Flagey hulde haar het afgelopen najaar in de vacht van een Jonge Wolf, en sommeert haar nu opnieuw voor zijn Brussels Jazz Festival: Naima Joris, de mooiste belpopstem die u nog nooit hebt gehoord. Tot nu.
“Ik heb nooit de ambitie gehad om zangeres te worden,” vertelt Naima Joris vanuit haar zolderkamer in Hulst, het Limburgse dorpje waar ze sinds de eerste lockdown is ingetrokken bij haar tante. Tien jaar geleden belandde ze “per toeval” bij de Leuvense folkpopband Isbells. Er volgde een blauwe maandag bij Marble Sounds, een flirt met The Happy, de vrouwenbende rond Reinhard Vanbergen, en een duet met Raymond van het Groenewoud.
In 2015 hoorde Joris' vader, icoon van de Belgische jazz Chris Joris, haar thuis achter de piano 'Both sides now' van Joni Mitchell zingen. Voor hem hét signaal om zijn dochter “uit haar kot” te halen. Ze maakten samen het album Home and old stories, waarop ze enkele covers zong en percussie speelde. Intussen heeft Naima Joris beseft dat ze een uitzonderlijk laag bereik heeft. Daarmee ontroert en troost ze, vervoert en betovert ze. In een parallel universum lag de wereld aan haar voeten. Maar twijfels over welke richting ze uit moest, podiumvrees en persoonlijke besognes hielden haar uit de spotlights. Tot vorig jaar. Een lockdowfilmpje op YouTube met een cover van 'Sodade' van Cesária Évora maakte veel los. Haar eerste eigen song volgde, 'Bellybutton', en op het afgeslankte Brosella-festival tekende Joris voor haar eerste soloshow ooit. Deze week is er het nagelnieuwe 'Soon', in de lente volgt haar eerste ep.
Je hebt een lange aanloop genomen.
Naima Joris: Zingen was voor mij altijd iets wat ik thuis deed. Maar door met mijn vader samen te werken, begonnen mensen te vragen naar meer. Alleen wist ik niet hoe ik een plaat moest opnemen, zonder band of budget. Ik zong ook alleen maar covers, ik had geen eigen songs. Lara Rosseel, die contrabas speelt bij mijn pa, heeft me dan op sleeptouw genomen, samen met mijn halfbroer Yassin. Ze boekte een paar caféoptredens, maar na drie shows was het al lockdown. (Lacht)
Je vader is een jazzmuzikant, je grootvader zong opera. Ben je opgegroeid in een muzikaal bad?
Joris: Nee. Van mijn elfde tot mijn achttiende woonde ik bij mijn moeder en stiefvader in Zuid-Frankrijk. Muziek speelde daar geen grote rol, maar ik wilde wel een instrument leren. Dat werd uiteindelijk sopraansax. Ik volgde muziekschool, tot ik op een dag het podium op moest. Ik vond dat zo verschrikkelijk dat ik ermee ben gestopt. Eigenlijk kwijnde ik weg in Frankrijk. Ik leed aan slapeloosheid en deed het niet goed op school. Op mijn achttiende ben ik bij mijn vader gaan wonen. Ik wilde de saxofoon weer oppakken, en schreef mij in aan de Jazz Pop-studio in Antwerpen. Ik bloeide helemaal open, maar toen verongelukte mijn stiefmoeder, de moeder van mijn halfbroer en halfzus. Ik was in shock en hield de muziek opnieuw voor bekeken. Het enige wat me nog interesseerde, was mediteren en het boeddhisme. Ik wilde met rust gelaten worden en isoleerde me. Ik wilde zelfs non worden. Ik ben een tijdje onthaalmoeder geweest en ging verpleegkunde studeren. Eigenlijk vocht ik tegen een depressie, maar ik vond de juiste hulp niet. Zingen werd uiteindelijk mijn therapie. Heel stil, op mijn kamer, dat werkte bevrijdend.
Klopt het dat je vernoemd bent naar 'Naima' van John Coltrane, diens ode aan zijn eerste vrouw?
Joris: Ja. Toen ik vier jaar was, heeft mijn pa me meegenomen naar een optreden van de Amerikaanse jazzpianist McCoy Tyner, die nog met Coltrane heeft samengewerkt. Hij heeft toen speciaal voor mij 'Naima' gespeeld. (Lacht) Ik heb ook Coltranes drummer, Elvin Jones, ontmoet toen ik veertien was. In de vinylcollectie van mijn vader zat veel avant-gardejazz, Ornette Coleman, Archie Shepp. Vandaar ook mijn vrijgevochten smaak. In Zuid-Frankrijk woonde ik trouwens in het dorpje naast Nina Simone, ik heb haar nog live gezien in 1997.
Met onder meer een cover van het van haar bekende 'Wild is the wind' heb je de voorbije maanden superlatieven geoogst op Facebook.
Joris: Die aandacht is fantastisch en tegelijk ook pijnlijk. Ik had dit eerder moeten doen. Maar het motiveert mij alleszins om verder te doen.
Na de dood van mijn zus dacht ik: ik ga leven, ik ga mijn verdriet omarmen en van mijn tranen parels maken
Je videoposts zijn heel intiem: je nam ze op in je zolderkamer, in badjas, tussen de drogende was...
Joris: Die liedjes zijn heel spontaan opgenomen, zoals ik ze thuis altijd zing. Alleen krijg je dat nu te zien, omdat iedereen thuis zit. Zonder corona zou ik dat nooit gedaan hebben. Wanneer ik iets zing, primeert het gevoel, niet het visuele. Als ik dan net mijn haar heb gewassen en ik heb mijn peignoir aan, dan ga ik me niet speciaal omkleden. (Lacht)
Zelf word je vaak vergeleken met Melanie De Biasio. Een compliment?
Joris: Zeker. Aan de Jazz Pop-studio ergerde ik mij vaak aan zangers die te 'zangerig' zongen. Ze waren te veel bezig met techniek en niet met gevoel. Met je stem kan je niet liegen. Toen ik Melanie De Biasio hoorde, dacht ik: eindelijk een zangeres die niet met zingen bezig is. Daar streef ik zelf ook naar.
Vorig jaar heb je voor het eerst een eigen nummer uitgebracht, 'Bellybutton'. Deze week volgde 'Soon'. Wat was de trigger om zelf te beginnen schrijven?
Joris: In 2017 vond ik eindelijk de juiste medicatie voor mijn psychische problemen. Maar het onheil bleef komen. Mijn moeder en mijn halfzus, Saskia, kregen kanker. In 2018 is mijn halfzus gestorven. In de laatste weken heb ik mij over haar ontfermd. Toen de dokter kwam vertellen dat ze niet lang meer te leven had, heb ik dat zo poëtisch en zacht mogelijk aan haar proberen te vertalen. Ik zei haar dat ik haar 'straks' weer zou ontmoeten, als ze daarboven was. Daaruit is 'Soon' ontstaan. 'Bellybutton' is een tekst van haar die ik gevonden heb en die ik op muziek heb gezet.
De dood van je zus was in zekere zin een nieuw begin voor jou?
Joris: We hadden de dood van haar moeder al moeten verwerken, en mijn reactie was: ik ga leven. Ik ga van mijn tranen parels maken. Het verdriet omarmen. Anders is het enkel tristesse en kapotgaan. Nu, ik ben harmonisch niet zo onderlegd, ik ken alleen maar basisakkoorden. Ik ben geen grote songschrijver. Het zijn eenvoudige nummers, met een beat en wat gitaar en toetsen. Het is niet makkelijk om daarin heel zware emoties te uiten. 'Soon' klinkt bijna sensueel, eigenlijk. (Lacht) Maar dat past ook bij Saskia.
Het Brussels Jazz Festival is dit jaar een streamingevent. Jammer?
Joris: Voor mij is dit allemaal nieuw, ik vind alles zalig. Ik heb nu ook een geweldige band, met Lara op bas, Niels Van Heertum op eufonium en Vitja Pauwels op gitaar. Straffe muzikanten die heel vrij spelen. Daar wil ik naartoe: een vrije speelplaats, waar van alles kan gebeuren.
“I go my way,” zong je in 2016 op het album met je vader. Wordt 2021 het jaar waarin je jouw weg gaat?
Joris: Het is altijd 'my way' geweest, ook stoppen met muziek en in de zorg gaan hoorden daarbij. Iedereen volgt zijn eigen pad. Ja, ik had eerder muziek moeten uitbrengen. Maar beter laat dan nooit. Aas ik nu op de grote doorbraak? Nee. In te hard verlangen ligt het lijden. Natuurlijk wil ik succesvol zijn, maar ik ga daar niet op zitten hopen. Mijn grootste prioriteit is gelukkig zijn, familie, een dak boven mijn hoofd, liefde en warmte. En mij niet verliezen in de ratrace van de persoonlijke ambitie. Ik ben superdankbaar voor wat er op mij afkomt, maar ik besef ook dat alles vergankelijk is.
Brussels Jazz Festival, 16/1, 20.00, www.flagey.be
Lees meer over: Muziek , Naima Joris , Flagey , Brussels Jazz Festival
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.