Tijdens de quarantainemaanden dook Les Ateliers Claus in de bodemloze put van zijn geluidsbestanden, om er weer uit te kruipen met een unieke reeks livealbums.
Lees ook: Mdou Moctar: Prince van de woestijn
Les Ateliers Claus hoopt tegen september zijn concertwerking weer op de rails te krijgen zoals voorheen, met tussendoor mogelijk al wat optredens in beperkte huishouding. Maar tot zolang is er alvast geen tijd voor gejammer noch verveling. Tijdens de voorbije elf en een halve maand is de concertzaal annex kunstenvrijplaats in Sint-Gillis immers verveld tot artiestenresidentie, studio en platenlabel.
Oké, die werking in de diepte sudderde al langer, Les Ateliers Claus werd in 2006 ook opgericht als artistieke werkplaats. Maar door de luwte die corona met zich meebracht, raakten die 'bijwerkingen' in een stroomversnelling. “Normaal plannen we een achttal residenties per jaar,” zegt Tommy De Nys, die de boel runt samen met geluidstechnicus Christophe Albertijn. “Maar vorig jaar waren dat er een stuk of twintig. En nu zit het ook al goed vol tot aan de zomer.”
Les Ateliers Claus is niet de enige concertzaal die zich in coronatijden concentreert op residenties, ook de AB en de Botanique stelden hun ruimtes open voor artiesten. Maar bij Les Ateliers Claus mondt het resideren ook uit in opnames, zeker nu de shows stilliggen. Opnemen gebeurt in de concertzaal, daarboven zijn er twee appartementen. De muzikanten kunnen tijdens hun verblijf echt in een cocon kruipen. “We proberen die residenties wel kort te houden, een week, tien dagen. Als de residenten meer tijd krijgen, werken ze doorgaans trager,” legt De Nys uit. “Het kan ook wel in meerdere etappes. Op dit moment zit de Luikse bassiste Farida Amadou bij ons. Ze werkt er samen met de audiovisuele kunstenaar Floris Vanhoof. Nu is dat voornamelijk schrijven. Binnen een maand komt ze terug om aan de composities te werken, nog een maand later komt ze opnemen. De Franse band Humbros heeft hier in december dingen ingeblikt, en ze wilden nog een keer terugkeren om hun opnames af te werken. Maar dat zal nu via Skype moeten gebeuren.”
Albums uitbrengen behoort nu tot onze werking, dat moet ook zo blijven na corona
Voor zijn concerten is Les Ateliers Claus zelfbedruipend dankzij de ticketverkoop en de inkomsten van de bar, voor de verloning van De Nys en Albertijn en de residentiewerking zijn er structurele subsidies van de VGC en de Vlaamse Gemeenschap.
In 2020 gingen ze even in het rood omdat ze net voor corona alles lamlegde een nieuwe geluidsinstallatie hadden aangeschaft. Maar door over te schakelen op technische werkloosheid en een besparing op de werkingsmiddelen, werd dat verlies weggewerkt. En er kwam extra steun van de VGC en Visit Brussels. “Wij helpen de artiesten die bij ons resideren dan weer door met hun dossier,” zegt De Nys. “Dat is steun die je onrechtstreeks terugkrijgt.”
In de rij voor vinyl
De vruchten van de opnames tijdens de residenties worden geoogst in de vorm van vinyluitgaven. Daartoe heeft Les Ateliers Claus zijn eigen label gecreëerd, Les Albums Claus, waarvan de opbrengsten volledig naar de artiesten terugvloeien. De voorbije maanden verscheen daarop werk van onder meer Senyawa, João Lobo en Ignatz & De Stervende Honden, een van de groepen waar De Nys zelf bij speelt.
“Voor corona brachten we af en toe iets uit, bijna als fait divers,” vertelt De Nys, die de ervaring die hij vroeger opdeed bij de labels Aim en KRAAK vandaag goed kan gebruiken. “Nu is het echt een deel van onze werking. Dat is goed, want ik miste dat aspect toen ik hier terechtkwam. Het is ook niet zomaar een bevlieging, we willen hiermee doorgaan wanneer de concerten weer op gang komen.”
De Nys gebruikte de vrijgekomen tijd van de voorbije maanden om wereldwijd distributeurs te zoeken. “Dat is gelukt. Alleen duurt het heel lang om een album fysiek in de winkel te krijgen, je moet rekenen op zes maanden. Vinyl is zo populair, het wordt zelfs verkocht in de Aldi.” (Lacht) In Tsjechië, waar de grootste perserij van Europa zich bevindt, draaien de machines intussen 24/7. “Maar met een bestelling van 500 exemplaren kom je in de wachtrij sowieso achter iemand die 10.000 stuks van Bruce Springsteen bestelt,” zegt De Nys, die met Les Albums Claus naar Record Industry in Haarlem trekt.
Waar hij niet op moet wachten, zijn de uitgaven die gebundeld zijn onder de banier Live Ateliers Claus, want die zijn voorlopig enkel als download verkrijgbaar op de Bandcamp-pagina van Les Ateliers Claus. “Corona bleek een goed moment om onze archieven uit te pluizen,” zegt De Nys. Dat is een klus, want vanaf het begin heeft Les Ateliers Claus elke show geregistreerd. “Elk jaar zijn er ongeveer vijftig concertavonden, met twee à drie bands per keer, reken dus maar uit.” (Lacht)
De Nys en Albertijn tapen de optredens aanvankelijk om de artiesten na afloop de opname van hun set mee te geven. “In het begin waren dat mp3's, maar ondertussen nemen we meteen op meerdere sporen op op onze server. Niet alle opnames zijn bruikbaar, natuurlijk. Soms joelt het publiek te hard, of valt er een glas dat je er niet uitgefilterd krijgt.”
Slagersmes of sikkel?
Sinds midden december zijn er elf Live Ateliers Claus-albums verschenen, onder meer van de net tachtig geworden Britse folkzanger Michael Chapman, het Nederlandse jazzdrumwonder Han Bennink samen met onze Belgische blueshond Roland, en de Japanse experimentele muzikant Keiji Haino. Opnames met een hoog in-het-momentgevoel, want Live Ateliers Claus koestert unieke, niet zelden experimentele avonden met 'levende' muziek. Zoals de Amerikaanse band Bitchin' Bajas, die een prachtig concert speelde op een snel bij elkaar geraapt instrumentarium nadat ze tijdens hun tournee in Italië bestolen waren.
Het idee voor die uitgaves groeide onder meer ook uit de samenwerking met de Londense haven voor experimentele muziek Cafe OTO, die liveregistraties uitbrengt op zijn eigen label, Otoroku. Een van de graag geziene gasten bij Cafe OTO is de Amerikaanse noisekoning Thurston Moore. Hij is eveneens kind aan huis bij Les Ateliers Claus en nam er al (een deel van) een album op. “We hebben overwogen om ook een van zijn shows uit te brengen, maar hij wil liever iets nieuws komen inblikken. Eens de concerten weer kunnen, zal hij hier wellicht als eerste staan.” (Lacht)
“I like to be back, I like this place,” hoor je Michael Chapman zeggen bij het begin van zijn show. Les Ateliers Claus gaat prat op de warme, directe band met zijn gasten. “We zijn één kleine familie, van de programmator tot de barverantwoordelijke,” zegt De Nys. “Ik denk dat artiesten snel die nestwarmte voelen. Vóór zijn concert heeft Michael Chapman er al een fijne avond op zitten. Ik vraag ook altijd of hij nog optredens wil doen en dan vul ik zijn tourkalender verder aan. Dat soort boekingen wil ik in de toekomst ook zichtbaarder maken, zodat het ook een onderdeel van onze werking wordt.”
Ook deel van het nestgevoel zijn de kookkunsten van kunstenaar en bezieler Frans Claus, de oprichter van Les Ateliers Claus die nog steeds in het gebouw woont. “Elke concertavond kookt Frans voor de hele entourage, en dan zitten we hier allemaal rond de tafel,” zegt De Nys. Claus' kookkunsten leverden de inspiratie voor het opvallende artwork van Live Ateliers Claus: op elke hoes staat een voorwerp uit zijn uitgebreide verzameling keuken- en werkgerei, van een robuust slagersmes over een vlijmscherpe sikkel tot een houten lepel.
“Frans is een echte verzamelaar, zijn hele woonst hangt vol. Die voorwerpen op de hoes zijn een eerbetoon aan hem, en ze dragen de spirit van Les Ateliers Claus uit. We hebben er nu 200 geselecteerd, maar ik weet niet of we ze allemaal zullen gebruiken.” (Lacht)
Live Ateliers Claus
uit bij Les Albums Claus, lesalbumsclaus.com
Lees meer over: Muziek , Les Ateliers Claus , Tommy De Nys