Het Brusselse 'theater voor jong publiek' Bronks bestaat dertig jaar. Het hielp makers als Pascale Platel, Maaike Neuville en Bruno Vanden Broecke groot worden, én leerde zijn publiek en de wereld dat het Beslan-gijzeldrama ook op kindermaat verteld kan worden. 'A Bronks Tale' in vijf hoofdstukken.
| Pascale Platel in 'Ola pola potloodgat' (2001)
1991 – Pionieren met Oda Van Neygen
De wortels van Bronks zijn verstrengeld met die van het jeugdtheater in ons land. De stichter van Bronks, Oda Van Neygen, begon in 1976 als vrijwilliger bij de Beursschouwburg, waar directeur Frans Van Langendonck toen nog gewoon voorstellingen voor volwassenen aan kinderen voorschotelde. Van Neygen mocht er langzamerhand jeugdtheatervoorstellingen aanbrengen, en zo introduceerde de Beursschouwburg in 1980 de slogan ‘Elke zondag kinderdag’, met een aanbod uit verschillende disciplines.
Van Neygen: “Op het vlak van Nederlandstalig jeugdtheater waren er in België toen alleen het Koninklijk Jeugdtheater (KJT) in Antwerpen, dat vooral brave sprookjes bracht, de kindermusicals van het Speeltheater van Eva Bal in Gent, het animatietheater van Stekelbees en het poppentheater van Taptoe.” Veel jeugdtheater was ‘vormingstheater’ dat een educatieve boodschap verpakte. Dan importeerde Van Neygen liever uit Nederland – zoals de legendarische poppenspeler Jozef van den Berg – of liet ze theatermakers als Blauwe Maandag Cie, Jan Decorte en tg Stan voor een jong publiek spelen.
Toen een nieuwe directie de Beursschouwburg een nieuwe koers liet varen, ging Van Neygen op zoek naar geld om zelf een echt jeugdtheater op te richten. “Met iemand die instond voor de zakelijke leiding, de promotie en de omkadering vond ik onderdak in het Centrum voor Amateurkunsten (nu Zinnema) in Anderlecht, en ik kreeg een ongemeubileerd bureau in Elsene. In december 1991 is Bronks opgericht. De naam kwam van Nederlander Ad van Iersel, die ook de eerste kleutervoorstellingen maakte: ‘BRussel ONderwijs KunSt’. Gedurende 23 jaar – in 2014 ging ze met pensioen – zou Van Neygen Bronks niet alleen een ijzersterke artistieke reputatie bezorgen. Na een lang nomadisch bestaan realiseerde ze ook een eigen theatergebouw, dat haast evenveel moeite kostte als de opstart van Bronks. “Als ik het nu zou moeten overdoen, zou ik er niet aan beginnen. Het was waanzin,” zei ze bij haar afscheid.
2001 – De prijzen van Ola Pola Platel
Bronks heeft altijd voorstellingen uit binnen- en buitenland naar Brussel gehaald, maar ook altijd eigen producties gemaakt. Paul Peyskens regisseerde in 1993 de eerste echte Bronks-productie Terugblik misschien, met Wouter Hendrickx, Lilitcha Mutumwinka en Silvana Span. Omdat er in de beginjaren maar weinig jeugdtheater bestond, had Oda Van Neygen de gewoonte om talent uit het volwassenentheater en de toneelopleidingen werk voor alle leeftijden te laten maken. Zo hebben heel veel succesvolle theatermakers een aantal van hun eerste stapjes bij Bronks gezet. Steven Van Herreweghe, Inne Goris, Dimitri Leue, Olympique Dramatique, Patrick en Filip Jordens, Mieja Hollevoet, Maaike Neuville, Raven Ruëll, Bruno Vanden Broecke, Joost Vandecasteele, Joris Van den Brande, Ruth Beeckmans, Joris Hessels, Dominique Van Malder, Carly Wijs, en recenter Haider Al Timimi, Arber Aliaj, Atta Nasser, Julie Delrue, Tomas Pevenage, Ballet Dommage en Compagnie Barbarie groeiden mee met de reputatie van Bronks.
Maar de meest iconische Bronks-productie is wellicht Ola pola potloodgat uit 2001, van het vrijmoedige, absurdistische, vrolijke, stoute en charmante duo Pascale Platel en (die andere vaste Bronks-klant) Randi De Vlieghe. Platel had bij Bronks eerder al De koning van de paprikachips gemaakt, maar met dit uiterst geestige en verbeeldingsrijke stuk wonnen de twee niet alleen de toen gezaghebbende 1000 Watt-prijs voor jeugdtheater, maar ook de Grote Theaterfestivalprijs 2002. Het was de eerste en voorlopig enige keer dat het Theaterfestival een jeugdvoorstelling bekroonde, en dat heeft voor een heel andere kijk op het jeugdtheater gezorgd. Ola pola potloodgat toerde intens door België en Frankrijk, terwijl Platel dat succes niet had zien aankomen. “Ik wou eerst eigenlijk een monoloog maken, maar Randi vroeg of hij met mij mocht meespelen – net zoals op de speelplaats. We huurden een zaaltje waar we ons twee maanden rot hebben geamuseerd en op het moment van de première wisten we eigenlijk niet wat we gemaakt hadden. Die Theaterfestivalprijs winnen was ook heel onwennig. Vanaf toen had ik het gevoel op een draaimolen te zitten waar ik niet meer af kon.”
2006-2009 – Bouwen op braakliggend terrein
Al van bij het begin van Bronks in 1991 bestonden er plannen om een eigen theater te bouwen. Maar door het omgooien van plannen en de zoektocht naar budgetten zou de eerste steen van het theater aan de Varkensmarkt pas in 2006 gelegd worden, en werd het pas in 2009 in gebruik genomen. Daarvoor leidde Bronks een nomadisch bestaan, met als uitvalsbasis vanaf 1993 het Gesùklooster in de Brialmontstraat in Sint-Joost, dat maar een heel kleine capaciteit had. Het Paleis voor Schone Kunsten bood een extra speelplek, en voor de Bronks-festivals werd uitgeweken naar locaties als De Markten, De Kriekelaar of de Bottelarij. Maar dat was allemaal erg omslachtig. Talloze leegstaande gebouwen werden bezocht. Huidig zakelijk leider Piet De Coster, met 22 jaar inmiddels het langst dienend bij Bronks, begon er in 1999 dan ook met de opdracht een geschikt terrein te vinden, nadat ook plannen van architecte Martine De Maeseneer voor een theater in de Moutstraat waren afgekeurd.
De Coster: “Het is een lange lijdensweg geweest waar ik uren over kan vertellen. Nochtans vonden we snel het terrein aan de Varkensmarkt, en ook het nieuwe ontwerp van De Maeseneer was er meteen. Maar het duurde zo lang voor de grond kon worden gekocht, dat Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux op een gegeven moment nog met het idee kwam om Bronks terug in de Beursschouwburg te steken. Zowel bij ons als bij de Beursschouwburg sloeg dat in als een bom, waardoor we op het braakliggende terrein tussen het onkruid met allerlei artiesten de protestactie SKNORB hebben opgezet. Tot Pascal Smet het theater uiteindelijk met geld van de VGC gebouwd heeft.”
Zo kwam het opmerkelijke gebouw met glazen gevel en sheddak, een zaal voor tweehonderd personen en een grote studio met twee veelgebruikte repetitieruimtes aan de straatkant er dan toch.
2016 – Internationaal met een gijzelingsdrama
In het volwassenentheater zijn internationale tournees van Belgische gezelschappen gebruikelijk, maar in het jeugdtheater zijn successen in het buitenland minder evident. Toch kan Bronks ook op dat vlak pluimen op zijn hoed steken. Franse vertalingen en tournees door Frankrijk en Nederland waren al langer geen uitzondering meer, maar in 2014 maakte regisseur Carly Wijs met acteurs Gytha Parmentier en Roman Van Houtven de voorstelling Wij/Zij, geïnspireerd op de dodelijke gijzeling van een Russische school in Beslan in 2004. In 2016 stond Us/Them op het prestigieuze Edinburgh Festival Fringe, werd het door The Guardian opgepikt met een vijfsterrenrecensie, en volgden aanvragen uit China, Australië, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika.
Dat een stuk met zo’n zwaar thema Bronks internationaal succes bezorgde, bevestigde nogmaals de filosofie van het huis om ook zeker de jeugd niet te onderschatten. “Kan je een verhaal over terrorisme aan negenjarige kinderen vertellen? Zelfs in Vlaanderen kregen we het idee eerst amper verkocht, en nu brengt het wereldwijd de discussie op gang over wat kindertheater kan zijn,” zei theatermaker en voormalig Bronks-leider Marij De Nys daarover. “Soms duren de nagesprekken langer dan de voorstelling zelf. Zo leer je veel bij over jeugdtheater en de omgang met kinderen in andere landen.”
Carly Wijs zou met Gytha Parmentier en Dries Notelteirs later opnieuw succes behalen met Show, over seksualiteit. En omdat Wij/Zij ook een succes was in Frankrijk, kwam het overlegmoment voor alle Franse programmatoren van jeugdtheater (Rida) heel uitzonderlijk naar Brussel tijdens het festival – nu EXPORT/IMPORT – dat Bronks organiseert met zijn Franstalige Brusselse tegenhanger La Montagne Magique, en dat ook afgelopen jaar in november weer honderd programmatoren lokte om Belgische artiesten een internationale springplank te bieden.
2022 – De toekomst tegemoet
Dit seizoen 2021-2022 viert Bronks dus zijn dertigste verjaardag. De huidige artistieke en dagelijkse leider Veerle Kerckhoven, die in 2014 Oda Van Neygen opvolgde, aanvankelijk samen met Marij De Nys, werkt al twintig jaar bij Bronks. Zij maakte ook de rock-’n-roll van de Brialmontstraat nog mee. “Dat was bijna een scoutslokaal waar je nu geen theater meer zou mogen maken. We hebben er nog een jeugdclub gehad tussen de ratten in de kelder.”
Dan is de vooruitgang duidelijk. In het laatste precoronajaar 2019, programmeerde Bronks 1.111 activiteiten voor een totaal publiek van 79.326 personen. In 2014 won Bronks als beloning voor die minder bekende maar uitgebreide educatieve werking de Cultuurprijs voor Cultuureducatie. Na corona gaat Bronks weer stilletjes richting 60 schoolvoorstellingen per jaar. Kerckhoven: “Na de moeilijke periode die we achter de rug hebben, is de dertigste verjaardag de gelegenheid voor een groot gratis feest voor alle leeftijden en doelgroepen, waarvoor je niet hoeft te reserveren.” Ochtendmensen zijn al vanaf elf uur welkom op het terras met acts waar ook baby’s, peuters en kleuters van kunnen genieten. Na de middag is er de Bronks-bingo waar je het konijnenpakje van Gytha Parmentier uit Show en de onderbroek van Joost Vandecasteele uit Clash kan winnen. Daarop volgt een dj-spektakel en een No Parents Allowed Party, waarna tal van Bronks-artiesten acts opvoeren, het Brusselse collectief The Gap dancebattles organiseert, BRUZZ om middernacht de vrouwelijke dj’s van Supafly Collective cohost, waarna nog een nachtelijke party volgt.
Nog verder in de toekomst worden Ballet Dommage en Compagnie Barbarie vanaf 2023 huisgezelschappen, en trekken de Bronks-producties Rita en The happy few respectievelijk naar Japan en naar Duitsland en Zwitserland.
THE PARTY – 30 YEARS BRONKS
28/5, 11.00, Bronks, www.bronks.be