De BBC draaide Les misérables aan de Begijnhofkerk, filmsterren Adam Driver en Marion Cotillard een musical in het Warandepark, en Brusselse tv-reeksen schieten eindelijk uit de grond. De voorbije vijf jaar vond Brussel zichzelf als filmstad opnieuw uit. Dat was broodnodig en, zoals zo vaak, ook een verhaal van centen.
Een blik achter de schermen van de opnames van 'Grond', de tv-serie die Adil El Arbi en Bilall Fallah draaiden in Molenbeek.
"Brussel is een heel filmische stad. Je vindt hier alles en de niveauverschillen zijn visueel interessant. Ik draai hier heel graag.” Eurydice Gysel is executive producer van Czar. Het productiehuis aan de Koolmijnenkaai in Molenbeek maakt naast langspeelfilms als Un ange, Waste land en 22 Mei ook kortfilms en reclameclips en werkte met de BBC aan prestigeseries als The missing en Les misérables. Die Victor Hugo-adaptatie speelt zich uiteraard af in het Parijs van de vroege negentiende eeuw, maar hoofdrolspelers Dominic West, bekend van The wire en The affair, en David Oyelowo, die Martin Luther King speelde in het Oscar-genomineerde Selma, zakten voor de opnames af naar de Begijnhofkerk en onze parken.
“Brussel leent zich perfect voor het oude Parijs. Bepaalde straten geven je het gevoel van Parijs, de reden waarom de Fransen hier zo vaak commercials komen draaien. En we hebben hier, bijvoorbeeld in de antiekzaken aan de Zavel, interieurs die perfect zijn voor een historische reeks,” zegt Gysel. “De BBC was, net als na de twee seizoenen van The missing, zeer tevreden over de logistiek. De Britten vinden het ook leuk dat ze met de Eurostar perfect voor het weekend even naar huis kunnen. Ook over de hotels, de gastronomie en het uitgaansleven waren ze zeer te spreken. Comfort is nog een factor. Zit maar eens honderd draaidagen vast in een Oost-Europese regio waar het leven veel minder aangenaam is.”
Les misérables is lang niet de enige internationale productie die in Brussel neerstreek. Café Excelsior in Jette kreeg acteurs Matthias Schoenaerts en Colin Firth over de vloer voor een scène in Kursk, een drama van Thomas Vinterberg over de ramp met de Russische onderzeeër. Star Wars-acteur Adam Driver en de Franse Oscar-winnares Marion Cotillard brusselden in het najaar van 2019 voor Annette, een nog uit te komen musical van de onnavolgbare Leos Carax, die dit jaar het filmfestival van Cannes zal openen.
Vruchtbare 'grond'
Tot vreugde van regisseur Mathieu Mortelmans ontdekten ook Belgische fictieprojecten (eindelijk) de hoofdstad. Hij blikte verschillende afleveringen in van Unité 42, de populaire serie over een Brusselse politiecel die cybercriminaliteit bestrijdt. “Is het niet ongelofelijk dat Unité 42 een van de eerste politiereeksen is die zich in Brussel afspeelt? En dat voor zo'n klassiek genre.” Vorige zomer regisseerde Mortelmans samen met het Bad boys for life-duo Adil El Arbi en Bilall Fallah Grond, het verhaal van gasten uit Molenbeek die heilige grond uit Marokko willen importeren zodat moslims hier kunnen worden begraven. Play4 zendt die door Netflix opgepikte serie dit najaar uit.
“Dat wij alle drie met Brussel vertrouwd zijn is een meerwaarde tegenover Vlaamse regisseurs. Grond gaat specifiek over gasten uit Molenbeek die een zot idee uitwerken. Een regisseur die Molenbeek amper kent, is in het nadeel,” zegt Mortelmans. “Antwerpen was lang de filmhoofdstad van Vlaanderen, maar ik heb het gevoel dat Brussel zich op de kaart aan het zetten is. Vroeger werd er gezucht als je in Brussel wou draaien, maar dat is gelukkig aan het verdwijnen.”
Grond werd voor het grootste deel in Molenbeek opgenomen. “Veel bekende plekken of monumenten zijn daar niet, en toch bleek het een cinematografisch zeer interessante gemeente.” Volgens Mortelmans moet je voor postkaartjes niet in Brussel zijn. “Dit is geen stad van grote, mooie wijken in dezelfde stijl. Maar het bruist hier van de unieke locaties. Zoek in functie van je verhaal en je botst op verborgen parels en verrassingen. En omdat er nog altijd veel leegstand is, vind je ook nog makkelijk panden waar je wekenlang ongestoord kan filmen.”
Achterstand ingehaald
Lege panden, een leger bekwame filmprofessionals, een waaier aan decors, een uitstekende geografische ligging en die door de BBC geliefde restaurants zijn troeven van Brussel als filmstad, maar niet de reden van de heropleving van de voorbije jaren. Die is prozaïscher.
In 2004 roept de federale regering de taxshelter in het leven. Bedrijven die in Belgische audiovisuele producties investeren, krijgen voortaan grote belastingvoordelen. De fiscale stimulans doet de binnenlandse productie boomen en lokt talrijke internationale filmproducties naar België. Een zegen voor de sector. Maar drie jaar daarvoor heeft het Waals Gewest al Wallimage opgericht, gemodelleerd naar regionale investeringsfondsen in Frankrijk, Duitsland of Scandinavië. Wallimage geeft geld aan filmproducties op voorwaarde dat een veelvoud van de som wordt besteed in Wallonië. De truc werkt. Brusselse bedrijven in de audiovisuele sector hebben plots een concurrentieel nadeel.
In 2012 roept ook de Vlaamse regering zo'n economisch fonds in het leven: Screen Flanders. Het Brussels Gewest schiet in 2010 al in actie om zijn audiovisuele economie te beschermen, maar kiest voor een bizarre constructie waarbij het wel een miljoen euro ter beschikking stelt, maar het beheer en de afhandeling van de dossiers overlaat aan Wallimage. Dossiers moeten in het Frans worden ingediend. Op nadrukkelijke vraag van de sector grijpt het Brussels Gewest in 2016 in. Screen.brussels wordt opgericht en het budget wordt opgetrokken tot 3,1 miljoen euro.
Geen dag te vroeg. “De achterstand was groot,” zegt Noël Magis, managing director van het fonds screen.brussels. “Zo'n economisch steunfonds is haast een verplichting als je een audiovisuele sector wilt. Tussen 2000 en 2015 delokaliseerde een twintigtal bedrijven uit Brussel. De grote spelers hebben het geld om in de drie gewesten een bedrijf te hebben. Visuele-effectenbedrijf Benuts koos voor Diegem, Etterbeek en La Hulpe. Je kan dat ridicuul vinden maar zo is het nu eenmaal. Om dat te veranderen, moet je de staatsstructuur aanpassen.”
“Een stuk vervelender was de situatie voor de vele zelfstandigen. Als Brusselaar kwamen ze niet meer aan de bak omdat de productiehuizen liever Waalse of Vlaamse mensen inhuurden, om in aanmerking te komen voor die economische steun. Screen.brussels heeft het tij kunnen keren. De voorbije vijf jaar zijn er 114 bedrijven bij gekomen in Brussel. Veel eenmansbedrijven, maar toch.”
We stellen vast dat Brussel steeds meer als Brussel wordt gebruikt, en niet als stand-in voor Londen of Parijs
De kwaliteit van een scenario is geen criterium om financiële steun van screen.brussels te krijgen. “We werken met een puntensysteem en het is een wedstrijd: de beste projecten krijgen steun tot de pot op is. Het allerbelangrijkste criterium is het bedrag dat in Brussel wordt uitgegeven, maar Brusselse productiehuizen of films en series waarin Brussel een rol speelt, hebben een streepje voor.”
Het steunfonds is maar een van de vier ondersteuningsdiensten van screen.brussels. De dienst 'cluster' begeleidt bedrijven of personen bij de opstart, groei en uitbreiding. De dienst 'business' reikt groeiende audiovisuele ondernemingen financieringsoplossingen aan. En 'screen.brussels film commission' regelt de vele vergunningen en de logistieke ondersteuning voor filmproducties. “Dat zijn vier heel verschillende, maar aanvullende missies. Het leek ons opportuun om één merk te creëren en onder één vlag te varen. Voor professionals is het te gek dat ze voor parkeerplaatsen en vergunningen hier moeten zijn, voor steun ginder en voor begeleiding nog ergens anders.”
Screen.brussels kreeg van het Gewest in 2020 een extra miljoen euro om de sector door de coronacrisis te loodsen. De helft ging naar producties die door de crisis in de problemen waren geraakt. De andere helft werd gebruikt om méér films, documentaires, animaties, series en webseries te steunen. Het wierp zijn vruchten af. Met 1.065 draaidagen, de som van 290 projecten, werd er in 2020 maar een beetje minder in Brussel gefilmd dan in 2019. “Tussen maart en juni kon er niet worden gedraaid. Maar de organisatorisch sterke sector heeft in het hoogseizoen juni-oktober hard gewerkt.”
Overlast
Filmploegen streken vorig jaar vooral in Brussel-Stad neer. Met 299 draaidagen heeft de stad een enorme voorsprong op nummers twee Elsene (44) en drie Schaarbeek (32). Ganshoren sluit de rij af met amper één draaidag. Populaire filmlocaties zijn de Begijnhofwijk, de art-nouveaupanden, de parken, de Elsense straten die voor Parijs kunnen doorgaan en de huizen met cachet op het Brugmannplein. “Maar we stellen vast dat Brussel steeds meer als Brussel wordt gebruikt, en niet als stand-in voor Londen of Parijs. In trek is ook het Brussel zoals het is: met heel verschillende wijken en heel verschillende populaties,” zegt Noël Magis van screen.brussels. In het buitenland en in de vakbladen promoot screen.brussels het gewest als 'King of coproductions' en 'Queen of locations'. Die promotie is geen luxe. “Brussel heeft de reputatie een administratieve stad te zijn, omdat men ons met de Europese instellingen associeert. We hebben niet de creatieve reputatie van een Berlijn, Londen of Parijs, terwijl we wél heel veel creativiteit en savoir-faire in huis hebben. Daar moeten we aan werken.”
Af en toe krijgt de dienst 'film commission' moeilijke vragen. “Zo vroegen Adil en Bilall of ze het Centraal Station een dag en een nacht konden blokkeren voor een achtervolgingsscène met een auto die het station binnenrijdt en een achtervolging op het spoor. Ook al werkt onze voorzitter op het kabinet van minister van Mobiliteit Georges Gilkinet, dat konden we niet regelen,” lacht Magis.
Vroeger werd er gezucht als je in Brussel wou draaien, maar dat is gelukkig aan het verdwijnen
Voor dit jaar staan er nog mooie projecten op stapel. Adil El Arbi en Bilall Fallah worden in Molenbeek verwacht voor de opnames van de film Rebel. Regisseur en scenarist Wouter Bouvijn draait voor RTBF en VRT aan de VUB, ULB en de rijkswachtkazernes een serie over drie jonge mensen die hun onschuld verliezen tijdens de Bende van Nijvel-jaren. Dominque Deruddere hoopt eindelijk The chapel te kunnen draaien, zijn film over de Koningin Elisabethwedstrijd. Het Brusselse duo Nathalie Basteyns en Kaat Beels wil in de VRT-serie Lost luggage vertellen over inspecteur Samira Laroussa van de luchthavenpolitie, die na de aanslagen op 22 maart op Brussels Airport de achtergelaten bagage moet terugbezorgen.
Dus niet schrikken als u straks een blokje om moet omdat een filmploeg de straat heeft afgezet. Filmproducties zorgen ook voor enige overlast. “We praten daar veel over. We lokken, verwelkomen en financieren filmopnames. Maar tegelijk moeten we erover waken dat ze op lokaal niveau niet voor overlast zorgen. Dat is soms een moeilijk evenwicht,” zegt Magis.
Met een goede communicatie voorkom je volgens regisseur Mathieu Mortelmans veel wrijving. “De hoofdlocatie van Grond bevond zich in de Manchesterstraat in Molenbeek. Die is erg druk en er is een wekelijkse markt. Veel mensen verklaarden ons gek. Maar op een incidentje na is alles heel goed verlopen. We zijn wel op voorhand het gesprek met de buurtbewoners aangegaan. Met briefjes of door aan te bellen. We hebben daar vier maanden gekampeerd. Dat is lang. Maar als de buurt weet wat de bedoeling is, kan je op twee oren slapen.”
Lees meer over: Film , screen.brussels
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.