BRUZZ tipt toeristische plekken in eigen stad: restaurant Le Cirio

In de reeks 'Toerist in eigen stad' delen BRUZZ-redacteurs hun geheime liefde voor onze bekendste toeristische trekpleisters. Deze week is dat restaurant Le Cirio. Dat is echt de moeite van het bezoeken waard volgens radiopresentatrice Freya. "Je gaat hier even terug naar de 19e eeuw."

Waarom moet iedereen volgens jou restaurant Le Cirio bezoeken?

"Deze plek is echt heel Brussels. Het mooie aan Le Cirio is dat er zowel oudere mensen komen die even willen vluchten van de snelheid van de 21e eeuw, als jonge mensen die willen ervaren hoe het verleden was. Het restaurant stamt uit de 19e eeuw, het hele interieur is gerenoveerd en beschermd. De obers dragen een wit hemd met zwarte gilet, ze zijn nooit familiair, maar wel correct en beleefd. Dat past heel goed in dat plaatje. Bij de toiletten – die ‘de koer’ worden genoemd op een bordje, hangt nog een parfumhouder waar vrouwen zich vroeger konden opfrissen. Met een beetje fantasie kun je je voorstellen hoe het er hier vroeger aan toe ging.

Ik eet normaal gesproken geen vlees, maar neem toch altijd de vol-au-vent in Le Cirio, dat past goed in het kader. Om dezelfde reden drink ik daar geen bier maar half-en-half, een drankje dat bestaat uit half witte wijn en half champagne. Het schijnt dat half-en-half is uitgevonden in Le Cirio in tijden van schaarste van champagne en andere soorten schuimwijn. Beurshandelaars zouden het ook gedronken hebben na een slechte dag op de tegenovergelegen Beurs."

Wat is je beste herinnering daar?

"Ik ga daar graag met vrienden eten, er heerst een ongedwongen sfeer. De eerste keer dat ik er was, was tijdens mijn verjaardag met collega’s. Het is best overweldigend in het begin, er is zoveel te zien. Het restaurant is ook een decor geweest voor een aantal films, zoals 'La bande à Bonnot' met Jacques Brel, die er klant was. Mede dankzij die referenties zie ik elke keer als ik er kom iets nieuws."

Wat is er nog meer te doen in de buurt?

"Voor wie van Le Cirio houdt, kan ik zeker café Le Coq aanraden, ook een echt Brusselse plek waar jong en oud graag komen. Zelf kom ik al zo’n vijftien jaar in Le Coq, het is een thuishaven voor zowel toeristen als vaste klanten. Als ik in het centrum moet zijn en tijd over heb, ga ik er de papieren krant lezen aan de toog met een bloody mary, die eigenlijk niet op de kaart staat. Er staan wel veel bieren op de kaart, van heel wat interessante nieuwe brouwerijen.

Ook de nabijgelegen Fontainasbuurt is een aanrader. Voor de kunst- en architectuurliefhebbers is de Onze-Lieve-Vrouw Van Goede Bijstand nog een tip. Daar zijn regelmatig tentoonstellingen en ook het gebouw zelf is de moeite waard. Barok ten top! En je kunt er even aan de drukte van de stad ontsnappen."