Het delicate Muidhond laat je door de ogen kijken van een zachtaardige jongeman die zwaar worstelt met pedofiele gevoelens. Regisseuse Patrice Toye: “We moeten een openheid creëren, zodat zulke mensen hulp durven te vragen.”
“Lang geleden dat we elkaar gezien hebben, maar dat ligt aan mij,” lacht Patrice Toye. De ervaren arthouseregisseuse is geen veelfilmer. Muidhond (lees de recensie op pagina 24) volgt op Little black spiders (2012), Nowhere man (2008) en Rosie (1999). “Ik ben niet zo snel. Voor mij werkt dat niet. Ik moet lang kunnen nadenken en goed kijken. Ik ben perfectionistisch en destructief: projecten die ik niet goed vind, kieper ik zelf de prullenmand in.”
Met Muidhond plaatst Toye zichzelf weer op de kaart. Het is een fijngevoelig, delicaat portret van een eenzelvige jongeman die worstelt met zijn gevoelens voor een buurmeisje. Inspiratie vond ze bij de gelijknamige, geprezen debuutroman van de Nederlandse Inge Schilperoord. “Ik hoorde haar in een interview spreken over een kwetsbare jongeman met een goede en een slechte kant die in zichzelf een felle strijd levert. Dat boeide me. Het woord pedofiel viel amper.” Al lezend kwam Toye tot het besef dat ze haar oordeel moest aanpassen. “We leven in een snel beoordelende, moreel snel paniekerige maatschappij. Ik ben daar niet anders in, ik heb twee dochters. Door het boek besefte ik dat ik mijn beeld moest bijstellen. Je zal maar geboren zijn met die geaardheid. Je haat jezelf. Je weet dat je in deze maatschappij niet om hulp moet vragen omdat je onmiddellijk wordt verstoten. Bevind je maar eens onder de huid van die mens. Schilperoord zorgt daar op heel schone manier voor. Ze toont zonder te oordelen. Dat doe ik ook heel graag.”
Ik wil niet overkomen als de 'verdediger van' want dat ben ik niet. Ik keur niets goed, laat ik daar heel duidelijk over zijn.
Demonisering en zwart-witdenken lost niets op. “We zien voornamelijk de uitzonderingen zoals een Jimmy Savile. Maar slechts een kleine laag gaat over tot daden. Toch wordt iedereen over dezelfde kam geschoren. Ook zij die niet tot daden overgaan, worden gedemoniseerd en gestigmatiseerd. Durf maar eens om hulp te vragen als je het etiket van grootst mogelijke slechterik opgekleefd krijgt.” Pedofilie negeren is evenmin verstandig. “Ze zullen er altijd zijn. Het gaat over redelijk grote aantallen. We moeten een openheid creëren zodat ze hulp durven te vragen. Mensen met die gevoeligheid wacht een eeuwige strijd, maar er zijn tools die het voor hen iets gemakkelijker kunnen maken. Je kan hen begeleiden. Niets doen, er vooral niet over praten, isoleren, leidt juist makkelijker tot het overgaan tot daden. We moeten ons ervoor behoeden om mensen onmenselijk te behandelen. We moeten ze als mensen blijven zien, als individuen met een gelaagdheid die complexer is dan we op het eerste gezicht denken.”
Toye wikt haar woorden en eist om elk interview na te lezen. “Het is niet de bedoeling van de film om te choqueren of sensatie op te zoeken. Ik moet dus goed nadenken over wat ik wil zeggen en hoe ik dat het best zeg. Dat is tegennatuurlijk, ik ben nogal spontaan. Ik voel dat ik niet helemaal voluit kan praten omdat je heel snel misbegrepen wordt, en dat wens ik niet. Pedofilie is een heel beladen woord. Ik wil ook niet overkomen als de 'verdediger van' want dat ben ik niet. Ik keur niets goed, laat ik daar heel duidelijk in zijn. Zowel de films als het boek gaan trouwens over meer dan pedofilie. Het gaat ook over vriendschap, liefde, gemis, wanhoop en geborgenheid of gebrek aan geborgenheid. We hebben allemaal demonen. We vechten daar allemaal mee in de hoop dat onze goede kant het haalt. Maar ik begrijp wel dat er vooral over pedofilie wordt gesproken. Dat het daarover lastig praten is, is nog geen reden om het na te laten. Als de film een eerste stap kan zijn om te erkennen hoe complex het allemaal is, ben ik tevreden.”
BEKLEMMEND
Tot nog toe is Toye aangenaam verrast door de reacties. “Ik was bang. Ik dacht dat ze vissenkoppen naar mijn hoofd zouden smijten, maar neen. Mensen zijn aangedaan maar blij dat ze de film gezien hebben. Dat komen ze me toch vertellen. Dat doet deugd. We mogen er echt niet van uitgaan dat de mensen het niet zullen verstaan of de film zullen verwerpen. Dit soort films is meer welgekomen dan we denken.”
Toye valt niet terug op de volzinnen uit het boek, maar rekent op de cinematografische kracht van haar gestileerde film. “Inge Schilperoord en ik zijn zusterzielen die rond hetzelfde iets hebben gemaakt dat hopelijk aanzet tot nadenken. Ze durfde me haar kindje toe te vertrouwen. Het boek is één grote gedachtegang. Ik wilde geen voice-overs, geen woorden. Ik wilde tonen. De beelden, de cinematografie, moet vertellen wat de woorden niet vermogen.” Expliciete passages uit boek haalden de film niet. “Een boek kan je wegleggen en vul je zelf in. Beeld is heel dwingend. Kijken beklemt. De film is een heel ongemakkelijk rit. In het invullen ben ik bewust schraal gebleven. Ik koos veel verstilde, ingetogen beelden. Ik weiger de kijker bij het handje te nemen. Ik nodig hem uit om de dialoog aan te gaan en zelf de gelaagdheid te ontdekken.” De zachtaardigheid van het jonge hoofdpersonage neemt niet weg dat hij wel degelijk een gevaar vormt. “Het bedrieglijke is dat hij steeds denkt 'nu doe ik niets verkeerd' en dan altijd een stapje verder gaat. 'Dit kan ook nog wel.' De film maakt je deel van die gedachtegang en dat bezorgt je een unheimlich gevoel. Er is een constante dreiging: wanneer haalt de slechte kant de bovenhand?”
Het zoeken naar de juiste toon en het juiste evenwicht hield nooit op. “Ik vertrouwde op mijn intuïtie, de raad van anderen en de voortdurende, gezamenlijke reflectie. Samen voorzichtig zijn en zoeken naar de beste behandeling. Dit is het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Minder bleek telkens meer. Niet toevoegen, maar proberen te tonen en het oordeel aan de kijker over te laten.”
Lees meer over: Film , patrice toye , muidhond
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.