Elke week serveren we een diepgaand gesprek met een artiest in zijn favoriete café. Vandaag praat danser Misha Demoustier over zijn doorbraak bij dansgezelschap Voetvolk, zijn eerste film, een dansvoorstelling met zus Zoë, nieuwe muzikale avonturen en zijn vader, oorlogsreporter Daniel Demoustier.
| Misha Demoustier op de stoep bij café Merlo
Dat Misha Demoustier (22) naast danser en muzikant nu ook acteur is, heeft hij onrechtstreeks te danken aan Lisbeth Gruwez, de choreografe van dansgezelschap Voetvolk die hem zijn dragende rol gaf in Into the open. Deze met knaldrang geïnjecteerde dansvoorstelling, die simultaan een rockconcert is en deze week te zien is op de Feeërieën, lanceerde de nieuwbakken Brusselaar de voorbije maanden op de nationale en internationale podia. Blijkt dat dans slechts een van de sporen is waar hij zijn weg in aan het zoeken is.
Volgens Demoustier overtuigde Gruwez regisseur Caroline Strubbe om hem na een eerste mislukte auditie een tweede kans te geven. “Er was meteen een klik,” glundert Demoustier nog na in café Merlo. “Ik praat meestal tamelijk zacht, maar haar lukte het om mij ook luid te doen roepen. Om er echt alles te doen uitkomen, is er blijkbaar wat externe druk nodig.”
“Ik ben op dit moment heel blij met alle kansen die zich aandienen,” klinkt het dankbaar bij de jonge creatieveling die Leuven een tijd geleden inruilde voor Brussel. Hij beseft dat hij geprivilegieerd is. Misha is de zoon van voormalig oorlogsreporter Daniel Demoustier en de jongere broer van de eveneens bijzonder getalenteerde danseres en choreografe Zoë Demoustier. “Waar ik vandaan kom, de jeugd die ik gehad heb, de kansen die ik gekregen heb om op jonge leeftijd op een podium te staan… Het heeft me zeker makkelijker de artistieke scene doen inrollen.”
Ik zou mezelf in de toekomst graag beter kunnen uiten en wat ik daarover geleerd heb in dans en performance ook in andere disciplines toepassen
Soms vraagt Demoustier zich af of hij zich niet beter meer zou focussen op één ding. “Maar het mooie aan dit land en aan Brussel is dat dat niet hoeft. Op dit moment lijken al die mogelijkheden op me te wachten tot ik ze mijn eigen realiteit maak. Het is tof om dat te beseffen, want vroeger had ik het idee dat je heel hard moest uitblinken in één ding, waarin je het vervolgens moest maken.”
Dat obsessief met iets bezig zijn, heeft hij van zijn vader. “Toen ik een technische filmopleiding volgde bij Syntra zei een leerkracht die als journalist met hem samenwerkte, dat hij hem ooit gevraagd had een brandweerman te volgen. Even later liep hij gewoon mee een brandend huis in om er zwartgeblakerd weer uit te komen. Hij had het zoals altijd iets te letterlijk genomen.”
Alleentijd
Door niet voor één discipline te kiezen en volop verschillende richtingen uit te gaan, vermijdt hij bovendien getypecast te worden, bijvoorbeeld als de eigenwijze danser die hij in Into the open zo overtuigend neerzet. Dat zelfzekere typetje lijkt hem op het getatoeëerde lijf geschreven, maar steekt enigszins af met zijn timide karakter.
“Ik heb altijd veel tijd voor mezelf nodig gehad. Alleentijd. Tijdens de pandemie kreeg ik de kans om echt zo te leven. Dat deed veel deugd. Toen iedereen opnieuw begon samen te komen was ik er nog niet klaar voor. Tot ook ik voelde dat het tijd was er weer tegen aan te gaan. Into the open kwam toen precies op het juiste moment.”
De voorstelling van Voetvolk heeft zijn nieuwsgierigheid naar andere kleuren aangescherpt. “Voordien speelde ik meestal intiemere rollen, die dichter bij mijn persoonlijke leven aanleunden. Deze veel explosievere rol is totaal anders. Precies die afwisseling daagt me uit en heb ik nodig om me in balans te houden, want ik durf mezelf weleens verliezen in iets.”
Spiegelbeeld
Vlak voor de première van Into the open vertelde Gruwez ons dat ze het publiek een (spiegel)beeld wilde gunnen van hoe mensenmassa’s interageren. We zagen dansers en muzikanten pogo’s, moshpits en zelfs 'Sound of c'-s uitvoeren. “Met die laatste dansbeweging was ik zelf wat minder vertrouwd (lacht), maar het klopt, al is de voorstelling sinds de première hard gegroeid. De eerste voorstellingen stonden heel hard in het teken van uitpakken, terwijl we nu veel meer aan het spiegelen zijn geslagen. Het enige wat je als performer ‘fout’ kan doen, is iets initiëren dat niemand in het publiek doet. Op zijn best wordt het dan zoals onlangs in Marseille, waar we naar mijn mening onze beste show gegeven hebben. Elke keer er iets ontstond op het podium had het publiek erom gevraagd. Pure magie!”
Voor Demoustier is het een surplus dat Gruwez en haar artistieke wederhelft Maarten Van Cauwenberghe, die met zijn elektropunkband Dendermonde de voorstelling voortstuwt, hun performers veel vrijheid gunnen. “Dat maakt alles heel spannend. Pasjes of echte choreografieën zijn er amper, wel een aantal richtlijnen, want onze bewegingen lopen samen met de muziek. Niet alleen de dansers dansen op die muziek, ook de muzikanten maken muziek op de bewegingen die de dansers uitvoeren. Van Lisbeth heb ik geleerd om op het podium steeds af te wisselen tussen wat zij de triangel noemt: je innerlijke gevoel, je observaties en je projecties. Doe je dat, dan blijft alles vers. Je observeert elkaar en doet elkaar na, maar alles overkomt je.”
Potentieel
Het interessante is dat Voetvolk, een dansgezelschap, door deze voorstelling, die uit zijn format stapt, connecties is beginnen smeden met rockzalen en popfestivals. “Daardoor krijgen ook de dansers het gevoel in een echte band te zitten. Het lijkt alsof we net onze debuutplaat hebben uitgebracht en dit onze eerste tournee is.” Na het concertseizoen met de première in de AB zijn nu de festivals aan de beurt met naast een passage op de Feeërieën ook optredens op Pukkelpop en in het Rivierenhof.
“Het verschil tussen een dans- en een rockpubliek is natuurlijk dat de mensen die komen kijken naar een rockconcert meestal de muziek al kennen. Dat is bij ons niet het geval. Daar ligt dus nog een grote uitdaging, maar hoe cool zou het niet zijn om het vaste patroon van een dansvoorstelling waar je maar één keer naar gaat kijken te doorbreken? Deze show heeft daar het potentieel voor.”
Collateral damage
Contrasterend met het pure krachtvoer van Into the open is de nieuwe voorstelling die hij nu met zijn zus maakt (en volgend voorjaar in première gaat bij Ultima Vez) opnieuw een persoonlijker werkstuk is. Een belangrijke inspiratiebron was de dementie van de vader van de vriend van Zoë, wijlen zanger Kris De Bruyne. “De voorstelling gaat over een levenslijn, van jong naar oud, en vice versa,” klinkt het. “Maar in tegenstelling tot wat je zou kunnen denken, is de uitvoering helemaal niet zweverig en heeft ze best veel power. Zoë is op dit moment heel hard haar eigen stijl aan het ontwikkelen en verbaast me op een enorm positieve manier.”
De eerste keer dat hij haar solo Unfolding the archive zag, kon hij ze nochtans niet uitkijken. De voorstelling die zijn zus gemaakt had over haar band mat hun vader was te confronterend. Eerder dan over zijn oorlogsreportages ging het over het gezin Demoustier en de collateral damage van een vaak afwezige vader. “Een dag later lukte het me wel en was ik onder de indruk van de eerlijkheid van mijn zus. Dat apprecieer ik wel, want zelf durf ik weleens iets te verdoezelen. Maar bovenal was ik heel trots.”
De voorstelling overtuigde hem om opnieuw met haar samen te werken nadat dat een eerste keer tijdens haar afstudeerproject niet in de beste verstandhouding verliep. “Waarschijnlijk de leeftijd,” zegt hij daar nu over. “Ik heb het nog steeds moeilijk om autoriteit te aanvaarden. Maar de rollen zijn nu meer opgesplitst. Ik maak de muziek en daar laat ze me vrij in.”
Ambacht
Initieel was het de bedoeling dat Demoustier ging meedoen als een soort van special act of zou verschijnen als muzikant, maar intussen staat hij ook als danser gewoon mee op het podium. “Theatermuziek vind ik leuk omdat die veel richtingen kan opgaan en ik vertrouwd ben met het proces. Bij Voetvolk merkte ik een contrast in werkwijze tussen muzikanten en dansers. Onze dansers zijn ontzettend gedisciplineerd en echte teamplayers. De muzikanten werken meer op gevoel. Ik zweef zo’n beetje tussen de twee.”
Zijn recente ervaringen als performer, de repetitieve trance van Into the open voorop, hebben ook zijn eigen muzikale productie een ferme boost gegeven. “Ik heb mezelf een tijd nogal obsessief gitaar leren spelen. Nu trek ik dat open en vermeng ik het instrumentale met elektronische geluiden.”
Wat dan weer in contrast staat met de opleiding muziekinstrumentenbouw waar hij dit najaar aan wil beginnen. “Ik heb me ingeschreven voor luit. Alles gaat tegenwoordig zo snel dat ik graag de tijd wil nemen om geduldiger aan de slag te gaan. Noem het een terugkeer naar de ambacht.” Het is een pad dat hij de voorbije jaren wel vaker bewandelde. Van verfijnde verinnerlijking naar explosieve veruiterlijking, en weer terug.
“Ik probeer me niet vast te pinnen op een parcours,” besluit hij, “maar ik zou mezelf in de toekomst wel graag beter kunnen uiten en wat ik daarover geleerd heb in dans en performance ook in andere disciplines toepassen.”
INTO THE OPEN
25/8, 19.00, Feeërieën, Gare Maritime, www.abconcerts.be
Lees meer over: Podium , Feeërieën , voetvolk , misha demoustier , smalltalk/longread