Brusselaar spendeert opnieuw meer budget aan cultuur, vrije tijd en horeca

Na coronajaar 2020 heeft de Brusselaar in 2022 een inhaalbeweging op het vlak van cultuur, vrije tijd en horeca gemaakt. Dat blijkt dinsdag uit het Belgisch huishoudbudgetonderzoek van Statbel.

In 2020 lagen de culture sector en de horeca door de coronamaatregelen op apegapen. Daardoor daalde hun aandeel in het huishoudbudget van de Belgen ook fors: respectievelijk van 7,2 procent in 2018 naar 6,3 procent en van 6,6 procent in 2018 naar 4,3 procent. In 2022 heeft de Belg echter een inhaalbeweging gemaakt en zijn budget voor cultuur, reizen en horeca flink opgeschroefd.

Zo was cultuur en vrije tijd goed voor 7,7 procent (+0,5 procentpunten) van het totale budget. Het gaat om de eerste stijging sinds 2012. Brussel speelt bij die stijging een belangrijke rol want proportioneel besteden de Brusselse huishoudens meer van hun budget - 8,7 procent - aan culturele en vrijetijdsactiviteiten.

De Belgische stijging in de uitgaven aan cultuur en vrije tijd is vooral toe te schrijven aan sport, de recreatieve sector en de culturele sector (+25,3 procent ten opzichte van 2018) en reizen (+28,8 procent ten opzichte van 2018). Voor horeca reserveerde de Belg vorig jaar 7 procent van zijn budget, goed voor een stijging met gemiddeld 500 euro op vier jaar tijd. In Brussel ging het zelfs om 7,5 procent, een forse stijging tegenover de 4,7 procent in 2020.

Minder budget naar transport

Opvallend is ook dat het budget dat aan transport werd besteed tussen 2018 en 2022 is gedaald van 11,4 procent naar 10,8 procent. Dit ondanks een stijging van de benzineprijzen.

De Brusselse huishoudens besteedden in 2022 gemiddeld 39.638 euro. In 2018 was dat nog 33.356 euro.