Kunstensector vraagt snelle en efficiënte steunmaatregelen door inflatie

Stijgende energieprijzen, stijgende lonen en duurdere bouwkosten. Zoals de hele samenleving voelt de kunstensector de verregaande gevolgen van de inflatie. Belangenbehartiger Overleg Kunstenorganisaties (oKo) trekt aan de alarmbel bij de diverse overheden (lokaal, gewestelijk, federaal en Europees). Om erger te voorkomen en onze maatschappelijke cultuuropdracht te vrijwaren, is nu onmiddellijk actie nodig, klonk het vrijdag in een persbericht.

De kunstensector kampt nog steeds met de terugval van eigen inkomsten: één van de systemische gevolgen van de coronacrisis. Om verlies aan tewerkstelling, faillissementen, inperking van werkingen, gedeeltelijke of tijdelijke sluitingen te voorkomen en de cultuuropdracht te vrijwaren, is onmiddellijk actie nodig, aldus oKo, de netwerkorganisatie en werkgeversfederatie van meer dan 240 professionele kunstenorganisaties in Vlaanderen en Brussel.

Oko pleit voor rechtstreekse steunmaatregelen, onder meer een extra inflatiecorrectie op subsidies in 2022 en 2023. "Ga vanaf nu voor een volledige indexering van alle subsidies (fondsen en decreten): infrastructuur, verbouwingen, werkingen en projecten (Europees, federaal, Vlaams, Brussel, lokaal)", vraagt oKo.

Als er rechtstreekse steun komt voor bedrijven in moeilijkheden, moet die ook toegankelijk zijn voor cultuurorganisaties (vzw's, stichtingen, enz.). Oko vraagt verder "groothardig en in versneld tempo" te investeren in de energietransitie en in energiebesparende maatregelen in de cultuursector.

Wat de tewerkstelling betreft, stelt oKo voor om de huidige aanpassingen en bijkomende versoepelingen inzake economische werkloosheid van werknemers te verlengen; voor zelfstandigen de voorstellen inzake het overbruggingsrecht uit te voeren en een voorspoedige uitrol van de hervorming van de sociale zekerheidsregels voor kunstwerkers.