November is traditioneel de drukste maand van het concertseizoen, maar dit jaar houdt corona de zalen op slot. Gelukkig troosten de muzikanten ons met nieuwe muziek. Maar kunnen zij de tering nog naar de nering zetten? “We maken die plaat sowieso, of we nu verlies draaien of niet.”
Lees ook: Tsar B: ‘We zijn allemaal mieren’
"Is er iemand die op mij wacht in de omgekeerde wereld?” vraagt Vitja Pauwels zich af in 'Moribond', een van de glimmende popliedjes op Olympics of love, het debuut van de in eightiesneon badende jazzpopband Bombataz. Noem het beroepsmisvorming, maar dat Franse woord doet ons altijd denken aan Jacques Brels liedje 'Le moribond', die innemende afscheidsbrief van een stervende. Zeker vandaag. 'Moribond' rolde uit Pauwels' pen voor corona onze levens lamlegde, maar de link naar het morbide mineur dat over onze samenleving hangt, is snel gelegd. Hoe langer hoe meer lijkt het alsof we willens nillens zijn verzeild in The Upside Down, het gitzwarte parallelle universum uit de scifihorrorreeks Stranger things.
Gelukkig houden muzikanten als Vitja Pauwels en zijn muziekminnende confraters het hoofd hoog. Ondanks een virus dat ons opsluit, ondanks de gekortwiekte vleugels van de muzikanten en de hele cultuursector, ondanks de crash waar onze samenleving op afstevent, counteren zij de bleke wereld met creativiteit. Door muziek te blijven uitbrengen bijvoorbeeld. Heel wat artiesten stelden tijdens de eerste lockdown nieuwe albums nog uit, omdat ze het momentum van de release niet live konden verzilveren. Nu intussen duidelijk is dat de livesector wellicht nog lang op kousenvoeten zal moeten trippelen, heeft het geen zin om de albumstroom nog langer te stuiten. “We hebben ook even overwogen om alles uit te stellen,” vertelt Pauwels. “Maar we voelden dat het tijd was om de plaat nu uit te brengen.”
Ook Bandler Ching, de funky jazzhopbende rond saxofonist Ambroos De Schepper, wilde zijn debuut-ep Sub surface nu boven de doopvont houden. “We vonden dat het nodig was voor de band om deze stap te zetten, om vooruit te raken,” zegt De Schepper. “Deze ep is ons visitekaartje, de samenvatting van de eerste fase van Bandler Ching. Hierop kunnen we verder bouwen.”
Zo'n release gaat ook niet over één nacht ijs, en dan is het sneu om de uitkomst op de lange baan te schuiven. “We hebben hier bijna een jaar naartoe gewerkt,” knikt Pauwels. “Normaal gezien gingen we toch nog een tourneetje doen en een residentie in de Botanique. Toen bleek dat ook dat niet doorging, was het even slikken. Nu, de release zal minder spectaculair zijn, maar we klagen niet. Voorlopig lukt het allemaal nog.”
Ik hoop dat deze crisis ertoe leidt dat het eenvoudiger wordt om een kunstenaarsstatuut aan te vragen
TROEBEL FEESTJE
De gefnuikte festivalzomer was al een serieuze domper, maar gesloten zalen in november doen extra pijn, want dan zit de concertkalender doorgaans voller dan een winkelstraat op koopzondag. Nu de fysieke verkoop van muziek jaar na jaar blijft dalen sinds de opkomst van het internet en van streaming, is optreden immers het infuus geworden waarmee elke muzikant overleeft – tenzij je een vette vis als Zwangere Guy bent.
Een album uitbrengen blijft een investering die je live moet terugverdienen, beaamt Pauwels. “Met het geld dat we cashen met onze shows betalen we eerst onszelf en onze entourage uit. Wat overblijft, steken we in een pot voor opnames. Omdat het onze eigen centen zijn, blijven we ook eigenaar van wat we opnemen.” Voor een nieuwe plaat heb je al snel 4.000 euro nodig, zegt hij. “Dat is eigenlijk belachelijk goedkoop, maar dan heb je enkel de opnames. Je moet ook nog je vinyls laten persen, het artwork ontwerpen, clips draaien, foto's maken, mechanische rechten betalen om je muziek te reproduceren enzovoort. En dan heb je jezelf nog niet eens uitbetaald.”
Voor een kleine band als Bombataz is het tellen en rekenen. En soms moet je geluk hebben: Pauwels en co mochten resideren in Volta!, de creatieve workspace voor muzikanten in Anderlecht, en kregen daar een budget voor. “Een serieuze meevaller,” glimlacht Pauwels. “Want we werken niet met een label dat ons een voorschot uitbetaalt.” Albums persen is hoogstens op break-even mikken, zegt hij. “Nu, we maken die plaat sowieso, of we nu verlies draaien of niet.”
Bombataz' nieuwe plaat verschijnt bij Cloudshaper, het label van hun manager Vincent Wilms, die meteen ook hun booker en boekhouder is. Bandler Ching zit bij de Gentse independent Sdban, dat wel met voorschotten werkt. “Veel hangt natuurlijk af van hoe groots je het wilt aanpakken,” zegt De Schepper. “Wij willen vooral goed voorbereid zijn, studiotijd is te duur om te verspillen.”
Tekenen bij een label met internationale uitstraling is ook niet meteen een vrijgeleide naar kruiwagens vol geld. De Brusselse electrorapper met Congolese roots Badibanga Ndeka, kortweg Badi, brengt zijn nieuwe, tweede album Trouble fête uit bij het legendarische Britse label BBE (Barely Breaking Even). “Ik ben er binnengeloodst door mijn producer, Boddhi Satva,” legt hij uit. “BBE ziet brood in de Afrikaanse popscene, die erg aan het boomen is. Niet alleen in Afrika, ook in Europa. Maar met geld voor de opnames komen ze niet over de brug.” Om de kosten te drukken, brengt hij zijn album voorlopig enkel digitaal uit.
Trouble fête was al ingeblikt voor corona het feestje helemaal bezoedelde en zou normaal in maart verschijnen. “Het label wilde zelfs schuiven naar 2021, maar ik wilde niet meer wachten,” zegt Badi. “We weten niet hoelang corona nog gaat duren, anders wordt het een beetje wachten op Godot.” Badi wil ondertussen in de aandacht blijven, en hoopt zo ook inkomsten uit streams te halen. De voorbije maanden bracht hij een pak meer singles uit dan hij vroeger zou hebben gedaan. Die trend zal zich nog harder doorzetten, denkt hij, nu artiesten niet meer de baan op kunnen. “En het brengt toch een paar honderd euro per maand op.”
Is dat zo? Door streaming steeg de muziekconsumptie in België vorig jaar met 8 procent, maar artiesten moeten al Ed Sheeran heten om royaal rond te komen met gestreamde songs, of dankzij een succesvolle playlist de jackpot winnen. Op Spotify verdient een artiest tussen de 0,0007 en 0,004 euro auteursrechten per stream, afhankelijk of hij autonoom werkt of via een label. Bij YouTube is dat nog een veelvoud minder.
Ik besef dat ik niet rijk ga worden van mijn muziek, maar dat is de keuze die ik heb gemaakt
Toch mikt Badi ook op die laatste, en met succes: met de Stromae-achtige electro van het vlijmscherpe 'Mauvaise ambiance' werd hij opgepikt door Colors, een Berlijns YouTube-platform dat artiesten zich laat 'uitkleden' tegen een monochrome achtergrond en dat bij Franstalige muzikanten erg hoog wordt aangeschreven. Zo verzamelde Angèle al 45 miljoen views met haar Colors-versie van 'Ta reine'. Badi kan daar voorlopig alleen maar van dromen, maar “in één nacht tijd had ik voor mijn sessie bij hen evenveel views als ik normaal in een paar jaar verzamel met mijn eigen clips.” De winst zit 'm vooral in de exposure, maar ook een deel van de opbrengsten die Colors genereert, krijgt Badi op zijn rekening gestort. “Vroeger ontdekte je nieuwe muziek via de radio, nu gebeurt dat via YouTube.”
Badi, die een gezin met vijf kinderen moet onderhouden, stelt ook hoop in zijn modelabel Banxv. Op Trouble fête omschrijft hij Virgil Abloh, de Amerikaanse modeontwerper met Ghanese roots die het onlangs aan de stok kreeg met Walter Van Beirendonck, niet zomaar als “l'Africain du futur”. “Om hier in Brussel vooruit te raken, il faut se débrouiller.” (Lacht) Die attitude zette hij al in de picture door zijn vorige album Article XV te noemen, verwijzend naar een Congolese zegswijze over plantrekkerij. De voorbije maanden zette hij die ook om in de praktijk. “Tijdens de lockdown heb ik in twee weken tijd tien nieuwe nummers geschreven, waarna ik ze heb ingeblikt in de living van mijn producer. Ik heb dus al een opvolger van Trouble fête klaar zitten. Dat is het voordeel aan deze digitale tijden, je spaart een hoop studiogeld uit.”
EEN LABEL ALS BANK, NEE BEDANKT
Justine Bourgeus, alias Tsar B, de Gentse r&b-vernieuwster die sinds vorig jaar in Brussel is neergestreken, doet het net zo: haar slaapkamer is haar studio. “Negentig procent van de muziek maak ik zelf,” zegt de klassiek geschoolde violiste. “Ik produceer mijn beats met het programma Ableton, voor mijn zang heb ik geïnvesteerd in een goeie microfoon.” Ook de vocals die Mauro Pawlowski het nummer 'Devil baby' van haar kersverse ep Unpaintable toestopte, nam ze thuis op. “Vree rock-'n-roll, toch?”
Bourgeus doet het zelfs zonder label. “Zo behoud ik de volledige controle,” zegt ze resoluut. “En dan heb je ook geen tussenpersoon aan wie je een deel van je inkomsten moet afstaan. Niet dat ik nooit bij een label zal tekenen, maar de liefde moet van beide kanten onvoorwaardelijk zijn. Ik vind het jammer om een label puur als bank te gebruiken.” En dus is voor Bourgeus muziekmaken ook veel van haar eigen geld investeren. “Ik besef dat ik er niet rijk van ga worden, maar dat is de keuze die ik maak. Als je dingen goed wilt doen, blijf je altijd wel een beetje in het rood. Nu, de mensen met wie ik samenwerk, weten dat ik unsigned ben, ze zijn heel lief. (Lacht) Het is heftig, maar ik wil niet klagen. Al zou ik wel graag eens een clip opnemen en me volledig laten gaan.”
Bourgeus heeft gelukkig veel aan streaming. Haar nummer 'Escalate' is op Spotify net geen dertien miljoen keer beluisterd. “Dat is mooi, maar ik denk dat het intussen tijd is om een model te ontwikkelen waarbij er meer geld naar de artiest terugvloeit,” zucht ze. Het zorgt alvast wel voor een soort van vast inkomen. Bovendien bulkt het op YouTube van slaapkamerchoreografen en andere paaldansers die hun lijf bewegen op haar donkere electro-r&b. “Dat levert geen geld op, maar ze houden mijn muziek wel in de aandacht.” Wat wel rendeerde, is dat haar songs gebruikt werden in Amerikaanse uitzendingen van So you think you can dance en World of dance, en dat de hippe Californische choreograaf Alexander Chung, die al samenwerkte met Justin Timberlake, met zijn choreografie voor 'Escalate' al 37 miljoen views verzamelde op YouTube. “Ik voel me blessed,” lacht Bourgeus. “Dat levert veel exposure op. Alexander Chung heeft me ook uitgenodigd naar LA, maar voor een verovering van de Amerikaanse markt is het nog te vroeg.”
De quarantainemaanden gaven Bourgeus een creatieve boost. Ze schreef nieuwe nummers, vatte het plan op voor een noise-band, componeerde muziek voor de film die in haar hoofd zit, en begon muziek te schrijven voor Eén en Canvas. “Ik vond het altijd moeilijk om mij als artiest te profileren, maar op een bepaald moment moet je duidelijker worden over wat je allemaal kan,” zegt ze over de muziek die ze maakte voor LEEF! en De onfatsoenlijken. “In die combinatie van film en muziek wil ik nog veel verder gaan.”
Daarvoor wil ze vooral veel samenwerkingen aangaan, zoals met de Brusselse dj Cellini. “Nu we toch niet kunnen optreden, wil ik de joy voelen van samen dingen te doen. Brussel is daar ideaal voor. Ik heb lang in Gent gewoond, en daarna even in Antwerpen. Toen ik voor een paar shows in LA en Rio zat, vroeg ik me af of ik niet daar zou blijven. Door mijn onafhankelijke manier van werken kan dat. Maar ik heb beseft dat ik in België goed zit. Brussel is voor mij een nieuw hoofdstuk, hier gebeurt zoveel. Ik ben lokale artiesten beginnen te producen, zoals MEYY en IKRAAAN. Deze stad is een oneindige bron van talent.”
OUTCAST
Tijdens de periodes dat ze veel schrijft of producet, en dus weinig optreedt, kan Bourgeus een beroep doen op haar kunstenaarsstatuut, een werkloosheidsuitkering wanneer artiesten tussen twee jobs zitten. “Het geeft je een zekerheid waardoor je constant kan creëren,” zegt Bourgeus. “Dat vergroot de motivatie, het is een klein budget met een hoog rendement.” Alleen blijkt zo'n statuut niet in een drumslag of twee te verkrijgen. “Je moet bijna twee jaar lang dodelijk veel optreden om te tonen dat je voldoende verdient. De meeste van mijn heel getalenteerde, heel veel spelende vrienden is dat nog niet gelukt.”
Ook Badi doet het voorlopig zonder. “Het is een administratieve rompslomp, deze crisis mag er op zijn minst toe leiden dat de procedure om dat statuut aan te vragen, versimpelt,” zucht hij. “Als artiest moet je je kunnen concentreren op je kunst, en geen tijd verliezen met een andere job.”
Een vergelijkbaar verhaal horen we bij Ambroos De Schepper. “Theatermakers of acteurs, en zelfs technici, lijken daar makkelijk aan te raken, voor een muzikant blijft het een beetje een gevecht. Toch zeker als je in het middenveld zit, zoals wij. Dan moet je blijven puzzelen met kleine vergoedingsregelingen, vzw's, en allerlei manieren om jezelf op een volwaardige manier te kunnen uitbetalen.”
De Schepper doet er wel een job bij, hij doceert saxofoon aan de academie in Lokeren. “Het is altijd mijn doel geweest om volledig voor de muziek te gaan, maar ik kan wel een balans vinden met een paar uur lesgeven. Soms kan het ook een bevrijding zijn om jonge mensen aan te sporen om muziek te maken.” (Lacht) Toch blijf je als artiest een outcast, vindt hij. “Wat ik wel goed vind aan deze crisis, is dat de cultuursector meer op één lijn zit. Dat front is ontstaan toen we op straat gekomen zijn bij de besparingen. En deze crisis heeft dat alleen maar versterkt.”
We hebben live spelen nodig om onze muziek te doen groeien, in het repetitiekot blijft het toch allemaal wat statisch
De mogelijkheden om steun aan te vragen zijn onder corona ook flink gegroeid. Vi.be, het Vlaamse aanspreekpunt voor muzikanten, lijst de subsidies en premies netjes op, bij het Cultuurloket vind je alle tools om een leefbaar businessplan uit te tekenen. Maar je moet al een gediplomeerd boekhouder of financieel analist zijn om die cijfers efficiënt uit te mappen. “We hebben geprobeerd om subsidies aan te vragen,” zegt Vitja Pauwels, “maar dat is niet gelukt.” Ambroos De Schepper zal er zich tijdens deze lockdown op toeleggen, op hoop van zegen. “Ik heb er geen ervaring mee, nee, maar ik krijg veel tips van collega's.” (Lacht)
Zelfs Bourgeus, die twee jaar geleden afstudeerde aan de faculteit economie en bedrijfskunde van de UGent, is het niet gelukt. “Het draait erom hoe je die dossiers schrijft, volgens de regels die de overheid heeft opgesteld. Maar eigenlijk wil ik alles wat daarmee te maken heeft, doorschuiven. Ik heb headspace nodig om te kunnen creëren, maar ik wil ook gewoon onafhankelijk blijven.”
CODE ROOD
De festivalzomer is het ideale moment om de reserves van muzikanten aan te vullen, maar dit jaar stokte die bron. Sommige artiesten traden wel op, maar tegen kleinere gages. Voor Bourgeus kwam de zomer sowieso te vroeg. “Ik heb uiteindelijk één 'coronashow' gespeeld, twee weken geleden, met enkel cello en viool. De rest is alweer uitgesteld. Dat is jammer, want die show was heel fijn om te doen. Het heeft me zelfs doen nadenken of we niet vaker zo to the bone moeten gaan. Mijn nieuwe songs zijn al minder alienesk dan vroeger, vind ik, maar met deze uitgepuurde vorm wil ik zeker ook iets in de studio doen.”
Er is niet alleen het financiële aspect aan de gesloten concertzalen, niet kunnen optreden gaat ook gewoon tegen de natuur van elke artiest in. “Muziek uitbrengen is fijn,” zegt Pauwels, “maar live komen we tot volle wasdom.” “Eigenlijk willen we gewoon zoveel mogelijk optreden,” klinkt het ook bij Ambroos De Schepper. “Dat hebben we als band nu nodig, onze muziek moet groeien op het podium. In een repetitieruimte blijft die toch altijd een beetje statisch.”
Die repetitieruimte wordt ook een klus, want voor artiesten geldt sinds vorige week code rood. Tot nu toe konden ze verder met anderhalve meter rondom elke muzikant, drie meter rond zangers en twee voor blazers. Maar daar komt nog de 'densiteitsregel' bij: er mag maar één persoon per tien vierkante meter geteld worden. “Wow,” valt Pauwels uit de lucht. “Wij hebben een grote ruimte in Volta!, maar het zal toch rekenen en meten worden. Alwéér.”
Olympics of love van Bombataz, Trouble fête van Badi, Unpaintable van Tsar B en Sub surface van Bandler Ching zijn nu uit.
Lees meer over: Muziek , Bombataz , Badi , Justine Bourgeus , Bandler Ching
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.