Het smelt wil maar niet wegsmelten. Het navrante verhaal van de naar Brussel gevluchte Eva grijpt voortaan zowel in boek- als filmvorm naar de keel. Schrijfster Lize Spit en regisseuse Veerle Baetens over een vervellend boek, eeuwenoud zusterschap en Brussel als vrijhaven voor slachtoffers van een verstikkende dorpsmentaliteit.
| Veerle Baetens (rechts) en Lize Spit: “Ik heb af en toe vrijblijvend mijn licht laten schijnen, maar gemoeid heb ik me nooit. Het stond voorop dat Veerle alle vrijheid kreeg in het maken van haar film.”
WIE ZIJN LIZE SPIT EN VEERLE BAETENS?
Lize Spit
- 35 jaar
- Groeide op in de Kempen, maar woont in Brussel
- Debuteerde in 2016 met de succesroman Het smelt, in 2020 verscheen Ik ben er niet
Veerle Baetens
- 45 jaar
- Won de European Film Award voor beste actrice met haar rol in The broken circle breakdown
- Was al te zien in films en series als D’Ardennen, Duelles en Tabula rasa
- Debuteert als regisseur met Het smelt
Wat is het ineens koud,” rilt Veerle Baetens. “Geen last van, ik heb gefietst,” gloeit Lize Spit. In een koninklijke stadsgalerij die door het nadreunen van de moordaanslag op twee Zweden leger en akeliger is dan normaal, poseren ze voor de fotografe. Gezwind, ervaren en samengebracht door Het smelt. Van Spit is Het smelt het spraakmakende, veelvuldig bekroonde en massaal gelezen romandebuut. Van Baetens is Het smelt het confronterende, onverbloemde regiedebuut dat werd opgepikt door Sundance, Amerika's voornaamste filmfestival.
Boek en film vallen niet samen, maar vermengen wel allebei twee tijdlijnen. In de oudste tijdlijn wordt de zomer van de veertienjarige, empathische Eva almaar donkerder en wreder. In de recentste rijdt de volwassen Eva met een groot blok ijs van Brussel naar het dorp dat toe- of wegkeek toen haar jeugd gruwelijk ontspoorde.
“Lize en ik delen iets. Een slachtofferschap. Dat zit in ons DNA, in onze miljoenen jaar oude cultuur van zusterschap”
“Een maand na de verschijning kreeg ik Lizes boek cadeau van een producent. Zijn vraag om het te verfilmen verraste me. Maar stiekem was regisseren wel een droom. Hoewel ik het boek las in functie van een eventuele verfilming, moest ik het regelmatig wegleggen. Het hakte er hard in,” vertelt Veerle Baetens. Voor de gevierde actrice uit The broken circle breakdown, D'Ardennen en Tabula rasa was de tijd aangebroken om het heft eens zelf in handen te nemen. “Ik ben het acteren niet beu. Maar als actrice sta je ten dienste van het verhaal van een ander. Voortdurend probeer je te voldoen aan wat je denkt dat de regisseur verlangt. Dan voel je je soms wel een beetje een marionet.”
Vervellen
Baetens besloot Het smelt te regisseren. “Het was overmoedig. Ik had bijna geen regie-ervaring. En het is een cadeau om zo'n goed, spannend boek met diepgaande personages te mogen verfilmen, maar ook een grote verantwoordelijkheid.” In het scenario kroop erg veel werk. “Vijf jaar! De opnames zelf gaven ontzettend veel voldoening. We vormden één hechte familie. Ondanks de zware materie hebben we veel leute gehad. Maar tijdens de schriftuur heb ik soms hard gevloekt.” Baetens spreekt de vele recensenten die het boek filmisch of beeldrijk noemen, niet tegen. “Maar je moet het behapbaar maken. Je kan niet elke pagina verfilmen, het zijn er 478. Het leek me vrij logisch dat je de spanning en de thrillerelementen tracht te behouden. Dat is dankbaar. Dat filmische geldt vooral voor Eva's jeugd. De volwassen Eva zit het gros van het boek in de auto. Dat is helemaal niet filmisch. Je zou haar monologue intérieur en Lizes mooie zinnen kunnen meegeven via een voice-over, maar dat voelde voor mij in dit verhaal als een gemakkelijkheidsoplossing.”
Lize Spit vond de samenwerking tof. “Ik heb af en toe geheel vrijblijvend mijn licht laten schijnen, maar gemoeid heb ik me nooit. Veerle kwam een paar keer langs om te praten over wat het boek voor mij betekent. Af en toe tastte ze af of ze nieuwe scènes mocht bedenken en het heden uitbreiden. Allemaal prima: het stond voorop dat ze alle vrijheid kreeg.”
In 2020 bracht Spit een tweede roman uit: Ik ben er niet. Niemand zou boos op haar kunnen zijn als ze zou weigeren om nog terug te komen op een zeven jaar oude debuutroman waar al zoveel over is gezegd. “Een boek vervelt. Het smelt is nu een heel ander boek en ik ben een heel andere persoon dan toen ik het schreef. Ik blijf achter het boek staan, maar mijn inzichten zijn veranderd. Het gevoel waarmee ik het boek heb geschreven, is minder aanwezig. Ik kan er niet met dezelfde passie als toen over praten. Het was dan ook een boek om mezelf te bevrijden uit een bepaalde sfeer, een bepaalde gemeenschap en mentaliteit.”
“In Brussel kan je altijd doen alsof je de taal van de ander niet machtig bent als je geen zin hebt om te praten’”
Het frappeert Spit hoe het vertaalde boek in andere landen en al naargelang de actualiteit telkens anders werd geïnterpreteerd. “De Franse uitgave viel samen met de MeToostorm, waardoor er vooral werd ingezoomd op grensoverschrijdend gedrag en de plaats van de vrouw in de maatschappij. In Vlaanderen ging het aanvankelijk veel meer over de verantwoordelijkheid van een gemeenschap tegenover een gezin. Heb je een gemeenschap nodig om mensen op te voeden? Wat als mensen wegkijken? Wat is erger: van de zijlijn toekijken of het gedrag stellen? De film toont Veerles specifieke kijk.”
Niet wegkijken
Geen van beide vertellers deinst terug voor de donkerte van het verhaal, een verhaal over verwaarlozing, misogynie en wonden die niet helen. “Trauma was een insteek van het scenario. Veerle heeft iets donkers in zich. Ik vind het goed dat ze met de film dat duistere kantje niet uit de weg gaat en hard en recht op doel afgaat.”
Baetens vindt de grote gevoeligheid en eenzaamheid van de jonge Eva heel herkenbaar. “Met iedereen intens meeleven, maar door niemand gezien worden. In elke emotie opgaan en in koeien van letters in je dagboek schrijven: 'HIER viel mijn traan.' Plots de behoefte voelen om mooi gevonden te worden, om erbij te horen, om gezien te worden in een wereld die dat almaar belangrijker schijnt te vinden. Pleasen.” In de oudere Eva herkent de alumna van de musicalopleiding van het Koninklijk Conservatorium Brussel zich totaal niet. “Ik ben heel open, ik zeg wat ik denk en voel. Soms te snel. Eva is een binnenvetter die haar eigen grootste vijand is geworden. Immense pijn en woede hebben haar jaar na jaar meer uitgehold. Steeds feller heeft ze zich van iedereen afgesloten. Wat zou ik haar graag omarmen en haar uit haar isolement sleuren.” Maar begin niet over veerkracht. “Niet iedereen heeft evenveel veerkracht, en dat mag je ook niet verwachten. En hoeveel veerkracht je ook hebt, er zijn altijd gebeurtenissen en trauma's die je kunnen breken.”
Lezers kennen het wanstaltige geweld dat de jonge Eva tekent voor het leven. Baetens vraagt om 'De Scène', die dat geweld verbeeldt, niet te verklappen. “Als je in beeld brengt wat Lize daar vanuit een bijna wetenschappelijk observerende positie beschrijft, dan krijg je een horrorfilm van Michael Haneke. Héél interessante regisseur, hoor, maar zijn kilte en afstandelijkheid passen hier niet. Ik wilde meer warmte; door zoals Lars von Trier in Dogville heel dicht bij de personages te blijven en de nostalgie op te roepen van zo'n vervlogen zomer waarin je niets beters te doen hebt dan met twee vrienden rond te fietsen. Tijdens De Scène blijf ik dicht bij Eva. Je leest alles in haar ogen, ervaart haar pijn. Zonder dat het plastisch wordt. Want dat plastische kan voor sommigen een seksuele lading krijgen en dat wil je ab-so-luut niet. Een boek is anders. Minder in your face. Je kan het wegleggen als het te veel wordt.”
Spit is vaak op De Scène aangesproken. “Lezers vroegen in shock: 'Waarom doe je ons dat aan?' Toch heb ik geen seconde getwijfeld. Geweld dat vrouwen wordt aangedaan, blijft vaak buiten beeld. Het wordt niet beschreven. Mijn redenering was: kijk geen seconde weg en beschrijf wat er gebeurt tot in het diepste detail. Dat is in lijn met het personage. Eva klampt zich vast aan details en observatie. Veerle moest voorzichtiger zijn. Een film is minder vrijblijvend dan een boek. Maar ik ben blij dat ze uit respect voor de duisternis en lelijkheid De Scène niet wegsteekt.” Spit heeft de De Scène nooit herlezen en vond haar heel heftig om naar te kijken. “Je ziet niet hoe hard een lezer van slag is, daar ben je niet bij. In een volle filmzaal zie en voel je wel hoe hard het aankomt. Ik kromp ineen, ik dacht: 'Welk geweld doe ik hier iedereen aan?' Ik vind het zo erg voor Veerle dat ze jaren met zo'n donker materiaal heeft moeten werken.”
Bloedzusters
Baetens vindt dat je voelt dat Het smelt door een vrouw is geschreven. “We delen daar wel iets. Een slachtofferschap. Dat zit in ons DNA, in onze miljoenen jaar oude cultuur van zusterschap. Quitter la nuit (een nog uit te komen film van de Canadees-Brusselse Delphine Girard met Veerle Baetens in een hoofdrol, red.) gaat nog meer over dat zusterschap. We moeten elkaar collectief ondersteunen, elkaar bijstaan en ingrijpen wanneer nodig. Daar moeten wij, vrouwen, aan werken. Nog te vaak zit onze neiging tot pleasen in de weg. We willen niet moeilijk doen, maar ondersteunen zo soms het patriarchaat. Ik heb dat pas laat ingezien. Een man die tijdens een uitleg zijn hand op mijn been legt en zegt: 'Maar Veerleke, je weet toch …', dat paternalisme liet ik vroeger passeren. Want je wilt niet moeilijk doen. We zijn zo opgevoed, maar juist daarom moeten we iedere vrouw die 'nee' zegt erkentelijk zijn en steunen.”
Voor een rol in een nieuwe film, waar ze nog niets over mag zeggen, verdiepte Veerle Baetens zich in de situatie van daklozen in Brussel. Het komt ter sprake tijdens een discussie over de redenen waarom Eva zich in Brussel verschanst na de gebeurtenissen in haar oer-Vlaamse dorp. “Onder daklozen bevinden zich veel mensen die trauma's opliepen, zo ver mogelijk verwijderd willen zijn van de plek waar ze opgelopen zijn en willen opgaan in de anonimiteit van de grootstad. Bij Eva speelt, denk ik, ook de taal mee. Ze wil niet alleen van het dorp weg, maar ook van de taal die er werd gesproken. Brussel is een beetje het buitenland voor veel Vlamingen.”
Lize Spit, die net als haar hoofdpersonage een Kempisch dorp inruilde voor de hoofdstad, spreekt het niet tegen. “Brussel is inderdaad de plek waar veel mensen toestromen met het verlangen om iemand nieuw te worden of toch een nieuw leven te beginnen. Als je van een dorp naar Leuven verhuist of van Gent naar Antwerpen, dan is de breuk minder groot. In Brussel is iedereen een beetje aan zijn lot overgelaten. Het is een harde, anonieme stad. Dat past bij het personage. Je kan hier ook altijd doen alsof je de taal van de ander niet machtig bent als je geen zin hebt om te praten.”
Je kan in Het smelt een aanklacht zien tegen een dorp waar iedereen alles van elkaar weet maar dat niet ingrijpt wanneer het nodig is. De vraag of Brussel het beter doet, omdat we hier niets van elkaar weten en dus evenmin ingrijpen, brengt de schrijfster aan het lachen. “Juist. Maar Brussel is minder verstikkend. In het dorp heerst de status quo. Iedereen weet er alles over iedereen. De beenhouwer weet het als je eens vlees durft te kopen in het volgende dorp. Dat is verstikkend, omdat er niet aan valt te ontsnappen. In Brussel heb je wel een keuze: je kan opgaan in de anonimiteit of de dorpse eilanden in de stad opzoeken. Je kan deel uitmaken van de kring en die verlaten zodra gewenst. Dat vind ik prettig. Hier wordt minder snel geoordeeld, hier is minder weerstand tegen verandering, want alles is toch voortdurend in beweging. Een dorp is statischer. Dat kan ook zijn charme hebben. Maar het is mijn ding niet. Je komt overal dezelfde mensen tegen. In de stad niet. Hier kan je naar de juiste verbindingen zoeken, hier is ruimte om te falen.”
Veerle Baetens' filmadaptatie van Lize Spits debuutroman Het smelt speelt vanaf deze week in de Brusselse zalen
Lees meer over: Brussel , Film , Het smelt , Lize Spit , Veerle Baetens
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.