Drugs, diefstallen, prostitutie en geweld. De Anneessenswijk had rond 1980 een kwalijke reputatie. Midden in die woelige buurt was er echter een baken van hoop: het jeugdhuis van 'Père Filip'. Een verloren gewaande fotocollectie toont de avonturen van de ketten van toen, die met hun beschermheer tot in Spanje reisden. We bladerden met ex-jongeren door het boek. “Franchement, on a eu une belle jeunesse.”
| Fotoboek père Filip van de Anneessensbuurt: Berjimo en Ali halen herinneringen op in café Limousine.
"Daar, in het midden, dat ben ik. Quelle touffe dis, wat een haarbos!” Bermijo (56) wijst naar de cover van het fotoboek. Een veertig jaar jongere versie van hem staat centraal op een foto met nog zes stralende tienerjongens. “En hier staat Juan, die ooit een schatkist heeft gevonden bij zijn werkgever en er spoorloos mee verdwenen is.” De vijftiger kan zijn ogen niet losmaken van het boek, dat hij voor het eerst onder ogen krijgt. “Père Filip kon toch schone foto's maken. Of misschien waren wij gewoon zo fotogeniek (grijnst breed).”
We zitten in café Limousine op een hoek van het Anneessensplein en bladeren door Filip-Anneessens, een fotoboek met werk van priester Filip Heymans, dat Recyclart straks uitbrengt. We, dat zijn Bermijo (56), Ali (58) en bovengetekende. Bermijo is vandaag op vervroegd pensioen, na een leven van nachtshifts bij Unilever, gecombineerd met dagwerk in twee winkels die hij uitbaatte. Hij wijst naar een foto en vervolgens naar zijn schoenen.
“Kijk, Adidas. Als jongere moésten we die hebben en ik draag ze nog steeds.” Ali werkt ondertussen al 35 jaar bij Chez Léon, het bekende restaurant in de Beenhouwersstraat. Allebei komen ze nog vaak in de wijk van hun jeugd.
Het fotoboek brengt de ene herinnering na de andere naar boven. Over een jongere die de kassa van de kerk had leeggemaakt en achternagezeten werd door een ziedende Filip. Over het vrouwelijk schoon uit de wijk – “Tu te rappelles Irène?” En over concerten van groepjes die tegen het Marokkaanse regime van toen protesteerden. Het duo heft zelfs even een oude protestsong aan.
Achter het boek zit een verhaal. In 2014 – tien jaar na de dood van de geestelijke – overhandigde een onbekende dame een collectie foto's aan Vincen Beeckman van Recyclart. De fotograaf, onder meer bekend van de beelden op het perron van premetro Anneessens, besefte meteen dat hij een schat van een tijdsdocument in handen had. Beeckman ging via affiches in de wijk op zoek naar jongeren van toen. Hij vond er zes, onder wie Bermijo en Ali. En nu is er dus het boek.
“Veel jongeren van toen hebben die jaren niet overleefd of dragen vandaag nog de gevolgen”
Door die fotoverzameling bladeren is als een abrupte tijdreis, naar de tijd waar haren nog lang waren en broekspijpen wijd. Een tijd ook toen priesters nog jongens in zwembroek konden fotograferen zonder dat iemand de wenkbrauwen fronste. “Vandaag met al die schandalen is dat een begrijpelijke bedenking, maar hier was echt geen pedofilie mee gemoeid.” Ali is stellig. “Het waren trouwens eerder wij die Filip met seksgrapjes plaagden.” Aan branie geen gebrek, ook dat vertellen de bladzijden.
Stichter Anneessens 25
De wijk rond het jeugdhuis wordt in die jaren geteisterd door drugshandel en alle ellende die daarbij komt kijken: geweld, prostitutie. “Nergens in België was het zo erg als hier,” zegt Ali. “Veel jongeren van toen hebben die jaren niet overleefd of dragen vandaag nog de gevolgen.” En zonder Père Filip was het nog veel erger geweest, daarover zijn de twee ex-jongeren het roerend eens.
Door de pagina's heen passeren we niet alleen door de Anneessenswijk van de jaren 1970 en 1980 - denk aan jongeren die het Anneessensstandbeeld beklimmen - Père Filip trok er ook zoveel mogelijk op uit met zijn jongens, weg uit de drugswijk. Hij ging sleeën aan de Baraque Fraiture in de winter, gocartrijden aan de Belgische kust, maar trok ook helemaal naar Salou in Spanje in een klein kampeerbusje dat hij had gekocht. “Fantastische reizen, we kookten zelf en hadden de tijd van ons leven,” herinnert Bermijo zich.
La maison Filip, zoals het jeugdhuis ook wel genoemd werd, bevond zich in de Artesiëstraat, in het huis waar priester Heymans ook woonde, het eerste pand rechts naast het klooster in de straat. De jongens - meisjes kwamen er niet in - zaten vooral in het achterhuis, speelden er tafelvoetbal, kaart of dolden gewoon wat. Maar ze konden er ook huiswerk maken onder begeleiding, beschikten over een bibliotheek en speelden minivoetbal op de binnenkoer.
Die voetbalsessies zouden uiteindelijk uitgroeien tot een echte club: Mini-Anneessens, de voorloper van het vandaag nog altijd razend populaire Anneessens 25. “Filip ontwierp de uniformen en hij kreeg daar geld voor van de kerk,” weet Ali nog. “En het voetbal hield ons weg van gevaarlijke activiteiten.”
Altijd aan onze kant
De toeloop was zo groot dat Filip uiteindelijk zijn eigen appartement in het voorhuis drastisch verkleinde en zijn grote woonkamer afstond, herinnert Ali zich. “Zo was hij, hij stond helemaal aan onze kant.” Bermijo knikt. “Hij was eigenlijk een heel discrete man, die wel verschrikkelijk kwaad kon worden als de politie ons weer eens controleerde. Want dat gebeurde tot drie keer per dag in deze wijk. 'Waarom moeten jullie altijd weer dezelfde controleren?' schreeuwde hij dan.”
Anekdotes over politiecontroles, het duo heeft er tientallen. Bermijo wil er nog eentje kwijt: “Een agent zei me bij zo'n gelegenheid ooit dat we nog zouden eindigen als het standbeeld van Anneessens. We begrepen niet wat hij bedoelde, maar ik ben toen eens aandachtig gaan kijken: de man is geboeid.”
Mogelijk kende de agent ook het vervolg van het verhaal. Frans Anneessens werd terechtgesteld op de Grote Markt. Ook als het jeugdhuis later opgedoekt wordt, blijft père Filip aan de kant van de zwakken staan. Hij wordt later gevangenisaalmoezenier. Het lijkt zijn manier om de jongeren ook na hun jeugd te volgen.
Het drugstijdperk van toen ligt ondertussen al enkele decennia achter ons. De voorbije jaren zagen Bermijo en Ali de Anneessenswijk vooral opleven. “En duurder worden,” zegt Ali. “Dit wordt nog de chicste wijk van de stad.” Toch zien ze sinds kort de overlast door alcohol weer toenemen. “Je weet wel, Cara Pils en zo, lang niet zo erg als de drugs van toen, maar toch.”
“Père Filip kon toch schone foto’s maken. Of misschien waren wij gewoon zo fotogeniek”
De jaren 1970 en 1980 mogen dan ruw geweest zijn, het duo herinnert zich ook een wijk waar de bewoners opener stonden tegenover elkaar. “Er waren veel jongeren van Marokkaanse origine in het jeugdhuis, maar ook Spanjaarden, Belgen en noem maar op,” vertelt Ali. “We waren juist op zoek naar nieuwe horizonten, terwijl mensen vandaag veel meer in hun eigen gemeenschap blijven. Hoe dat komt, weet ik niet, maar jammer is het wel.”
Boekvoorstelling Filip-Anneessens: 4 maart, Forum LDC, Muggenstraat 5, 13 tot 17 uur. Interesse in het boek? vincen@recyclart.be
Lees meer over: Brussel-Stad , Expo , Samenleving , Anneessensplein , père filip
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.