Het station van Schaarbeek. Vroeger was het een plek waar mensen werden opgehaald en afgezet om niet naar het louche Noordstation te moeten rijden.
Train World: van stoom tot elektrisch
Lees ook: 100.000 bezoekers voor Train World
“Afstappen in Schaarbeek” werd dan ook een Brussels eufemisme voor coïtus interruptus, zo vertrouwde Freddy Smekens mij ooit toe.
Met de verschraling der dienstverlening kwijnde het prachtige stationsgebouw weg. Maar nu herleeft het dankzij Train World. Je kunt er komen met de trein, uiteraard, maar ook met tram 92 en de bussen 69 en 59.
Een kaartje kost 10 euro (7,50 euro voor ouderen of jongeren). Het bezoek begint in de voormalige lokettenzaal die zelf al de moeite waard is. Er staan modellen van stations en van treinen die nog gemaakt werden in de ateliers van de NMBS, werkende juweeltjes, gebouwd door de arbeiders in de tijd dat het werk nog niet terminaal was gestroomlijnd. Achter het loket een collectie uniformen en de spitsvondige kaartjesmachines van vroeger. Vandaar gaat het naar buiten, naar een spiksplinternieuw gebouw. Binnen is dat een donker hol, de bezoeker brengt best een zaklamp mee om een en ander te kunnen lezen en zien. We leren er over de voortrekkersrol die België speelde bij de geboorte van het treinverkeer, met bijvoorbeeld de figuur va Jean-Baptiste Masui, maar een aantal mythes over de oorsprong van de trein worden er niet ontkracht. Stevenson? En Trevithick dan?
Daarna volgen er ruime zalen met treinlocomotieven en -wagons, de trein tijdens de oorlogen, de evolutie van stoom tot elektrisch met aandacht voor de techniek. Dan is er de spooraanleg zelf, de trein in het toerisme en de relatie tussen trein en post, met een heuse postwagon. De koninklijke treinwagons mochten natuurlijk niet ontbreken.
Onderweg is er één rommelig zaaltje met klokken, seinen en lampen: de ‘zolder’. Veel ‘klein materiaal’ dat rond de spoorwegen hangt is er te zien. Dit mocht best wat ruimer. Vergeet niet in de schuiven te snuisteren. De weg naar de uitgang verloopt via een bovenverdieping (er zijn overal liften) waar we onder andere een miniatuurtreintjesdiorama vinden en simulators om zelf eens voor conducteur te spelen. Terug naar het zonlicht verwachtte ik modeltreintjes in de shop. Neen dus. Niet veel soeps.
“België had tot nu toe geen volwaardig spoorwegmuseum”, klonk het bij de opening van Train World in september vorig jaar. Dat is niet waar. Ik heb in mijn schooltijd meerdere keren het museum in het Noordstation bezocht. Daar liepen we alleen rond en nog gratis ook. Tijdens de zoveelste besparingsronde werd het gesloten. Het oude museum was technischer: ik herinner mij de werking uitgelegd van ‘kwikschakelaars’ onder het spoor en veiligheidsseinen via een ‘krokodil’. Boeiend. Het huidige museum gaat minder in detail. Maar anderzijds zijn ze er niet in de val van de speelsheid getrapt, waar alle echte spullen vervangen zijn door ‘interactieve multimedia’ of zoiets. Het is een museum dat ook de specialist nog zal aanspreken. Het spoorhuisje, dat zowat het uithangbord van het nieuwe museum vormt, is wel zo’n gimmick: het verwijst naar de schilderijen van Delvaux maar voegt verder niets toe. Misschien ook de enige reden waarom alles hier zo donker is?
De dorst roept ons via het Elisabethplein terug naar het stationsgebouw, met een cafetaria. Het is er zeer lawaaierig, de plek wordt uitgebaat door een keten, RN, dat traditionele Belgische keuken aanbiedt met vrij dure drankjes. De belevenis is goed voor een regenachtige namiddag, uitgezonderd de twee passages in de buitenlucht.
Lees meer over: Schaarbeek , culture
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.