Zieke honden, slimme paarden en pluizige tijgers: op zijn nieuwe album Catwalk laat SCHNTZL een hele dierentuin door zijn wonderlijke kamermuziek paraderen. “We hebben opgenomen in 3D.”
Lees ook: In de speeltuin van Brihang
Wie is SCHNTZL?
- Casper Van de Velde (24) groeit op in Denderleeuw, Hendrik Lasure (22) in Brugge
- Beiden lopen elkaar tegen het lijf in 2009 op een stage van Jeugd en Muziek
- In 2016 debuteren ze titelloos als SCHNTZL
- Voor de elektrofunk van Bombataz dossen ze zich uit in ninetieskleuren
- Samen met An Pierlé en Koen Gisen bedenken Van de Velde en Lasure in 2018 een soundtrack bij Sylvia van Fabrice Murgia
- In 2019 out Hendrik Lasure zich als popzanger met Warm Bad
- Als DJ SCHNTZL draaien ze plaatjes van Alioune Mbaye Nder en andere Afrikaanse pophelden
- Na de ep paper, wind, volgt nu het tweede SCHNTZL-album, Catwalk
“Die is teringzwaar,” zegt Casper Van de Velde over een tas met cymbalen die de fotografe wil verplaatsen voor de shoot. Een paar tellen later staat de drummer samen met toetsenist Hendrik Lasure barbershopharmonieën te zingen. “Doob doowa, doobayay, doobie, doobie doobawayay.” Jong, fris en ongeschoren, zoals ze zelf ook zijn.
Plaats delict: de repetitieruimte van SCHNTZL bij workspace voor muzikanten VOLTA in Anderlecht, een ruim kelderhok dat de donkerte wegpoetst door zijn warme inrichting. De gemiddelde mancave is er niets tegen. Een wandtapijt met tijgerprint, gezellige lampadaires, eierdozen tegen het plafond, een hoofddeksel met indianenveren waar Pharrell zijn hoed zou voor opvreten. En véél, vaak ook exotische instrumenten. Een tros geitennagels, Afrikaanse udu's gemaakt door de moeder van een van hun talrijke muzikale vrienden, een doos vol geinige percussiespeeltjes, een piano, synths, samplers. En een heel klein drumstel.
“Dat is een kinderdrumstel,” wijst Van de Velde. Hij maakt geen grap. “Ik heb het gekocht om op mijn kamer te spelen, omdat het compact is en niet veel lawaai maakt. Maar ik heb het toch gewoon gebruikt.”
De klank van de tomtoms doet denken aan het dondergeluid van jazzdrumicoon Art Blakey, glundert Hendrik Lasure. “En dan zit je meteen bij Donder, een andere groep van Casper,” lacht hij. Of bij Thunderblender, een van de projecten van Lasure. Bands waar beide heren een hand in hebben genoeg, overigens: Warm Bad, Bombataz, Leap/Detach, Easy Pieces, The Orange Moon, In Een Discotheek... De lijst lijkt elke week aan te groeien. Maar we zijn hier om te praten over die lap vlees waar een lekker krokante laag paneermeel rond hangt: SCHNTZL.
“Het moederschip,” glimlacht Van de Velde. “De basis,” knikt Lasure. Van de Velde was veertien toen hij het pad van de twaalfjarige Lasure kruiste op een stage van Jeugd en Muziek in Dworp. Het begin van een grote vriendschap en veel muzikaal avontuur dat nu al tien jaar duurt. De groep krijgt gemakshalve het stempel jazz opgeplakt, maar creëert een compleet eigen klankwereld. Eén die op zijn nagelnieuwe tweede album, Catwalk, bevrijd van elk dogma voorbij paradeert. Kinderlijk, speels, naïef, dromerig, wonderlijk zijn de adjectieven die je slaakt wanneer ze hun 'kamerjazz' opengooien.
De muziek van SCHNTZL klinkt heel knus en klein. Is dat ook hoe de muziek ontstaat?
Casper Van de Velde: Heel veel van de muziek is op onze slaapkamers gemaakt, ja. Daar kan je niet luid liggen knallen. Maar wij spelen sowieso graag heel stil.
Hendrik Lasure: In het begin vertrokken we vooral vanuit de piano, en dat is op zich een stil instrument. Nu speel ik ook synth en haal ik er wat effecten bij, maar nog altijd is de muziek van SCHNTZL heel zacht.
Van de Velde: Het is kamermuziek, letterlijk.
Veel van jullie muziek groeit uit improvisatie. Bepalen jullie op voorhand een klankkleur?
Lasure: Nee, we beginnen gewoon te spelen en voelen dan of het iets wordt of niet. We gebruiken daar vaak beelden bij, dikwijls dingen die niets met muziek te maken hebben. Bij 'Natalia' zag ik bijvoorbeeld rennende przewalskipaarden. In slow motion. (Lacht)
En zo vertellen jullie dat ook aan jullie producer, Koen Gisen?
Lasure: Ja. Maar ik heb nooit het gevoel dat we iets aan Koen moeten uitleggen. Hij had op voorhand de insteek voor de opnames bepaald, dat was bijna een dramaturgische keuze. Overal versterkers plaatsen, bijvoorbeeld, waardoor heel de ruimte gevuld werd met klank. Dat gaf een soort van 3D-effect.
Ik werd onlangs uitgenodigd voor een panelgesprek om te bepalen wat jazz is. Ik vond dat verloren moeite
Buiten 'Natalia' figureren op Catwalk ook nog 'Sumi', 'Tujiko', 'Wolfgang', 'Polly', 'Otis'... Vanwaar die liefde voor voornamen?
Lasure: Muziekmaken betekent voor ons werelden scheppen. Omgevingen. Een scenery waarin je je kan nestelen, alsof je in een set zit. Onze tracks zijn personages in die werelden, ze passeren allemaal voor onze lens, op de catwalk.
Elk liedje is ook anders, we willen niet één sound of één manier van spelen. Als je naar het album luistert, beland je in allerlei verschillende sferen.
Van de Velde: Zo'n voornaam roept toch meteen een hele wereld op? Als ik nu Kenneth zeg, denk jij aan een Kenneth en dan associeer je daar van alles mee. 'Natalia' deed ons niet alleen aan paarden denken, maar ook aan de muziek van Rosalía. Als een soort van abstracte interpretatie van de flamenco die zij op zich al uitpuurt. Maar om de link niet te direct te maken, hebben we de naam veranderd. Natalia heeft ook iets heel zuiders, vind ik.
Stimmt. Wolfgang is dan weer minder zuiders.
Lasure: Bij 'Wolfgang' zagen we zo'n Duits paard dat acteert in Amerikaanse films. En dat is dus Wolfgang geworden, omdat we niet gewoon Kluger Hans wilden nemen.
Euh... Kluger Hans?
Lasure: Ken je die niet? Dat was dat superslimme paard dat kon tellen.
Van de Velde: Eigenlijk kon dat paard gewoon heel goed menselijke emoties aanvoelen. Als je het een rekensom liet maken, voelde het aan de reacties van de mensen hoeveel keer het met zijn hoeven moest trappelen. Als muzikant doen wij eigenlijk iets soortgelijks.
Zijn jullie zo met paarden bezig geweest omdat de studio van Koen Gisen, La Patrie, een voormalige paardenstal is, of zijn jullie zelf paardrijders?
Lasure: Haha, nee. Ik ben wel eens op ponykamp geweest, in het vierde leerjaar.
Van de Velde: Koen en zijn dochter zijn zelf wel helemaal into paarden. Het liedje 'Polly' is trouwens vernoemd naar de dochter van Koen en An (Pierlé). Ze heet Isadora Polly. Ze doet ook allerlei kinderkreetjes op 'Tujiko', heel adorable. Er schuilt een actrice in haar.
Nog één personage waar ik iets over wilde weten: wie is Sumi?
Van de Velde: Dat is een hond. Die werd elke keer uitgelaten in de straat waar La Patrie gelegen is. Hij is heel oud en ziek, hij kon nauwelijks nog stappen.
Lasure: Na vijftig meter moest het baasje dat gigantische beest in zijn armen nemen. Ik vond dat aandoenlijk. Het leek een soort piëta. Als Sumi sterft, leeft hij toch verder in ons liedje.
Er zit wat tekst in, maar ik kan nauwelijks horen wat jullie zingen.
Lasure: “Ik kan niet zien van ver.” Dus moet je dichter komen. (Lacht) Je hoeft het niet te verstaan, het gaat gewoon om het gegeven dat er stemmen te horen zijn. Daar hadden we al mee geëxperimenteerd op onze ep paper, wind, twee jaar geleden. 'Thin boy' doet het zonder zang, maar de synths klinken dan weer als kreetjes van een ongemakkelijke puber die geen blijf weet met zijn energie en wiens stem de hele tijd overslaat.
MIND THE GAP
“Ik heb nooit geskatet, maar ik kijk wel op naar skaters,” zegt Lasure terwijl we een frisse neus halen op het binnenplein van VOLTA, dat Byrrrh and Skate heeft getooid met een skatepark. “Je ziet aan mensen of ze skaten of vroeger geskatet hebben. Ze zijn sociaal en altijd chill.” Van de Velde bekent dat hij net een skateboard heeft gekocht, nadat hij en Hendrik de documentaire Minding the gap hadden gezien. “Tweedehands, hé. Van vijf euro. Het staat wel nog altijd op dezelfde plek waar ik het heb neergezet. Eén keer heb ik er op gestaan in mijn living, maar ik lag meteen onderuit.”
Skaters staan anders in het leven, wordt gezegd. Hebben jullie dat ook niet als muzikanten?
Van de Velde: Ik denk van wel. Muziekmaken is net zo goed een manier om de wereld te verkennen.
Lasure: Ik bewonder vooral het doorzettingsvermogen van skaters. Als ze een trick onder de knie willen krijgen, blijven ze oefenen tot het lukt. Ook al gaan ze een paar keer flink op hun bek.
Heb je als muzikant ook durf nodig?
Van de Velde: Je moet een barrière over, ja.
Jij hebt eens gezegd dat je niet graag op een podium staat, Hendrik.
Lasure: Klopt. Maar dat is wel veranderd, met dank aan groepen als Bombataz, waar ik helemaal vooraan op een synth sta te ploinken en niet meer met een kromme rug weggestopt over een vleugelpiano hang. Nu, als ik zou mogen kiezen tussen platen maken en concerten spelen, kies ik sowieso het eerste. Ik zie dat als mijn eigenlijke stiel.
“Als je moet vragen wat jazz is, dan zal je het nooit weten,” zei Louis Armstrong ooit. Maar toch: kan je de uitkomst van die stiel jazz noemen?
Lasure: Geen idee.
Van de Velde: Over welke soort muziek we maken, denken we eigenlijk niet meer na.
Lasure: We hebben natuurlijk allebei een jazzopleiding gevolgd, dus kan je ons daar aan verbinden. Al moet ik zeggen dat ik vooral geprobeerd heb om wat ik op het conservatorium heb geleerd uit mijn lijf te schudden.
Van de Velde: Je krijgt denkbeelden of patronen opgespeld, die je vast zetten. SCHNTZL gaat net om vrijheid. Alles kan.
Lasure: Dat idee van wat muziek zou moeten zijn en wat een goeie muzikant is, dat zit er nog altijd in. Maar dat strookt totaal niet met de werkelijkheid. Of toch niet met de onze. Ik kan heel erg genieten van muzikaal amateurisme. Van iemand die totaal geen kennis van muziek heeft, die niet weet wat hij aan het doen is en totaal verkeerde dingen doet. 'Verkeerd', daar zeg je het al.
Een soort naïviteit...
Lasure: ... is je afgenomen. En misschien is dat wat wij weer opzoeken. De noemer jazz is ook zo open geworden. Onlangs werd ik door JazzLab uitgenodigd om deel te nemen aan een gesprek over jazz. Zaten we daar met dertig mensen te bepalen wat jazz is. Verloren moeite.
Wat heeft jou oorspronkelijk wel verleid tot die jazzopleiding?
Lasure: Ik volgde klassieke piano in Knokke, maar ik ontdekte dat je in de jazz veel meer speelplezier kon hebben. Klassieke muziek, dat was partituren spelen en recht zitten. En ineens was het chips eten en Fanta's drinken. (Lacht)
Van de Velde: Mijn vader nam me een keer mee naar Dendergalm, de fanfare van Denderleeuw. Hij speelde trompet, en ik begon wat te trommelen. Daar was ik snel mee weg. Dan ontdekte ik de plaat A night in Tunisia van Art Blakey, en die vond ik zo spannend en hip dat ik nooit nog iets anders wilde doen.
Lasure: Ik speelde piano en luisterde naar Milk Inc. En dan zag ik plots een filmpje van 'On the sunny side of the street' van Dizzy Gillespie. Die bolle kikkerwangen, en dan zijn band die er een feest van maakte... Dat sociale aspect van muziekmaken vond ik ongelofelijk intrigerend.
Van de Velde: Muziekmaken is communiceren.
Vond je dat niet terug bij Milk Inc.?
Lasure: Ik heb nooit Milk Inc. willen zijn. Ik vond dat gewoon nice.
Van de Velde: Ik wel. (Lacht) Nee. Maar ik hou wel van performen. Toen ik vroeger naar concerten ging, wilde ik niets liever dan zelf op dat podium staan. Dat leek me pure magie. Nu is het cool als je die magie voelt wanneer we samen op het podium staan.
Jullie waren piepjong toen jullie samen muziek begonnen te maken. Is dat het geheim van jullie band?
Lasure: We hebben samen gepuberd, dat helpt. (Lacht)
Van de Velde: Toen we nog geen lief hadden, deden we altijd alles samen. Muziek luisteren, pintjes drinken, cultuur opsnuiven, veel praten, elkaars smaak leren kennen. Nu is dat minder. Je moet soms ook een béétje afstand kunnen nemen.
Catwalk is nu uit (W.E.R.F. Records)
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.