Iets meer dan een maand is Melat Gebeyaw Nigussie inmiddels de nieuwe algemeen en artistiek directeur van de Beursschouwburg. Ze mikt er op het behoud van wat goed is, en een uitbreiding en verdieping van de relatie met jongeren, nieuwe publieken, en autonome artiesten en organisaties die een platform verdienen.
| Melat Gebeyaw Nigussie voor ‘haar’ Beursschouwburg. “Ik denk dat we het potentieel hebben om ons op een nog diepere manier te engageren met ons publiek en de buurt.”
Wie is Melat Gebeyaw Nigussie?
- Studeerde taal- en letterkunde aan de KU Leuven en de VUB
- Is medeoprichtster van Belgian Renaissance, een platform voor Afro-Europese en Afrikaanse kunstenaars, verhalen en thema’s
- Schreef als opiniemaker regelmatig over diversiteit en gender voor o.a. Knack, MO* Magazine en BRUZZ
- Haar tekst Black skin, white cube werd onlangs opgenomen in de anthologie Being (imposed upon) (2020, publiekeacties), een uitgave van zeventien zwarte vrouwen.
- Runde als projectcoördinator voor Bozar het inclusieve en participatieve artistiek- politieke jongerenproject ‘Next Generation, Please!’
Melat Gebeyaw Nigussie komt van Bozar en volgt bij de Beursschouwburg Tom Bonte op, die directeur werd van de AB achter de hoek. Ze krijgt ook het gezelschap van financieel directeur Ellen De Bin, die Els Missotten opvolgt. Culturele duizendpoot Nigussie opereerde de afgelopen jaren al binnen én buiten instellingen die nog altijd worstelen met ware inclusiviteit. “Men heeft me moeten overtuigen om dit te doen. Maar misschien was het wel dit huis en geen ander.”
29 is nog ongelofelijk jong, maar misschien is het een goede zaak dat er niet automatisch naar een veertiger of vijftiger wordt gegrepen voor zo'n functie?
Melat Gebeyaw Nigussie: Tom was ook nog jong toen hij hier directeur werd, hoor. De Beursschouwburg heeft altijd een pioniersrol gespeeld in het geven van kansen aan jonge mensen.
Hiervoor zat je bij Bozar, maar je bent ook oprichter van organisaties als Belgian Renaissance, podcaster, en schrijver. Moet je nu verscheurende keuzes maken?
Nigussie: Toen ik naar Brussel verhuisde in 2013 heb ik het collectief Belgian Renaissance mee opgericht, omdat we zagen dat het culturele aanbod nergens toegespitst was op onze interesses – en met 'ons' bedoel ik de Afro-Europese jeugd. We herkenden ons niet in wat er in de instellingen getoond werd, dus zijn we zelf events beginnen te organiseren rond thema's die ons interesseerden, zoals dekolonisering of culturele toe-eigening. Zo kwamen we ook in aanraking met culturele instellingen die opeens wel geïnteresseerd werden. Dat was mijn eerste stap in de culturele wereld van Brussel.
Ik ben ook beginnen te schrijven en me beginnen te mengen in het publieke debat, omdat ik vond dat bepaalde perspectieven niet aan bod kwamen. Ik denk dat mensen van bepaalde achtergronden nog altijd een grote vervreemding voelen bij wat ze zien in media en cultuur, en ik wilde die kloof een beetje dichtrijden.
Mijn schrijversactiviteit wordt niet helemaal opgeborgen en ik ga me ook blijven mengen in het publieke debat. Maar nu wil ik in de eerste plaats van de Beursschouwburg een jonge, bruisende avant-gardeplek maken waar personeel, artiesten en publiek hun potentieel maximaal kunnen benutten en iederéén zich welkom kan voelen.
Kan avant-garde de kloof naar een publiek dat nog niet naar de Beursschouwburg komt niet ook vergroten?
Nigussie: Avant-garde verwijst voor mij naar pionieren op het vlak van maatschappelijke en artistieke thema's die nog te weinig aan bod komen. De Beursschouwburg voelt volgens mij als geen ander die tijdgeest aan en heeft daarvoor al een heel divers publiek, terwijl hij ook aandacht heeft voor niet-geïnstitutionaliseerde kunstvormen zoals slampoetry, hiphop of graffiti. Maar ik wil een nog grotere rol voor onze publiekswerking, om nog andere mensen aan te spreken en hun relatie met ons te verdiepen.
Je kende de Beursschouwburg al. Was deze job er dan één die je absoluut wilde doen? Was het dit huis en geen ander?
Nigussie: Men heeft me nog moeten overtuigen om dit te doen. Maar misschien was het wel dit huis en geen ander. Ik denk dat veel culturele instellingen op allerlei vlakken nog een hele weg te gaan hebben, en dat het soms heel traag gaat. Op een gegeven moment zat het gevoel dat we al genoeg gepraat hebben over institutionele verandering bij mij heel hoog. De Beursschouwburg is voor mij een voorbeeld van hoe het ook anders kan. Hoewel er op het vlak van dekolonisatie en inclusiviteit natuurlijk altijd nog veel kan gebeuren, vind ik wel dat de organisatie keuzes durfde te maken in programma en communicatie om bepaalde publieken op een veilige manier te betrekken.
Ik voelde me ook altijd fysiek op mijn gemak als ik in de Beursschouwburg kwam. Mijn lichaam verkrampte niet, zoals ik dat bij andere huizen wel vaak had, omdat ik me niet welkom of niet thuis voelde. Als culturele instelling moeten we ook aandacht hebben voor hoe bezoekers zich fysiek en emotioneel voelen wanneer ze onze gebouwen betreden.
“Ik ben zelf insider en outsider. Ik weet hoe instellingen werken, maar zat ook in collectieven die daarbuiten stonden”
Waarom hebben ze je moeten overtuigen?
Nigussie: Als je zo'n vacature ziet passeren, denk je als 29-jarige vrouw met een migratieachtergrond niet meteen: ja, dat is iets voor mij. Helaas ontbrak het mij aanvankelijk een beetje aan lef. Ik viel in de valkuil van het vertekende beeld dat mensen hebben van een directeur, en voelde me niet meteen geroepen voor een positie die meestal wordt ingevuld door mensen die niet op mij lijken. Dan is het belangrijk dat je mensen kent die je vertrouwen geven, in je geloven en zeggen dat je dat wel kan. Dit is dan ook een warm pleidooi voor jonge vrouwen met een migratieachtergrond om wel lef te hebben en risico's te nemen. Het kan je mooie dingen opleveren.
Was werken voor Bozar voordien een even evidente keuze?
Nigussie: Bozar is natuurlijk een heel ander huis, met een eigen dynamiek, een federale instelling ook die op een unieke manier opereert. Ik werkte er op het inclusieve participatieve programma 'Next Generation, Please!'. Mijn opdracht was er jongeren te laten samenwerken met artiesten en beleidsmakers rond maatschappelijke thema's, en ze zo een jaar lang aan creaties te laten werken, bekroond met een tentoonstelling. Daarin kon ik mij laten gaan op het vlak van inclusiviteit, participatie en artistieke vernieuwing. En die lijn trek ik door in de Beursschouwburg.
Leiderschap evolueert ook in de culturele wereld. Weet je al wat voor directeur je wilt zijn?
Nigussie: Dat zal ik nog moeten ontdekken, en ik zal me in ieder geval aanpassen aan de noden die er in dit huis zijn. Er wordt hier al heel horizontaal gewerkt. Iedereen heeft veel autonomie en neemt veel verantwoordelijkheid. Voor het programma hebben we in de eerste plaats onze programmatoren. Het is mijn taak om hun programmatie tot volle groei te laten komen, een dramaturgische lijn aan te houden en samen met het team een coherent verhaal te presenteren aan de buitenwereld.
Ik wil de sterke lijnen uit het verleden zeker voortzetten. Een platform zijn voor jonge, beginnende, atypische, experimentele kunstenaars – ook van niet-geïnstitutionaliseerde kunstvormen die in andere huizen niet getoond worden –, een stevige verankering hebben in de stad door te luisteren naar waar de Brusselaars mee bezig zijn en wat ze nodig hebben, en een open huis zijn waar alle publieken welkom zijn. Dat zijn de kernwaarden van de Beursschouwburg, en die moeten we op een nog meer systematische wijze uitdragen.
Ik ga ook nieuwe klemtonen leggen. Zo is publiekswerking voor mij heel belangrijk omdat ik denk dat de Beursschouwburg het potentieel heeft om zich op een nog diepgaandere manier te engageren in zijn publiek en de buurt. Tom had met Eric Niyibizi Cyuzuzo al een audience, city & context co-ordinator aangesteld. Dat is een nieuwe functie waarmee we aan de slag gaan om te herdefiniëren hoe we niet-gehoorde stemmen een kans kunnen geven in een stad waar zoveel noden zijn. Een andere klemtoon zijn jongeren. Hoe kunnen we hen bijvoorbeeld engageren in een betaalde vrijwilligerswerking of hen motiveren om zelf te programmeren? Voorts moeten we ons programma opengooien met shared curatorship, door meer cocreaties op te zetten, en door de perceptie van wat 'kwaliteit' is door elkaar te schudden. Want veel mensen vinden nog altijd dat kwaliteit en inclusiviteit niet samengaan.
Publieken en kunstvormen die niet aan bod komen hebben vaak maar twee opties: hopen dat ze opgepikt worden door de bestaande witte instellingen, met het risico dat ze erdoor worden gerecupereerd, of zelf een structuur opzetten. Zitten jullie met de Beursschouwburg volgens jou op een 'derde weg'?
Nigussie: Dat is de grote uitdaging: een platform bieden aan de dynamiek van spontane initiatieven en crowdsourced organisaties die buiten de instellingen ontstaan, zonder ze te instrumentaliseren. Ik ben zelf tegelijk insider en outsider. Ik weet hoe instellingen in elkaar zitten, maar zat ook in collectieven die de instellingen van buitenaf bekritiseerden. Zo heb ik zelf met Belgian Renaissance gezien hoe we op een bepaald moment ook enigszins werden aangetast door de logica van de instelling waarmee we samenwerkten. Ik wil echt vermijden dat grassrootsorganisaties de regels van de instelling moeten volgen. Initiatieven die ontstaan uit een nood, een passie of een activistische strijd, moeten hun eigen identiteit behouden.
Wat vind je van het gebouw van de Beursschouwburg?
Nigussie: Bij de verbouwingen tussen 2001 en 2004 zijn een paar keuzes gemaakt waar we vandaag nog altijd de gevolgen van voelen. Maar er is onder Tom Bonte al een haalbaarheidsstudie gemaakt met het oog op kleinere ingrepen die het gebouw kunnen verbeteren: bijvoorbeeld door het café naar de straatkant te halen, en extra vluchtroutes te creëren, waardoor we de capaciteit van onze ruimtes kunnen optimaliseren. Een van de uitdagingen voor onze zakelijk leider Ellen De Bin en mezelf is de uitvoering van die haalbaarheidsstudie.
En wat kan de Beursschouwburg halen uit de concrete inbedding in dat gedeelte van de stad vlak bij de voetgangerszone?
Nigussie: Hoe onze positie naast de voetgangerszone zich zal ontwikkelen, moeten we nog zien. Maar het zou wel al fijn zijn als er een oplossing gevonden kon worden voor de taxi's voor onze deur, want dat is een gemiste kans.
De Beursschouwburg bevindt zich op de verbinding tussen de kanaalzone, met zijn interessante experimentele artistieke dynamiek, en de instellingen op de Kunstberg. In de transitzone tussen experimentele en institutionele kunst kan je ook onze kunstenaars situeren. Anderzijds zitten we tussen Anneessens en de Dansaertstraat. Al die dynamieken tot uiting laten komen doe je niet door een visie op te leggen, maar door te luisteren naar de organisaties en bewoners die op dat kruispunt wonen.
Ik sta er vaak van versteld hoeveel mensen in Brussel iets tot stand kunnen brengen met weinig middelen. Door zelf het heft in handen te nemen, zelf organisaties op te zetten, zelf te zorgen voor een veilige omgeving. In die zelfredzaamheid van de mensen en de mix tussen de verschillende bubbels zit de kracht van de stad. Door de experimentele manier van leven en werken gebeuren soms magische dingen, en daar moeten we zuurstof aan geven. De superdiverse, internationale en meertalige stad omarmen, terwijl we tegelijkertijd ook de blik op Vlaanderen houden. Dat is geen evidente, maar een noodzakelijke oefening.
Heb je al nieuwe partners op het oog?
Nigussie: De Beursschouwburg werkt al samen met meer dan vijftig partners, van Globe Aroma tot Passa Porta, van JES tot buurthuis Anneessens. Maar natuurlijk zijn er nog enorm veel stemmen die nog niet gehoord worden, en daar zullen we ook mee aan de slag gaan.
Corona dan. Nog een uitdaging die op je bord komt te liggen.
Nigussie: Onze bar is nu voor een maand gesloten, het personeel ervan staat op tijdelijke werkloosheid. Thuiswerk is weer de norm geworden. We volgen alle maatregelen van nabij en heel nauwgezet op. De echte test zal allicht nog komen in het voorjaar van 2021, omdat we niet weten wat er nog allemaal op ons afkomt, maar voorlopig hebben we de crisis het hoofd kunnen bieden en ons najaar kunnen programmeren. We kunnen het ons moreel ook niet veroorloven om de handdoek te werpen. De coronacris is niet enkel een gezondheidscrisis of een economische crisis, maar een culturele en morele crisis. Tijden van culturele verwarring kunnen bijzonder gevaarlijk zijn omdat dan allerlei samenzweringstheorieën en fundamentalische overtuigingen wortel schieten. Kunst en cultuur kunnen daar weerwerk tegen bieden door solidariteit en verbinding voorop te stellen, niet alleen in de sector maar ook ver daarbuiten. Als directie hebben we uiteraard ook de taak om het welzijn van onze medewerkers te blijven monitoren, en ook hen in onzekere tijden te ondersteunen.
Blijven jullie werken met het systeem van thematische focusprogramma's als 'The future is feminist' of 'Let me know', waarrond telkens een multidisciplinair programma van een aantal weken wordt gebouwd?
Nigussie: Voor ons is dat de juiste synthese tussen een festivalaanpak en de formule met een volledig seizoensprogramma. Het is ook een manier om met een coherent verhaal klaarheid te brengen in het aanbod. Tegelijk willen we ook genoeg witruimte overhouden voor samenwerkingen en projecten die niet binnen die thema's vallen. Voor het voorjaar ligt er al heel wat moois op tafel, met met onder meer samenwerkingen met het Bâtard Festival, Hands Up en Bledarte. Maar we weten natuurlijk niet wat de winter nog gaat brengen en hoe de wereld er in januari en februari zal uitzien.
Waar kunnen we de komende weken al naar komen kijken?
Nigussie: Onze muziekprogrammator Gilke Vanuytsel heeft voor het project 'On the go' Brusselse muzikanten gevraagd om een soundscape te maken die je op je smartphone kan beluisteren bij uitgestippelde wandelingen in verschillende wijken over de hele stad. Een antwoord in de zoektocht naar nieuwe vormen van togetherness. Het nachtleven ligt stil, maar niet getreurd: er zijn nog concerten, zoals dat van de elektronicamuzikant Roméo Poirier.
Onze performanceprogrammator Elisa Liepsch is ondertussen echt nieuwe esthetieken en internationale stemmen uit de Global South in huis aan het halen. Stemmen rond dekolonisatie, feminisme, gender, culturele toe-eigening. Ik kijk bijvoorbeeld heel erg uit naar wat Luanda Casella in KillJoy quiz gaat doen op basis van het Killjoy manifesto van Sara Ahmed, maar ook naar hoe Mallika Taneja haar performance Allegedly rond seksueel geweld en justitie noodgedwongen zal omzetten in een digitaal project. We halen de reading groups van Black History Month binnen, hebben een Big Conversation rond persvrijheid, het Schiev Festival is een klassieker, de expo van Guy Woueté loopt nog altijd, en eind oktober opent de Brusselse filmscreeningcommunity Recognition hier zijn seizoen met de documentaire Amazing Grace over Aretha Franklin. Kortom, er is altijd wel iets te doen.
Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek , Beursschouwburg , Melat Gebeyaw Nigussie , cultuursector
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.