Smalltalk

Actrice Lucie Debay: ‘We hebben magische momenten beleefd tijdens de shoot in Congo’

Andy Furniere
24/05/2023

We konden actrice Lucie Debay nog snel strikken voor een Smalltalk in het Wiels’ Café, net voor ze naar het filmfestival van Cannes vertrok. Daar is de Brusselse in liefst twee films te bewonderen: Augure van multitalent Baloji en Le syndrome des amours passées van het Brusselse regisseursduo Ann Sirot en Raphaël Balboni.

We ontmoeten Lucie Debay in het Wiels’ Café, de cafetaria van het kunstencentrum in Vorst, enkele dagen voor ze naar Cannes vertrekt. Het is de tweede keer dat ze de rode loper van het filmfestival betreedt. In 2018 was ze er al eens met Nos batailles van regisseur Guillaume Senez. “Dit keer voelt het toch heel anders,” zegt ze. “Toen had ik enkel een bijrol, terwijl ik nu een hoofdrol speel in twee films. Het wordt intens, want er komt toch heel wat druk bij kijken, maar ik ben nu beter voorbereid. In het verleden voelde ik me wat op mijn ongemak in dergelijke situaties, maar nu kijk ik er vooral naar uit om plezier te maken met de crews waar ik zo lang mee heb gewerkt. Het wordt bijzonder om het festival samen te beleven.”

De regisseurs van Le syndrome des amours passées, het Brusselse duo Ann Sirot en Raphaël Balboni, kent ze al een hele tijd. Ze maakten samen ook al het donkerkomische pareltje Une vie démente, over een koppel dat zijn kinderwens gedwarsboomd ziet door dementie bij de moeder van de mannelijke helft van het paar. Ook in hun nieuwe film worstelt een koppel met het vervullen van het verlangen naar nageslacht, dit keer door het zogenaamde ‘vroegereliefdessyndroom’. De oplossing ligt voor de hand: om te genezen moeten ze nog één keer met al hun exen naar bed.

Het is eveneens reikhalzend uitkijken naar Augure, het langspeelfilmdebuut van de Belgisch-Congolese Gentenaar Baloji. Die eiste eerst de schijnwerpers op als rapper, eerst als deel van de Luikse rapgroep Starflam en later ook solo, maar hij stort zich steeds meer op cinema. Zo speelde hij samen met zijn dochter in de jeugdfilm Binti en maakte hij eerder al kortfilms, waarbij zijn ultragestileerde aanpak meteen de aandacht trok. Augure gaat in Cannes in première in Un Certain Regard, het competitieluik voor gedurfde films en veelbelovende filmmakers. In de ensemblefilm, geschoten in Congo, worden verschillende personages als tovenaar of heks beschouwd in een Afrikaans land. Ook Debay zelf is uitermate benieuwd naar het resultaat. “Ik zal hem op Cannes ook voor de eerste keer zien.”

De verwachtingen rond Augure zijn hooggespannen, gezien de visuele spektakelwaarde van Baloji’s muziekclips en kortfilms, zoals Zombies. Je hebt de finale versie nog niet gezien, maar je kan ons natuurlijk wel een goed idee geven van wat jullie op het scherm zullen toveren.
Lucie Debay:
Het wordt iets helemaal anders dan wat je normaal in de cinema te zien krijgt, dat staat vast. Baloji is een regisseur die werkelijk zijn eigen universum creëert, met beelden die in je geheugen gegrift worden en een verhaal met verschillende lagen. Hij drukt zijn stempel op alle aspecten, heeft oog voor de kleinste details rond onder meer het decor, de kostuums en de muziek. Ik mag nog niet te veel prijsgeven, maar hij houdt er ook van om artiesten uit verschillende kunstdisciplines samen te brengen. Op een bepaald moment werd er ook een spectaculaire stoet gevormd. De film gaat over tovenarij, maar we hebben ook echt magische momenten beleefd tijdens de shoot in Congo. De samenwerking met de Congolese acteurs droeg daar in grote mate toe bij. Zij hadden vaak een andere manier van spelen, wat verfrissend was. Ik was onder de indruk van alles wat er gebeurde, wat ook perfect paste bij mijn rol in de film.

1846 Lucie Debay 1

Je hebt een deel van je jeugd doorgebracht in Afrika, in het West-Afrikaanse Togo. Had dat enige invloed op je ervaring in Congo?
Debay:
Het ene Afrikaanse land is uiteraard het andere niet, Togo en Congo zijn heel verschillend. Ik was ook nog heel jong, vijf à zes jaar, toen ik er zo’n twee jaar verbleef met mijn vader, die voor Artsen Zonder Grenzen werkte. Maar het verblijf in Congo bracht wel herinneringen naar boven aan mijn tijd in Togo. Ik herinnerde me plots weer levendig hoe ik daar leerde zwemmen, bijvoorbeeld.

We zijn ook heel benieuwd naar Le syndrome des amours passées in de selectie van de Semaine de la Critique. Het is de tweede film van Ann Sirot en Raphaël Balboni waarin je een hoofdrol vertolkt. Het klikt blijkbaar?
Debay:
Ann en Raphaël hebben een manier van werken waarbij je als acteur heel veel input hebt. We hebben ongeveer zes weken gedraaid in Anderlecht, maar al anderhalf jaar eerder waren we het concept aan het uitwerken. We improviseerden dan samen, bouwden geleidelijk aan het verhaal en de personages, waardoor alles tijdens de werkelijke opnames heel natuurlijk verliep. Tijdens het spelen van de scènes wisten we waar we naartoe moesten, maar de daadwerkelijke invulling gebeurde ook door improvisatie. Eén bepaalde improvisatie duurde tien minuten en daar hebben we uiteindelijk, bij de montage, één moment van stilte van behouden. Maar de betekenis van die stilte zat zo wel helemaal goed. (Lacht)

Mijn moeder is een boeddhistische non. Daardoor ging ik als kind iedere zomer op zenkamp. Tijdens die kampen waren er bepaalde festiviteiten met kleine shows, sketches enzovoort. Daar heb ik als kind vaak opgetreden, voor een publiek van boeddhistische monniken

Lucie Debay

Je hebt best wel wat ervaring met improviseren. Ook bij het maken van Nos batailles speelde dat een grote rol, als ik het goed heb?
Debay:
Absoluut, al was de aanpak van Guillaume Senez wel anders dan die van Ann en Raphaël. Hij had eerst zelf een gedetailleerd script geschreven, er was geen voorafgaande lange voorbereiding. Het klopt wel dat ik al dikwijls met cineasten heb gewerkt die houden van improviseren. Ook bij Claude Schmitz, met wie ik enkele jaren geleden Lucie perd son cheval maakte, was dat het geval. Straks gaat iedereen nog denken dat ik geen teksten kan onthouden. (Lacht uitbundig) Ik heb nu eenmaal geen geheugen! Nee, serieus, ik denk dat het ook aantoont hoe het ene project tot het andereleidt en hoe belangrijk het dus is om keuzes te maken in je carrière.

Bij alle rollen die we al vermeld hebben, behalve die in Augure voor zover ik weet, speelt het thema ‘ouderschap’ een cruciale rol. Ook in je doorbraakfilm Melody uit 2014 is dat het geval.
Debay:
Ik heb me zelf ook al eens afgevraagd hoe dat precies zit. Het is niet zo dat ik dat opzoek. De rol van moeder is er natuurlijk één die je als vrouwelijke actrice vaak toegeschoven krijgt. Maar het is wel zo dat de invalshoeken heel erg verschillend zijn. Melody gaat bijvoorbeeld over draagmoederschap, een thema dat heel veel vragen oproept. In Le syndrome des amours passées stellen we onder meer heteronormativiteit (de aanname dat heteroseksualiteit de standaard is van de mens, red.) ter discussie.

In Lucie perd son cheval speel je zowaar jezelf, als moeder en als kind en kleinkind?
Debay:
(Knikt) Samen met mijn echte dochter, moeder en grootmoeder. De film begint als een documentaire over onze familie, maar dan hijs ik me als actrice in een ridderharnas en op een paard, waarna de grenzen tussen realiteit en fictie vervagen. In de film hebben ook mijn moeder en grootmoeder trouwens een verleden als ridder. Samen vormen we een ridderdynastie. (Lacht)

Hoe was het om met je eigen dochter te spelen?
Debay:
Mijn dochter is nu zes, maar toen was ze pas 2,5 jaar oud. Omdat ze is opgegroeid met de filmwereld, voelde het voor haar heel natuurlijk aan om op een set te staan. Dat maakt totaal geen indruk op haar. Ze kent de regisseur, Claude Schmitz (ook aanwezig in Cannes met L’autre Laurens, red.), ook heel goed. Hij is een goede vriend. Ondertussen heeft ze nog eens in een film meegespeeld, maar ze heeft ook al laten verstaan dat ze het niet te veel wil doen.

Hoe zat dat bij jou, wilde je van jongs af aan actrice worden?
Debay:
Nee, dat is pas later gegroeid. Ik was in mijn jeugd meer bezig met sport. Zo heb ik tot mijn zestiende op hoog niveau basketbal gespeeld. Dat fysieke helpt me wel bij het acteren, ook mentaal houdt het je scherp. En ook het spelen als ploeg was een nuttige voorbereiding. Nu houd ik er vooral van om te dansen. Brussel is daar ook een ideale stad voor. Zo heb ik al eens stage gevolgd bij Rosas (het dansgezelschap vanchoreografe en danseres Anne Teresa De Keersmaeker, red.) en dans ik soms onder meer bij de Brusselse afdeling van Charleroi Danse.

1846 Lucie Debay 2

Dus je was geen kind dat dikwijls op een podium klom?
Debay:
(Aarzelt) Daar heb ik wel een verhaal over.

Vertel.
Debay:
Mijn moeder is een boeddhistische non. Daardoor ging ik als kind iedere zomer op zenkamp. Tijdens die kampen waren er bepaalde festiviteiten met kleine shows, sketches enzovoort. Daar heb ik als kind vaak opgetreden, voor een publiek van boeddhistische monniken dus. (Lacht)

Bijzondere start! Als afsluiter nog even vragen of er geen vervolg zit aan te komen van King of the Belgians en The barefoot emperor, waarin je de pr-verantwoordelijke speelt van Peter Van den Begin als Belgische koning?
Debay:
Ik heb het daar al over gehad met Peter en Titus (De Voogdt, red.), maar ik moet je teleurstellen, voorlopig heb ik geen zicht op de creatie van een derde deel. Maar wie weet wat de toekomst brengt!

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni