Zeven jaar geleden richtte de Britse contrabassiste Chi-chi Nwanoku het eerste professionele symfonieorkest met een meerderheid aan muzikanten van kleur op. Aan de vooravond van de passage van dat Chineke! Orchestra in Bozar, vragen wij ons af: is klassieke muziek intussen zijn witte stempel kwijtgeraakt? En vindt multicultureel Brussel ook zijn weg naar de podia?
| Contrabassiste en oprichter van Chineke! Orchestra Chi-chi Nwanoku.
Twee meisjes met een wijnrode hoofddoek houden de deur voor me open, terwijl ik nog sta te klooien met de parlofoon van de Hoofdstedelijke Kunstacademie. Een van hen houdt een vilten vioolkoffer onder de arm geklemd. Verder is het op deze zaterdagvoormiddag, de dag na Wapenstilstand, erg rustig op de muziekschool. Uit een klaslokaal weerklinken ritmische oefeningen, een bobopapa wacht op een te kleine stoel zijn beurt af naast twee pubers van half zijn leeftijd.
“Normaal is het hier echt wel wat drukker,” zegt directrice Solange Bertrand bijna verontschuldigend. “Die feestdag op vrijdag heeft de lessen in het weekend wat in de war gestuurd, en dan is er ook nog eens een aantal docenten met ziekteverlof.” Maar als het kleine groepje leerlingen dat ik zag een maatstaf mag zijn, zit het met de diversiteit op de muziekschoolbanken wel snor.
“Ik denk dat het zeker de juiste richting uit gaat,” bevestigt Bertrand. “Het is al een paar jaar een van onze werkpunten om de verscheidenheid van Brussel ook in onze academie te weerspiegelen. We gaan langs in het dagonderwijs, trekken de stad in en zorgen dat iedereen zijn weg hiernaartoe vindt voor onze opendeurdag.”
Enkele weken geleden nog maakte de academie bekend dat ze als een van de officiële broedplekken van Vlaams minister van Brussel, Jeugd, Media en Armoedebestrijding Benjamin Dalle een samenwerking aangaan met de multiculturele kunstenorganisatie AIF+ (Actieve Interculturele Federatie+) en het productiehuis voor urban muziek MetX. Met dat soort initiatieven willen ze nog meer drempelverlagend zijn.
“They do belong”
Dat klassieke muziek vaak een ontoegankelijk imago heeft, valt moeilijk te ontkennen. Er straalt een statigheid van af, de orkesten spelen in de meest pompeuze cultuurtempels ... En vaak wordt er heel wat voorkennis verondersteld, van een stevige geut intellectualisme is het wereldje niet vies. Praat je met studenten aan het conservatorium, dan zijn ze vaak al van jongs af door hun ouders meegenomen en hebben ze die verwachte bagage jarenlang kunnen opbouwen.
“Kijk, daar moeten we dus vanaf!” zegt Chineke!-oprichter Chi-chi Nwanoku. “Dat is precies de reden waarom mensen van kleur de weg naar de klassieke muziek niet vinden. Ze hebben het gevoel dat ze er niet thuishoren. But they do belong! Het gaat au fond toch om de schoonheid van de muziek en het plezier van samen musiceren. Mensen van alle achtergronden moeten dat kunnen beleven en daarvan kunnen genieten. Ik snap niet dat diversiteit niet de normaalste zaak ter wereld is. We leven toch in een diverse samenleving. Waarom blijft klassieke muziek dan zo'n gesegregeerde sector?”
“Ik wil dat iedereen ziet dat het normaal is om als persoon van kleur te genieten van klassieke muziek, in de zaal en op het podium”
Ondertussen bereidt de contrabassiste met haar Chineke! Orchestra al zeven jaar de weg voor muzikanten van kleur. Dat dat werk na zeven jaar nog steeds noodzakelijk is, werd vorige week schrijnend duidelijk. Bij de première van Händels opera Alcina in het Londense Royal Opera House, kreeg de twaalfjarige (!) zwarte zanger Malakai M Bayoh verwensingen en boegeroep van een man uit het publiek te verduren.
“We hebben als kunstinstellingen zeker een achterstand in te halen,” geeft ook Jérôme Giersé, muziekdirecteur bij Bozar, grif toe. “Dat is niet makkelijk als je tientallen jaren traditie met je meesleept. Maar onze oude structuur moet tonen dat ze mee is in een veranderende samenleving. We willen bewijzen dat het etiket van elitekunst dat aan ons huis kleeft steeds minder van toepassing is. Toegang tot cultuur is niet alleen een basisrecht, het is ook een van de opdrachten van Bozar. In onze beheersovereenkomst staat dat het onze taak is 'een groter publiek aan te spreken en voor iedereen toegang tot de programmering te verzekeren'. Dat stopt natuurlijk niet bij de witte lagen van de bevolking.”
Om dat te doen, wil Giersé met Bozar vooral zijn rol in het Brusselse ecosysteem spelen. “Ik denk dat die vergelijking heel accuraat is. In de natuur werkt niets zonder interactie. Zo zit het veld ook in elkaar. Wij zijn een receptieve kunstorganisatie. Dat wil zeggen dat we voornamelijk artiesten uitnodigen. Wij produceren maar weinig en kunnen kunstenaars zo geen opdrachten geven, maar we kunnen ze wel een podium bieden. Binnen dat kader beschouw ik het als mijn taak om de vinger aan de pols te houden: artistiek én maatschappelijk. We doen geen toegevingen op het gebied van kwaliteit, maar als ik vanuit mijn positie meer fantastische vrouwelijke dirigenten op de scène kan krijgen, of het geweldige Chineke! Orchestra kan programmeren, dan moet ik dat toch gewoon doen!”
Moeilijke doorstroom
Toch is een orkest als Chineke! eerder de uitzondering dan de regel. Aan het conservatorium loopt wel een bonte groep Europeanen rond en een aanzienlijk deel studenten uit het Verre Oosten, maar de Brusselse caleidoscoop is er niet echt weerspiegeld.
“We merken dat veel studenten met een migratieachtergrond op de academie afhaken van zodra ze naar het middelbaar gaan,” verklaart Bertrand. “Goede punten op school worden dan het allerbelangrijkste. Hobby's moeten plaats ruimen. Dat het deeltijds kunstonderwijs (dko, red.) ook officieel onderwijs is, krijgen we vaak maar moeilijk uitgelegd. Veel ouders begrijpen bijvoorbeeld niet dat aanwezigheid in de lessen verplicht is. Dan hoeft het ook niet te verbazen dat hun kinderen afhaken. Nu, we maken ons daar geen illusies over. Het aantal studenten dat het volledige dko-traject doorloopt, is sowieso erg beperkt, hoor.”
“In Groot-Brittannië hebben we partnerschappen met scholen en academies,” zegt Chi-chi Nwanoku daarover. “En naast ons professioneel ensemble hebben we een jeugdorkest dat een brug wil slaan tussen de muziekschool en het hoger kunstonderwijs. Op tournee proberen we ook zo vaak mogelijk met lokale gemeenschappen samen te werken en die voorbeeldfunctie te vervullen – in Brussel is dat helaas niet gelukt. Ik wil dat iedereen ziet dat het normaal is om als persoon van kleur te genieten van klassieke muziek, dat ze thuishoren in die zaal en op dat podium.”
Jérôme Giersé treedt haar daarin bij. “Ook dat is onze taak in het ecosysteem. We moeten die concerten niet alleen organiseren, maar ook omkaderen, op zo'n manier dat de drempels wegvallen. We maken het financieel aantrekkelijker, spreken specifiek scholen aan met onze 'Bring Your Students'-formule. In een artikel op onze website tackelen we de clichés over klassieke muziek of plaatsen we de muziek van de vrouwelijke componisten in ons programma in de kijker. Tegelijkertijd programmeren we Chineke! in dezelfde reeks traditionele toporkesten als het London Symphony Orchestra of het Concertgebouworkest Amsterdam. Een duidelijk signaal naar ons publiek: zij horen hier thuis.”
De rol van repertoire
Die oefening stopt bovendien niet bij de programmatie of de concertbeleving. Ook in het uitgevoerde repertoire moet die lijn worden doorgetrokken, daar is iedereen het over eens. De klassiekemuziekgeschiedenis is nog te veel opgebouwd vanuit een aantal canonieke figuren, zoals Beethoven, Bach en Mozart. Ook op dat gebied moet de representatie diverser.
“We willen daar absoluut niet te manifest in zijn,” zegt Chi-chi Nwanoku over dat streefdoel. “Het gaat er net om de rijkheid te tonen. We spelen zeker ook stukken uit die canon (in Bozar Antonin Dvoráks Negende symfonie, op. 95, 'Uit de nieuwe wereld', red.). Die stukken zijn de reden waarom we verliefd zijn geworden op het repertoire.” Ook directeur Solange Bertrand beaamt dat het West-Europese oeuvre op de academie niet de grote splijtzwam is. “We merken dat dat repertoire eigenlijk steevast klikt. Als kinderen met klassieke muziek in aanraking komen, vinden ze dat meestal leuk, interessant en uitdagend om te spelen.”
“Wat het Chineke! Orchestra doet, is de basis verbreden,” zegt Chi-chi Nwanoku. “Men verwijt ons soms dat we de lat lager leggen. Onzin natuurlijk, we verhogen net het niveau. Stukken van Samuel Coleridge-Taylor, van George Walker en Florence Price horen thuis op een podium. Dat zijn allemaal fantastische componisten, ongeacht hun huidskleur. Ook dat is de rijkdom van representatie.”
Hoewel de evolutie naar meer diversiteit op de klassiekemuziekpodia een langzaam en stapsgewijs proces is, blijft iedereen hoopvol. De academie investeert om studenten langer aan boord te houden, en blijft ouders overtuigen van het potentieel van een kunstopleiding. Chi-chi Nwanoku ziet positieve signalen uit het veld en merkt dat meer en meer mensen van kleur hun plaats op het podium krijgen, niet alleen bij Chineke!, ook in andere toporkesten. “De geschiedenis kunnen we niet meer veranderen, maar laat ons er op zijn minst van leren. Laat ons de ambitie hebben om het vandaag beter te doen.”
Ook bij Bozar is Jérôme Giersé optimistisch dat het concert op termijn voor een mentaliteitswijziging kan zorgen. “Ik ben ervan overtuigd dat het Chineke! Orchestra een katalysator kan zijn. Dat het aanbod de komende jaren verbreedt en uitdiept. Dat dit een eerste stap is in een onhoudbare evolutie. Dat er binnen een aantal jaren veel meer orkesten zoals Chineke! zijn, en dat dat de normaalste zaak ter wereld zal zijn. Als iedereen zijn rol in het ecosysteem blijft spelen, geloof ik daarin.”
Chineke! Orchestra, onder leiding van Leslie Suganandarajah, speelt op 19/11 (20u) in Bozar, www.bozar.be
Lees meer over: Brussel , Muziek , Samenleving , Chineke! Orchestra , diversiteit , multicultureel , Bozar , Chi-chi Nwanoku , klassieke muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.