Zal de volgende Bazart of Niels Destadsbader zich vanuit Brussel roeren? Kleine kans, daarvoor zijn de hoofdstedelijke muzikanten die zich van het Nederlands bedienen te eigenzinnig. Een bloemlezing uit een creatieve vrijplaats. “We zitten hier dichter bij het experiment dan bij de massa.”
| Nederlandstalige muziekbands in Brussel: Vieze Meisje, Daan De Witte (alias LeBlanc), Casper Van de Velde en Alex Deforce.
Wat als het allemaal niet
goedkomt / Hoe kleur ik dan
mijn toekomst /Zal die grijzer
zijn als de blok waar ik woon /
Of blinken in de zon als de buurman zijn gazon / Hoe dan
ook eindig niet meer broke”
(Uit 'Wat als het allemaal niet goed komt', LeBlanc, 2022)
Stikstof en Zwangere Guy hebben Brussel op de kaart gezet als een plek waar je ook in het Nederlands uit de voeten kan als popartiest. In hun kielzog zit een heel leger hoofdstedelijke jonge wolven dat complexloos door het Nederlands banjert, zonder dat het zich als voorvechter van die taal ziet. Van Chibi Ichigo over Ikraaan tot De Nooit Moede, Alex Deforce, Vieze Meisje en Brihang, allemaal rekken ze het Nederlands op tot de creatieve poptaal die we er vroeger niet in zagen of durfden te zien.
“Dat Nederlands is een groot deel van mijn identiteit,” zegt Daan De Witte, alias LeBlanc, de jonge Brusselse rapper die Moedertaal aanstuurt, een collectief dat Nederlandstalige rap en pop in de kijker zet. “Ik heb veel Franstalige vrienden die rappen. Voor hen ben ik die Nederlandstalige guy, terwijl zij gewoon Brusselaar zijn. Nederlandstalige Brusselaar is specifieker, het is een hokje ernaast. Misschien is die taal daarom ook wel belangrijk voor mij.”
De Witte kreeg zijn liefde voor taal van thuis mee. Zijn moeder is lerares Nederlands, ze koestert poëzie en theater. “Voor het slapengaan las ze geen verhaaltjes maar gedichten voor.” (Lacht) De Witte heeft er nooit aan getwijfeld om in het Nederlands te rappen, ook al waren er veel meer voorbeelden in het Engels of het Frans. “Er is nog niet meteen een Nederlandstalige Kendrick Lamar. Maar dat heb ik aangevuld door veel naar Nederlandse rappers te luisteren.”
Tranen slapen in een zee van
bier / Laat ze parelen langs mijn
slapen hier / Ik bewaar ze als
een souvenir / Je hebt de jouwe
en ik heb mijn manier”
(Uit 'Sluikstort', Vieze Meisje, 2023)
Je kan ook gewoon als Nederlander hier aanspoelen, zoals de Amsterdamse Maya Mertens, die zeven jaar geleden via een tussenstop in Antwerpen in Brussel belandde. Eerst waagde ze zich aan kleurrijke synthsmartlappen met In Een Discotheek, nu vormt ze samen met Alan Van Rompuy het veelkantige Nederlandstalige elektroduo Vieze Meisje. “In Brussel zijn er ook Frans en Engels in mijn teksten geslopen,” zegt ze. “Dat vind ik logisch, aangezien je hier als Nederlandstalige toch flink in de minderheid bent. Ik vlecht verschillende talen door elkaar, om te tonen dat we hier in een prachtige talige soep zwemmen.”
Ooit begon Mertens in het Engels, maar de spitsvondigheid en de hyperlokaliteit van het Nederlands dat ze gebruikte om korte gedichten te schrijven, lagen haar uiteindelijk beter. “En ik hou van directheid, zoals die ook in mijn performances zit. In de popmuziek zijn we vertrouwd met het Engels, dat gaat er als een soort van saus in. Maar je hebt altijd wel die vertaalslag nodig.” Spinvis en De Jeugd van Tegenwoordig hebben getoond dat je om in het Nederlands te zingen geen droge troubadour hoeft te zijn, zegt ze. Eefje de Visser en Roosbeef maakten het daarna een cool indiepopidioom. “En nu zie je bij jongere artiesten als Sophie Straat en Goldband een herwaardering voor de smartlap en het omarmen van een volkser element.”
Mertens wordt soms aangekondigd als “Nederlandstalige elektronica-artiest”, maar die taalstempel mag achterwege gelaten worden. “Voor mij is het belangrijk dat ik vrij ben in de taal die ik zing. Omdat Nederlands mijn moedertaal is, is dat gewoon de meest logische keuze. Maar ik ben geen purist die de Nederlandsche taal een plek wil geven, ik wil geen vaandeldrager van het Nederlands worden. Ik zie taal als een bewegend ding. Als ik achter Brusselse jongeren wandel die Frans, Arabisch en Nederlands door elkaar gebruiken, ben ik blij.”
In mijn hoofd is er een liefdes-
serenade met een beat / Het
klinkt als een geile mus / Een
prelude naar een kus”
(Uit 'Geile mus', Azertyklavierwerke, 2022)
Die keuze die geen keuze is, is een rode draad in de Nederlandstalige Brusselse scene. “Ik gebruik Nederlands in sommige van mijn liedjes, maar ik zie mijzelf niet als een Nederlandstalige artiest,” zegt Alan Van Rompuy, die behalve bij Vieze Meisje ook zelf aan een eigenzinnig idioom knutselt onder de noemer Azertyklavierwerke. Net zoals hij in het dagelijkse leven met zijn vrienden doet, switcht hij in zijn muziek tussen Nederlands, Frans en Engels. “Mijn muziek is een weerspiegeling van Brussel. Ik merk dat de boomergeneratie nog vasthangt aan het belang van tweetaligheid en resoluut voor het Nederlands kiest in de stad. Daar zit nog ergens die geschiedenis achter van Vlaamse Brusselaars die graag hun stem laten horen omdat ze zich gediscrimineerd voelen. Mijn leeftijdsgenoten malen daar niet meer om.”
Ooit leek het de logica zelve voor Vlamingen om zich voor alternatieve pop en rock te bedienen van het Engels, maar die tijd ligt achter ons. “Wellicht heeft dat ook te maken met het internet,” zegt Van Rompuy, alle grenzen zijn vervaagd. “Maar bijvoorbeeld in de jaren 1990 zag je ook dat bands groter wilden worden, en internationaal een rol wilden spelen. Daarvoor was Engels de meest logische keuze. Ik denk zo helemaal niet meer. Binnenkort spelen we met Vieze Meisje in Noorwegen, en we hebben ook pas in Berghain opgetreden, de club in Berlijn. Dat werkte heel goed. Net zoals ik naar een Turkse band kan luisteren waar ik niets van versta, maar wel de energie voel.”
“Brussel is een vrijhaven om te experimenteren. Dat weerspiegelt zich in hoe muzikanten omgaan met het Nederlands”
De Brusselse diversiteit speelt een grote rol in hoe dat Nederlands als poptaal is bevrijd, zegt dichter en schrijver Alex Deforce, die samen met onder meer Victor De Roo zijn woorden op muziek zet. “Jonge mensen zijn daar heel eerlijk in, het is geen pastiche, maar er zit ook geen profileringsdrang in. Artiesten, maar ook luisteraars, zaten lang in een kramp over dat Nederlands. Ze wilden met Engels de wereld veroveren. Dat is voorbij. Jonge mensen denken wereldwijd, maar kijken heel lokaal.”
De stilte en wat ze is / De stilte
voor wat ze was / Gekomen om
te roepen / Gebroken gegaan /
Stilte zonder wijzerzin”
(Uit 'Tussenbruggen', Alex Deforce & Paulo Rietjens, 2022)
“Brussel is een soort van enclave, een vrijhaven om te experimenteren, en dat weerspiegelt zich ook in hoe muzikanten omgaan met dat Nederlands,” zegt Casper Van de Velde, de drummende helft van Schntzl. Net als zijn bloedbroeder Hendrik Lasure maakte hij een soloplaat in het Nederlands, en wel onder de koninklijke naam Simba. “We zijn minder bezig met wat er in Vlaanderen of Wallonië gebeurt.” Alan Van Rompuy ziet een gezonde dynamiek. “De lat wordt op natuurlijke wijze hoog gelegd. Je wordt constant geprikkeld door nieuwe dingen en culturen. In andere steden merk ik soms dat het Nederlands uit de weg wordt gegaan, hier niet.” Volgens Mertens worden Nederlandstalige Brusselaars net uitgedaagd door de diversiteit van Brussel. “Je wordt de hele tijd geconfronteerd met andere talen op straat, dat moet je geest wel flexibeler maken. Dat hoop ik toch.”
Een soortgelijke gedachte horen we ook bij Deforce. “Brussel is zo chaotisch, deze stad heeft geen logica – in hoe de mensen met elkaar spreken, in zijn wegwijzers die nergens op slaan, in straatnamen die vertaald zijn toen de verantwoordelijke Nederlands op congé was. (Lacht) Maar dat vind ik net heel dankbaar bij het schrijven. Het maakt dat we op een lossere manier omgaan met onze taal. Je hebt ook geen andere keuze dan dat los te laten. Als je in Brussel woont en echt aan je taal hecht, ga je de hele tijd nerveus rondlopen.”
Deforce merkt een nieuw soort exotisme op bij de jeugd. “Jonge Franstalige Brusselaars zullen misschien Brihang niet kennen, maar Zwangere Guy wel. Er zijn veel meer bruggen tussen de verschillende scenes dan tien jaar geleden. Bij performances met mijn album Nachtdichter kreeg ik soms reacties van Franstaligen dat ze niet wisten dat le flamand zo goed kon klinken. Vaak zitten ze nog met een trauma van hun middelbare school, waar de leraar hun op een fascistische manier Nederlands in de maag splitste.” (Lacht) Dat trauma is wederzijds, zegt Mertens. “Zowel Franstaligen als Nederlandstaligen kennen die gêne. Muziek kan die drempels verlagen.”
Vers gemaaid gras / Strepen in
de lucht / Dronken dansen wij /
De nacht in / Kruipen door het
zand / Met de neuzen in dezelfde
richting / Wat als wij de wereld
begrepen”
(Uit 'Een kind danst op tafel', Simba, 2023)
Flowen kan het Nederlands zeker, maar een makkelijke taal is het niet. “Goeie Nederlandstalige teksten schrijven is een queeste,” zegt Casper Van de Velde. “Ik kijk op naar artiesten die dat vlot kunnen, zoals Spinvis en Gorki. Aan de andere kant primeert voor mij de muziek, de woorden moet je vooral goed kunnen zingen. Ik versta ook niet alles van wat de Britse groep Cocteau Twins zingt, maar toch raakt mij dat heel hard.”
In het Engels of het Frans gaat dat zingen sowieso als vanzelf, zegt Alex Deforce. “Alles lijkt meteen op zijn plaats te vallen, alsof de woorden magneetjes zijn die spontaan bij elkaar aansluiten. Dat lijkt een voordeel, maar zo wordt het snel eenheidsworst. Je ziet de mens achter de tekst niet meer. In het Nederlands heb je meteen door dat het een song is van Zwangere Guy of van Brihang. Het nadeel is dat je daar harder voor moet werken, het is schrappen en schaven, want er werkt altijd wel een woord tegen.”
Van Rompuy vindt het fijn om abstract te gaan, of om alledaagse of rare woorden te gebruiken. “Ik merk dat ik anders nogal snel uitkom bij iets wat lijkt op fake poetry, en dat is niet per se een zone waarin ik wil zitten.” Ook Mertens noemt het Nederlands “een fijne uitdaging. Met zijn lange woorden is het vaak proppen als je iets wilt zeggen. Maar die speeltuin is waar het te doen is.” Dat die speeltuin in onze hoofdstad ligt, is zoals hoger beschreven geen toeval. “Artiesten zitten hier dichter bij het experiment dan bij de massa, dat is iets waar ik graag in gedij. Ik ben blij dat daar in Brussel ook een podium voor is.”
11 juli in Brussel - 2023
Lees meer over: Brussel , Muziek , 11 juli in Brussel - 2023 , 11 juli-viering , Vlaamse feestdag 2023 , LeBlanc , vieze meisje , Casper Van de Velde , nederlandstalige muziek , alex deforce
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.