concerten viel op dat vlak één sector te ontwaren die de dingen grootser en het liefst van al ook tastbaar zag: de illustratiescene. Die hield zich naast onder meer het verspreiden van digitale liefde in tijden van corona met veel lijfelijke liefde onledig met het beschilderen van al wat los en vast hing in de stad. Met als gevolg dat op dit moment al talloze raamschilderingen de stad sieren als prikkelende pogingen om de door corona moegetergde mens een hart onder de riem te steken.
Het internationale literatuurhuis Passa Porta springt nu mee op de voortdenderende kar met #zomerVITRINEdété, door uit zijn immense netwerk een veertigtal illustratoren, stripmakers en andere professionele tekenkunstenaars te selecteren die lustig de beweging van papier naar publieke ruimte maken en evenveel kleine en grote ramen van winkels, zwembaden, woningen, cultuurhuizen en metrostations in Anderlecht, Brussel, Etterbeek, Ganshoren, Koekelberg, Schaarbeek, Molenbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe, Oudergem en Ukkel inpalmen. Op 16 juli opende die openluchttentoonstelling officieel de… euh… ramen om nog tot eind augustus Brusselaars op staycation, occasionele toeristen en lukrake passanten midscheeps te raken met kleurrijk en eigenzinnig verbeelde visioenen van ‘Brussel op vakantie’.
MET DE TREIN NAAR OOSTENDE
“De vakantie, de zomer, al die kleuren waar ik in kan duiken… Het is mijn favoriete onderwerp!” klinkt het bij Romane Lefebvre, die bij Zoniënzorg een zwierig kronkelende en zonovergoten raamtekening maakte. “Dit is nog maar mijn tweede ooit! De eerste was bij Galerie L’illu in Lille, nu goed een jaar geleden. Ik heb dus nog niet zo gek veel gedaan in de publieke ruimte, als professionele illustrator kom ik eigenlijk nog maar net piepen, maar het was plezierig om de vier muren van mijn atelier en die bizarre ‘grote vakantie’ in lockdown bij mijn ouders even achter me te laten,” vertelt de Lilloise die in 2019 afstudeerde aan Saint-Luc in Luik en begin dit jaar debuteerde met De l’embarras au choix bij kinderboekenuitgeverij CotCotCot Éditions. “Het was eigenlijk mijn moeder die de call for artists van Passa Porta had zien passeren op Facebook. Ik denk dat er nog maar drie dagen restten tot de deadline. Ik ben erop gesprongen!” (Lacht)
Ook voor de Brugse Rani De Prée, die zich na haar master graphic storytelling aan LUCA School of Arts – Campus Brussel op het schrijven stortte en met een kortverhaal in stripvorm al figureerde in Kleine helden, een stripanthologie geënt op dossiers van VRT-journalist Rudi Vranckx, was #zomerVITRINEdété ook haar tweede ervaring met raamschilderingen. “De eerste keer was voor een schoenenwinkel. Dus nu geconfronteerd worden met die immense ruimte van de hal van metrostation Simonis, waar zoveel mensen passeren, dat was wel even slikken. Ook al omdat ik de voorbije drie jaar, door mijn schrijfopleiding, nauwelijks heb getekend. Je hoopt voor de ogen van al die mensen zo professioneel mogelijk over te komen en elke lijn met een vaste hand te trekken, maar dat lukt natuurlijk niet altijd. (Lacht) Maar de ervaring was heel erg de moeite! Na een uur of twee had ik het helemaal beet. Ik ben ook regelmatig aangesproken door voorbijgangers, die wel wisten te waarderen wat ik aan het doen was. Iemand heeft me zelfs gevraagd of ik ook niet een raamtekening kon maken voor zijn winkel. Hier zit toekomst in, ja. Hier kan ik mijn hart in leggen.”
Je hoopt voor de ogen van al die mensen zo professioneel mogelijk over te komen en elke lijn met een vaste hand te trekken, maar dat lukt natuurlijk niet altijd
Heel wat illustratorenharten kloppen al een tijdje uitbundig en in vele talen voor en door de stad. Bitoño, de atelierwerking met uitvalsbases in Toulouse en Brussel waarmee Maïlys D’Abadie de Lurbe en Laura Prillard een resem grafische en zeefdrukworkshops aanreiken, ziet die publieke kunstuitdrukkingen als een antwoord op de grote honger van Brussel naar creativiteit. “Als Française zie ik dat er in Brussel veel ruimte is voor dit soort dingen, de stad is daar heel ontvankelijk voor,” vertelt Laura Prillard. “Dat merk je aan de vele raamtekeningen, maar ook aan de workshops die hier ontzettend goed draaien. Die ateliers zetten we op in een poging om een breed publiek, dat niet automatisch voeling heeft met kunst, in contact te brengen met de juiste tools om zich creatief uit te drukken, om voor de duur van een halfuur of een halve dag in de huid van een artiest te kruipen.”
“De workshops zijn de afgelopen maanden allemaal weggevallen, waardoor wij op zoek zijn gegaan naar nieuwe uitdagingen. Momenteel zijn we zo een speelplaats aan het herschilderen. En dan was er de vitrine bij Woodee, een speelgoedwinkel in Schaarbeek, onze allereerste! De raamschildering verbeeldt een scène die me altijd is bijgebleven. Toen ik naar Brussel verhuisde, zag ik die overvolle treinen met gehaaste Belgen vertrekken naar Oostende. Mensen die achter de trein aan hollen, hier en daar spullen die uit haastig meegegriste tassen vallen, de treinen die uitpuilen van de strandspeeltjes en opblaasbare toestanden, dat hebben we proberen te herscheppen. Totale chaos, ja.” (Lacht)
TEKENEN MET HEEL JE LIJF
“Deze zomer gaat alles vol geklad zijn,” klinkt het verdacht veel als een persoonlijke missie bij Delphine Frantzen, wanneer we haar vragen naar die spectaculaire boom van raamschilderingen. De Schaarbeekse heeft er op dat vlak een drukke lente op zitten en slaat voor #zomerVITRINEdété de handen in elkaar met Hélène Jacobs en Laure Allain. Als Collectief Grafik – de Schaarbeekse boekhandel en galerie was hun ontmoetingsplek – pakken ze zwembad Poseidon in Sint-Lambrechts-Woluwe in. “We zitten daar met schuifdeuren, dus ik weet niet of onze vingers dat gaan overleven,” lacht ze enkele dagen voor die vingers de ramen van Poseidon zullen beroeren, “maar het opent ook wel mogelijkheden: misschien tekenen we wel mensen in hun blootje die als de deuren over elkaar schuiven plots toch een badpak blijken aan te hebben.”
Uiteindelijk leggen de nu eens wel dan weer niet zedig geklede badgasten het af tegen een onderwaterlandschap waarin Poseidon en een zeemeermin elkaar onophoudelijk proberen te zoenen. “We spelen met het idee van kussen die onderbroken worden ten tijde van corona,” verklaart Delphine Frantzen wanneer het werk erop zit. “Poseidon en de zeemeermin kussen niet als er veel volk is, want dan gaan de deuren open, maar als ze alleen zijn, en de deuren helemaal toe, zitten ze samen in hun door algen gevormde bubbel.”
“Dit keer waren het die schuifdeuren die wat hadden kunnen tegenwringen, andere keren zit je met een raam dat keihoog staat of net heel laag, waardoor je je in allerlei rare bochten moet wringen,” vult Hélène Jacobs aan. “Je kan met heel veel rekening houden, en ik heb na al die buitentekensessies een hele lijst in mijn hoofd zitten van wat er allemaal kan misgaan, en nog word ik vaak verrast. Heel erg secuur bereid ik dit soort dingen dus niet voor, simpelweg omdat het op het moment zelf toch vaak heel anders uitdraait. Je moet je flexibeler opstellen, en dat is soms niet slecht. Ik ben iemand die heel lang aan een tekening op papier kan werken, die wikt en weegt en het zo soms kan kapot tekenen. Voor dit soort opdrachten moet je net rapper knopen doorhakken.”
Eenzelfde geluid valt te horen bij stripmaker en BRUZZ-huisillustrator Wide Vercnocke, die van op het raam van de Schaarbeekse designerboetiek Kriekebiche een stel “spreeuwen met sponzen broekskes die krieken eten” op de wereld loslaat. “Voorbereidingen? Niet te veel, alstublieft! Nee, echt, mijn hersenen kronkelen zo dat als iets moet, het niet gaat. Het komt of het komt niet. Ik vind het leuk om het zo organisch mogelijk te laten lopen.”
“Die spontaniteit is eigenlijk het meest gegeerde goed voor een tekenaar – of voor mij toch. Maar dat heeft te maken met vertrouwen in je hand, je lijn, en is dus niet makkelijk toe te laten. Je hebt vaak de neiging om een tekening te forceren, er keilang mee bezig te zijn, maar daarmee wordt ze niet automatisch beter. In de publieke ruimte word je in de richting van die spontaniteit geduwd, want je wilt dat het vlot gaat, je kan niet beginnen te taffelen als er mensen op je vingers staan te kijken. Bovendien teken je groot, met heel je lijf. Daar zit iets heel performatiefs in, het is een dans eigenlijk. De efficiëntie die daaruit voortvloeit, haal ik graag naar mijn papieren werk: de eerste lijn, het pure, het spontane, het rauwe, het werken vanuit gevoel, vanuit een oerdrang. Iemand als Vincent Glowinski (de virtuoze, multidisciplinaire artiest die verrees uit de assen van zijn beruchte alter ego Bonom, ks) is daar heer en meester in. Wat hij doet, hoe hij de publieke ruimte bespeelt, dat is zo op het scherp van de snee. Die gast is echt een hedendaagse Picasso, een van onze allergrootste kunstenaars.”
FYSIEKE AFSTAND, SOCIALE NABIJHEID
Het is niet de enige keer dat de link met graffiti wordt gemaakt. Wel heel concreet wordt het bij Dieter Van der Ougstraete, die, voor hij zich hulde in de gedaante van stripmaker Dieter VDO en zo buitenissig fantastische werelden schiep in onder meer Snow, Fantomia en Dino, als graffitikunstenaar door het leven ging. “Dat was zelden illegaal, hoor,” lacht hij. “Meestal had ik het geluk daarvoor te worden gevraagd. Voor mij was dit project dus niet echt aanpassen. Ik werk sowieso graag groot, ook op papier. Het is een plezante afwisseling met het meer solitaire werk, een beetje een terugkeer naar de roots, ja.”
Alleen op je kamer verlies je soms een beetje de band met de werkelijkheid, terwijl hier het toeval regeert, je inspeelt op de omgeving
Dieter Van der Ougstraete begeeft zich behalve naar De Markten dezer dagen ook naar speelplaatsen van scholen in Heestert en binnenkort ook in Avelgem. “Dat tekenen in de publieke ruimte kent echt een heel groot succes. En dat is voelbaar. De reacties zijn meestal, nee, altijd, heel positief. Ook van mensen die echt niets hebben met tekenen. Het verlevendigt de buurt, vinden ze. Het werken aan een vitrine of een ander oppervlak buiten is veel fysieker, veel actiever dan werken op papier, maar het is ook veel impactvoller. Alleen op je kamer verlies je soms een beetje de band met de werkelijkheid, terwijl hier het toeval regeert, je inspeelt op de omgeving. Er passeren mensen, die even stoppen om gefascineerd te kijken naar hoe zoiets eigenlijk wordt gemaakt, of ze slaan een babbeltje en geven eens een complimentje… Het maakt het meteen veel onmiddellijker, veel directer.”
Ook voor Anne Manteleers, die bij het Belgian Chocolate Village een reis doorheen het Zuid-Amerikaanse continent, op zoek naar de oorsprong van de chocolade, op de ramen toverde, valt die directheid op. “Het hangt samen met het formaat waarop je werkt. Door die life-size tekeningen moet je regelmatig afstand nemen om te kijken wat je precies aan het doen bent. Dat zorgt voor een fysieke interactie die je niet hebt op papier, maar ook voor een sociale interactie. Al heb ik dit keer geen ‘reclame’ gemaakt, net om te vermijden dat er te veel mensen zouden langskomen. Dat mensen kijken, vind ik niet erg, maar als ze komen babbelen, kan ik me moeilijk concentreren. Op de vorige Boekenbeurs heb ik een week lang elke dag live drawings gemaakt. Dat is helder, het is een soort van performance en je weet dat je dan toeschouwers hebt. Wat nu opviel toen ik aan het werk was, was dat mensen zich in zekere zin toch een indringer voelden. Terwijl ik het eigenlijk ben die hun publieke ruimte binnendringt.”
Van enige terughoudendheid bij het publiek hebben Delphine Frantzen en Hélène Jacobs nog niet veel gemerkt. “Je krijgt soms de grappigste reacties, van de meest uiteenlopende mensen. Er zijn er die plots voor je opduiken en je op de man af vragen: ‘Hallo, wil je mijn portret tekenen?’ Of laatst was er iemand die mij had zien tekenen vanuit de bus en me via Instagram had weten te vinden en me een bericht had gestuurd: ‘Keileuk wat je doet! Doe zo voort, je bent goed bezig!’ Daar was ik echt door gecharmeerd.” (Lacht)
“Zo een schone anekdote heb ik niet,” vult Delphine Frantzen aan. “Er zijn er veel die blijven staan en kijken maar niets zeggen en gewoon af en toe eens glimlachen. In Tervuren heb ik eens een man gehad die op me afkwam, maar dat bleek een waarzegger die vooral zichzelf wou verkopen. (Lacht) En in Leuven heb ik eens iets groots gemaakt met kalk, er was keiveel wind en alles vloog weg. Toen zijn er heel wat mensen komen helpen, mijn ladder vasthouden en zo… Daar houd je wel een warm gevoel aan over.” Al is dat niet altijd het geval. Hélène Jacobs: “Ik herinner me nog heel goed dat ik mijn allereerste raamtekening maakte, in Antwerpen. Met een klein hartje en heel veel stress. Op een bepaald moment passeerde er een man die voor de vuist weg zei: ‘Mja, dat komt hier dus echt niet goed, hè.’ Zo negatief! Ik dacht: ‘Allee, waarom zegt die dat nu?’” (Proest het uit)
MIKKEN OP HET HART
Die – overwegend schone – reacties hebben een reden: kunst in de publieke ruimte maakt wat los. Zeker als je het ziet gemaakt worden. “Dit is iets heel unieks, hoor,” vertelt de Iraans-Brusselse kunstenares Azam Masoumzadeh, die bij De Markten onder meer een vrouw met zes hoofden op argeloze toeschouwers loslaat. Uit de losse pols – “want zelfs bij het bakken van koekjes kan ik me er niet toe brengen het recept te volgen” – en geïnspireerd door een oud Perzisch miniaturenboek vol vreemde creaturen. “Voor de meeste mensen is kunst iets wat er plots is, waar je naar kan kijken als het af is, terwijl het creatieproces zich hier voor hun ogen voltrekt. Als kunstenaar zit je al zo vaak in afzondering, mis je interactie. Door haar binnen te brengen in de publieke ruimte maken we kunst toegankelijk en democratisch. En dat ontberen we soms in de kunstenscene, denk ik. Al die geweldige dingen die gemaakt worden, worden vaak maar door een selecte groep ingewijden opgepikt.”
Op straat teken je groot, met heel je lijf. Daar zit iets heel performatiefs in, het is een dans eigenlijk
“Ik denk wel dat de boom van raamschilderingen vandaag staat voor iets groters, voor een andere kijk op kunst,” benadrukt Azam Masoumzadeh. “Mensen zijn in deze periode meer gaan begrijpen hoe vanzelfsprekend we kunst vonden. Ze zouden gek zijn geworden van verveling zonder boeken, muziek of virtuele museumbezoeken. Ik denk dat dat besef en de waardering voor kunst zijn gegroeid.”
“Die raamschilderingen staan ook gewoon heel eerlijk in het straatbeeld,” vertelt Wide Vercnocke. “In die zin groeien ze voorbij de maker. Mensen weten misschien niet dat ik dit heb gemaakt, maar het ís er wel, als deel van de openbare ruimte. Ik denk dat ik dat zelf tot nu toe misschien heb onderschat, maar kunst in de publieke ruimte heeft een waarde, hoe naïef of oppervlakkig ze soms ook kan lijken.”
“Kunst in de publieke ruimte schept verbanden,” klinkt het bij Laura Prillard van Bitoño. “De creatieve dimensie van onze workshops bijvoorbeeld gaat vergezeld van een sociale dimensie. En dat geldt ook voor ons als makers. Ik heb de illustratie voor de raamschildering gemaakt, maar op de weg van dat digitale beeld naar de tekening op de vitrine liggen wel een paar hindernissen – vormen die te complex blijken, details die niet helemaal uitkomen zoals je zou verwachten. Dan is het interessant en verrijkend om als collectief, vanuit verschillende oogpunten te kunnen kijken en herdenken.”
Die gedachte roert ook bij Collectief Grafik een gevoelige snaar. “Dit was de eerste keer dat wij drieën samen hebben getekend,” vertelt Hélène Jacobs. “Het interessante aan dat collectieve werk is dat ieder altijd zijn concrete sterktes heeft en dat die, als ze worden samen gegooid, elkaar mooi kunnen aanvullen. Als je alleen werkt, raak je soms verstrikt in een tunnelvisie. Door af en toe met andere mensen te tekenen, word je uit je comfortzone gehaald, maar ook voortdurend geïnspireerd, op het spoor van het onverwachte gezet. Bij Grafik zetten we zo’n papieren interactie weleens op tijdens de maandelijkse Drink & Draw-ontmoetingen. Een interessant neveneffect daarvan is dat de community van illustratoren ook hechter wordt. Dat was trouwens ook de gedachte achter de oprichting van Lock Draw. Die uitnodiging aan illustratoren om zich met een reeks stiften op ramen groot en klein te storten was behalve een manier om de stad op te fleuren ook een poging om de interactie tussen de verschillende taalgemeenschappen van de stad te versterken.”
Misschien is het die genereuze gedachte die doorheen het parcours van raamschilderingen aan de oppervlakte komt te liggen en die aan de ogen blijft kleven. Er is in bizar moeilijke tijden veel warmte gedeeld door de illustratiescene, zomaar, gratis, vanuit een oprechte bekommernis. “De generositeit komt dit keer van twee kanten, hoor,” vertelt Azam Masoumzadeh. “Passa Porta zorgt er met #zomerVITRINEdété voor dat illustratoren, die de afgelopen maanden door zwaar weer zijn gegaan, een vergoeding kregen voor hun werk. En aan de andere kant denk ik dat heel veel artiesten hier zelfs aan zouden hebben deelgenomen zonder honorarium, zoals de voorbije maanden is gebleken. Dat is heel mooi, maar het is ook een continue strijd. Het vergt bijna een vorm van rebellie om voor jezelf op te komen, dus ik ben ontzettend blij met dit project, want je kan niet gewoon niet je job doen. Als er een gelegenheid is om dat werk, waar je zielsveel van houdt, te doen, dan doe je het, no matter what. Niets is te veel als je mikt op het hart.”
#zomerVITRINEdété
> 16/8, verschillende locaties, www.passa porta.be
#zomerVITRINEdété: Passa Porta stuurt Brussel op staycation
Lees meer over: Expo , #zomerVITRINEdété , Passa Porta , Romane Lefebvre , Rani De Prée , Bitoño , Delphine Frantzen , Hélène Jacobs , Wide Vercnocke , Dieter Van der Ougstraete , Anne Manteleers , Azam Masoumzadeh , Collectief Grafik , Maïlys D’Abadie de Lurbe , Laura Prillard
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.