Zag je ooit al een tomatenplant in Brussel, aan Rogier dan nog wel? Of een aardbeienplantje aan Botanique? Elke week stippelt Forest to Plate een nieuwe plantenwandeling uit in eigen stad. Wij volgden de (on)kruidroute van deze week en spraken met Ben Brumagne, de bezieler van het initiatief.
Plantenwandeling in eigen stad: tomaten, aardbeien en kamille tussen de straatstenen
Lees ook: Manuel Schmitz wandelt door alle Brusselse straten: 'Geen Disneyland, maar dat geeft niet'
Het regent, maar we laten het niet aan ons hart komen: de natuur kan het water gebruiken. Met een vrolijke, gele paraplu vol blauwe en witte bloemetjes vertrekken we op kruidentocht. Het eerste plantje dat we tegenkomen is kamille, midden op het Rogierplein. In de buurt kan je ongetwijfeld in verschillende cafeetjes een warme kamillethee bestellen, maar wie heeft in de gaten dat de ingrediënten van dat kopje thee ook gewoon tussen de stoepstenen groeien?
Verderop staat een tomatenplant. “Als je die niet zou uittrekken, zouden daar effectief tomaten aan groeien,” vertelt Ben Brumagne van Forest to Plate. Met de BXL-Staycation plantenwandelingen wil hij de Brusselaars tonen dat het ‘onkruid’ in de stad eigenlijk helemaal geen onkruid is. “Vaak zijn het lokale, inheemse planten. Voor veel mensen zijn die misschien minder mooi, maar ze zijn heel interessant vanuit een ecologisch standpunt: ze maken de stad een beetje wilder en dat is goed voor de bijen en de vlinders.”
Blijkbaar vinden mensen het gek als je in de regen op je hurken gaat zitten om een plantje dat uit de straatstenen groeit beter te bestuderen.
In de Kruidtuin zien we even door het kruid de kruiden niet meer: dit is de plaats waar je allerlei soorten bijzondere planten en kruiden verwacht, maar dat maakt het ook moeilijk om de precieze planten uit rondleiding van Forest to Plate te vinden. We wandelen voorbij tuinwolfskers, klimop, wilde geraniums en varens. De rode zonnehoed vinden we niet terug, misschien waste de regen de krijtaanduiding al weg? Tegen de muur van de Botanique groeit 'stijf ijzerhard': nog nooit van gehoord, maar de kleine paarse bloemetjes aan het uiteinde van de lange groene stengels zijn prachtig.
In de regen op je hurken
Dat het onderscheid tussen kruid en onkruid artificieel is, begrijpen we pas echt wanneer we de Kruidtuin opnieuw verlaten. Terwijl we door de straten in de buurt van Brussel-Noord wandelen, komen we het ene na het andere bijzondere kruid tegen. Klaverzuring, lavendel, muursla, melkdistel, ze passeren allemaal de revue. Het maakt geen deel uit van de uitgestippelde tocht en we weten niet of we het in normale omstandigheden zouden opmerken, maar er groeit een gigantische plant met bladeren zo groot als verkeersborden uit de kelder van een schijnbaar verlaten pand in de Koningstraat.
Terwijl we iets verderop een bosaardbeienplantje van dichterbij bekijken, komt een oude man naar ons toe. "Kan ik jullie helpen?" vraagt hij. Blijkbaar vinden mensen het gek als je in de regen op je hurken gaat zitten om een plantje dat uit de straatstenen groeit beter te bestuderen. "Hier groeien wilde aardbeien," vertellen we hem enthousiast. De man lacht en gelooft ons niet. We tonen hem de route die we volgen via onze smartphone en de beschrijving van de aardbeienplant. "Fantastisch," beaamt hij, gerustgesteld dat we ons verstand dan toch niet verloren hebben.
Minder vuil op de grond
“Klaverzuring! Klaverzuring!” kirren we even later, wanneer we plots beseffen dat we een kruid dat we eerder al tegenkwamen, herkennen en kunnen benoemen zonder de Forest to Plate-website ook maar te moeten openen. Het kruid groeit samen met ander groen aan de voet van een boom die de gemeente in de Godfried van Bouillonstraat plantte.
We storen ons aan een leeg flesje vodka, een halfvolle smoothiebeker, sigarettenpeuken en plastieken verpakkingen die het tafereel ontsieren. We herinneren ons dat Brumagne hoopte dat de wandelroutes op dat vlak voor een nieuwe mindset zouden zorgen: "Als mensen hun lokale omgeving beter leren kennen, gaan ze die ook meer respecteren en zullen ze minder snel vuil op de grond gooien."
"Als je planten pas in de herfst uittrekt, heb je een heel seizoen lang de geuren, de kleuren, en de voordelen van groen in de stad,"
Brandnetelpapier
Aan kennis ontbreekt het volgens Brumagne immers nog regelmatig en onbekend is nog al te vaak onbemind. "Brandnetels zijn daar een goed voorbeeld van: mensen trekken ze uit en vinden ze verschrikkelijk, maar als ze zouden weten wat ze er allemaal mee zouden kunnen doen, dan zouden ze brandnetels misschien minder als ‘onkruid’ beschouwen." Wie dikke, oude brandnetels plukt, kan daar bijvoorbeeld relatief gemakkelijk papier mee maken. Soep is natuurlijk ook altijd een optie. "Vroeger maakten mensen er zelfs kledij mee," vertelt Brumagne.
Op weg naar huis zie we de stad, maar we zien nu ook de natuur: tussen elke tegel, elke trede, elke gevel groeit wel een grasje of plantje. "Als we allemaal zouden stoppen met onkruid uittrekken, is de stad binnen vijftien jaar opnieuw bos. Dat kunnen we niet doen natuurlijk,” lacht Brumagne. “Het zou wel leuk zijn om van mei tot augustus geen onkruid te wieden en pas in de herfst alles uit te trekken. Dan heb je een heel seizoen lang de geuren, de kleuren, en de voordelen van groen in de stad," besluit Brumagne.
Lees meer over: Brussel-Stad , Events & Festivals , stadswandeling , Botanique , kruiden , Forest to Plate
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.