Een op de drie cultuurwerkers moet aan zijn spaarcenten zitten om de kosten te betalen, zo blijkt uit een rondvraag van het Gents Kunstenoverleg waarover De Morgen dinsdag bericht. De federale regering beseft de ernst van de situatie en bekijkt nu hoe het kunstenaarsstatuut hervormd kan worden.
Armoede slaat nu ook toe in cultuursector
Door de coronacrisis valt bijna een vijfde van de 232 deelnemers aan de enquête terug op een inkomen tussen de 500 en de 1.000 euro per maand. Iets minder dan een tiende haalt maandelijks zelfs geen 500 euro meer. Meer dan een derde (34,6 procent) moet zijn spaarcenten aanspreken om de kosten te betalen. Een op de vijf cultuurwerkers vreest het niet lang meer te zullen volhouden, 16 procent ziet de situatie "heel somber" in.
"De cijfers bevestigen de verhalen die we de voorbije maanden te horen kregen", zegt muzikant Frederik Sioen, die coördinator is van het Kunstenoverleg. "Omdat veel artiesten sowieso al tegen de armoedegrens aan zaten, konden ze niet eens een spaarpot aanleggen. Hoe langer deze situatie duurt, hoe moeilijker het wordt."
De federale regering heeft alvast plannen om het kunstenaarsstatuut te hervormen. "We zien dat het statuut aan een update toe is", klinkt het op het kabinet van Frank Vandenbroucke (Vooruit), minister van Sociale Zaken. "De ambitie de komende maanden is om de precaire situatie van cultuurwerkers onder de loep te nemen om zo tot een betere bescherming te komen."
Lees meer over: Brussel , Cultuurnieuws , cultuursector , Cultuur