In de tweede aflevering van de nieuwe reeks Safe 'N Sounddays van Werkplaats Walter smijt het Gentse trio Backback zich op het werk van Duke Ellington, die honderd jaar geleden de Roaring Twenties op gang trapte.
Geen betere manier om deze twenties even roaring te maken als hun evenknie van honderd jaar geleden dan met een flinke brok Duke Ellington. Daar zorgt de hertog van de jazz zelve niet voor, want die verliet het ondermaanse meer dan 46 jaar geleden al, maar Backback, een Gents trio dat zich al twintig jaar onverstoorbaar ophoudt in het niemandsland tussen jazz en rock.
“We hebben door de jaren heen een eigen universum gecreëerd,” vertelt gitarist Filip Wauters, die u kan kennen van zijn snarenkunsten bij onder meer Arno en Het Zesde Metaal, maar die buiten rockmiddens ook veel plekken met aan jazz verslaafde lui frequenteert. Samen met drummer en improverslaafde Giovanni Barcella en baritonsaxofonist Marc De Maeseneer heeft hij voor Backback een taal ontwikkeld die op het eerste gehoor meer grammaticale overeenkomsten vertoont met Morphine, het sexy sax-bas-drumtrio rond wijlen Mark Sandman, dan met de Amerikaanse jazzgigant Duke Ellington.
Duke Ellington bleef zijn muziek telkens heruitvinden. Dat was het bewijs dat wij met zijn werk aan de slag konden
“Mensen leggen die link natuurlijk door de baritonsax, vooral als die unisono speelt met de gitaar, maar daar houdt de vergelijking met Morphine op,” zegt Wauters. Dat het trio bij Ellington terechtkwam, danken we dan weer aan corona. Of toch gedeeltelijk. “Ook als er geen optredens zijn, repeteren wij veel,” legt Wauters uit. “Voor het plezier jagen we er dan ook al eens jazz standards door. Het viel mij op dat daar veel werk van Ellington tussen zat. Vorig jaar was er veel extra tijd, en toen heb ik mij helemaal op zijn werk gesmeten, boeken gelezen, podcasts beluisterd. Ellington is een ongelofelijk interessante figuur, van aan het begin van de jaren 1920 tot aan zijn dood in de jaren 1970 is hij altijd relevant gebleven. Hij deed altijd wel iets nieuws.”
Wauters puurde er een project uit, Deuk, een anagram dat vooral vertelt dat het geen pure ode aan Ellington wordt. De interpretaties krijgen hun livedoop in Werkplaats Walter, later dit jaar worden ze vastgelegd in Backbacks vijfde album. Als alles goed gaat, volgt in december een JazzLab-tournee. Voor Deuk selecteerden Wauters en co minder bekend werk van Ellington. Geen 'In a sentimental mood', 'Take the “A” train' noch 'Satin doll'. “Zijn oeuvre is gigantisch,” verduidelijkt Wauters. “Hij heeft meer dan 1.500 stukken geschreven. Die ben ik beginnen uit te pluizen, en zo ben ik uitgekomen bij enkele obscure composities die goed bij ons passen.”
Dat is niet evident, want Backback maakt rauwe, uitgebeende jazz, terwijl Ellington juist bekendstaat om zijn lyrische, grootse composities voor bigband en orkest. De jazzpionier werd niet voor niets beschouwd als de eerste zwarte componist, iemand die een brug sloeg tussen klassiek en zwarte muziek. “Je kan dat wel niet helemaal vergelijken,” zegt Wauters. “In jazz heb je meestal kortere stukken of thema's. Ellington heeft pogingen gedaan om suites te schrijven, om langere bogen te maken in zijn werken. Niet altijd even geslaagd, maar er zitten wel interessante stukken tussen. Zeker aan het einde van zijn leven schreef hij veel van die langere, soms zelfs religieus getinte suites.”
Muziek voor grootse opvoeringen met andere woorden, die Backback nu heel klein maakt. “Ik heb de orkestpartituur als vertrekpunt genomen, en die herleid naar een trio,” legt Wauters uit. “Dat is niet makkelijk. In Broadway-standards heb je de melodie en de harmonie, maar bij een partituur van Ellington komt er nog veel meer bij. Daar moet je rekening mee houden, en dat vergde wel wat onderzoek. Je moet zoeken naar de essentie in de composities, maar dat lukte eigenlijk vrij goed. Je moet weten dat Ellington eigenlijk niet zonder zijn orkest kon. Wanneer hij een stuk schreef, wilde hij dat de dag erna al horen spelen. Hij schreef zijn werken echt in functie van zijn muzikanten. Wanneer de samenstelling van het orkest veranderde, vertaalde dat zich ook in de muziek.
Backback kwam goeddeels uit bij latere platen van Ellington, zoals Latin American suite en The Afro-Eurasian eclipse, waarop de componist summier andere ritmes verkende en de taal van de rock besnuffelde, zonder zijn typische elegante sound te verloochenen. “Such sweet thunder uit 1957 is zo'n prachtplaat, een suite met allemaal door Shakespeare geïnspireerde stukken. Of New Orleans suite, een van zijn laatste albums, uit 1970. Maar evengoed brengen we 'Black and tan fantasy', een compositie uit 1927. Ellington bleef die dingen tot het einde van zijn leven spelen, hij vond die nummers eigenlijk telkens opnieuw uit. Dat bewijst dat het oké is om met zijn werk aan de slag te gaan.”
Ellington mocht dan wel één zijn met zijn orkest, hij kon het ook klein: in 1962 blikte hij op vraag van platenfirma United Artists een plaat in triovorm in, samen met de legendarische Charles Mingus op contrabas en de niet minder iconische Max Roach op de drumvellen. “Ellington was twintig jaar ouder dan Mingus en Roach,” vertelt Wauters over de opnames van Money jungle. “'We spelen alleen composities van mij,' zei hij. De spanningen liepen hoog op, Mingus moest teruggehaald worden nadat hij woedend de straat op was gelopen. Je hoort de furie doorschemeren in de muziek. Mingus lijkt de boel te saboteren, maar Ellington blijft zijn galante zelf. Dat had hij geleerd door jaar in jaar uit met een grote band de baan op te gaan. Als je problemen met drank en drugs de baas moet kunnen, moet je superdiplomatisch zijn.” De deal die Backback straks sluit met Sir Duke, wordt er alleen maar spannender op.
Safe 'N Sounddays #2: Backback
30/1, 20.00, Werkplaats Walter, www.werkplaatswalter.be
Lees meer over: Muziek , Werkplaats Walter , backback , duke ellington
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.