Opinie: 'Het Fin de Siècle-museum komt in Schaarbeek'
In de toeristische gids (editie 2018) klinkt het verder: "Dit Fin de Siècle-museum is gewijd aan de kunststromingen die Brussel kenmerkten op het hoogtepunt van de burgerlijke cultuur en levensstijl (L'Essor, Les XX, La Libre Esthétique, de symbolisten, art nouveau en art deco...). De museumshop en het terras van het museumrestaurant kijken uit op een kruispunt van grote prestigieuze lanen uit die periode. De toren van het museum, toegankelijk voor de bezoekers, biedt een adembenemend uitzicht over de stad."
Het New Yorkse gidsje laat er geen twijfel over bestaan: Schaarbeek krijgt zijn museum. Geen klein gemeentelijk museum. Wel een heuse afdeling van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. Het is een kwestie van trots en erkenning voor de gemeente. Ook Schaarbeek heeft recht op zijn aandeel in de internationale uitstraling van de hoofdstad.
Guggenheimsyndroom
De Koninklijke Musea kozen er afgelopen jaar voor om het Fin de Siècle-museum aan het Koningsplein te vestigen, binnen de huidige musea. Een Belgische, geen Brusselse keuze! Een museumtechnische keuze, geen stedelijke. Een praktische keuze, geen inhoudelijke. Een gemiste kans, voor herziening vatbaar.
Een locatie in Sint-Joost, Sint-Gillis, Elsene of Schaarbeek - de negentiende-eeuwse burgerlijke voorsteden - zou logischer geweest zijn. Schaarbeek zou dit, met zijn 130.000 inwoners, moeten opeisen. Dit lijkt misschien een zoveelste oprisping van het Bilbao/Guggenheimsyndroom. Elke stad met ambitie voelt zich verplicht haar museumproject te hebben (dat symbool staat voor de symbiose tussen moderniteit, creativiteit, vooruitgang en ambitie). Het succes van Bilbao kristalliseert zich inderdaad rond dit idee. Maar er is meer.
Brussel en de voorsteden
Omstreeks 1900 kende Brussel een rijkdom aan artistieke stromingen, voornamelijk in de groeiende voorsteden: L'Essor, Les XX, La Libre Esthétique, Le Centre Artistique et Littéraire de Bruxelles, L'Art Libre, La Société des Beaux-Arts. Al deze, zowel burgerlijk conservatieve als avant-gardistische, stromingen hebben iets gemeen. Ze vatten treffend de tijdgeest en levensstijl van het uitdijende Brussel. De kelders van onze musea puilen uit van de unieke stukken zoals de collectie-Gillion-Crowet.
Gelegenheidstentoonstellingen gewijd aan artiesten als Alfred Stevens of Fernand Khnopff, verdienen eigenlijk een blijvende plaats. Er is ook het werk van vandaag minder bekende artiesten.
Waarom Schaarbeek?
Er is een link tussen dit museum en Schaarbeek. Inhoudelijk dan. Onze gemeente belichaamt meer dan welke gemeente dan ook dit bijzondere tijdperk van stedelijke expansie. De gemeente heeft indertijd onderdak geboden aan heel wat van deze artiesten. Ondanks alle troeven (het verleden, de grote negentiende-eeuwse lanen en bijzondere architectuur, het Josaphatpark...) laten de toeristen onze gemeente links liggen. Schaarbeek, de tweede grootste gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in inwoneraantal, geniet vandaag amper mee van de internationale uitstraling. Door een associatie te maken tussen Schaarbeek en dit museum verhogen we het aanzien van onze gemeente.
De kerk op Helmet waar we dit Fin de Siècle-museum willen onderbrengen, is op zoek naar een nieuwe bestemming. Op Helmet kan het museum genieten van de uitbreiding van de metro naar Schaarbeek en Evere. Het museum zal bezoekers lokken naar een andere buitenwijk dan de Europese wijk. Het museum, de museumshop en het café-restaurant onder de bomen in het groen op de Rigasquare, met zicht op een van de mooiste lanen, kan de wijk nieuw leven inblazen. Door de toren van de kerk open te stellen voor het publiek creëren we een bijkomende attractie voor toeristen die komen flaneren in Schaarbeek: a museum with a view.
De gemeente zelf kan er haar voordeel mee doen door promotie te voeren voor de architectuur op de grote Schaarbeekse lanen (Huart-Hamoir, Demolder, Lambermont, Louis Bertrand, Deschanel...), voor het bij het grote publiek onbekende gemeentehuis, en door het prestigieuze Josaphatpark in de kijker te plaatsen.
De Koninklijke Musea kozen echter voor een inbreiding aan het Koningsplein. Hopelijk is dat een overgangskeuze. Vanuit een stedelijke logica willen we dit museum in Schaarbeek. Het is een kans om Schaarbeek beter te integreren in de grootstedelijke en kosmopolitische dynamiek. Om het zonder tierlantijntjes te zeggen: ook wij willen ons deel van de taart! Onze gemeente neemt ten volle haar verantwoordelijkheid in de internationalisering van de stad, we willen dan ook kunnen delen in het prestige ervan.
Zoals we het ook in de bovenvermelde Amerikaanse gids konden lezen: "Het museum ligt in een van de tot voor kort weinig bekende Brusselse deelgemeenten, bijzonder rijk aan negentiende-eeuwse architectuur. Een bezoek aan het museum en de wijk biedt ook de kans om in een negentiende-eeuwse omgeving restaurants, cafés, theehuizen, winkels uit de vier windstreken te ontdekken. En dit in een gemeente die bekendstaat om haar multiculturele cachet, zo karakteristiek voor deze kosmopolitische eenentwintigste-eeuwse stad."
Georges Verzin, schepen van Cultuur (MR), en Quentin van den Hove, voorzitter Open VLD Schaarbeek
Lees meer over: Schaarbeek , Expo , Opinie , Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.