Er zijn veel te veel bijenkorven in Brussel,” zegt Marc Wollast van Apis Bruoc Sella, een organisatie die de natuur in de stad wil bevorderen. “Het is een echte hype. Ze kapen het voedsel weg voor de neus van de honderd soorten wilde bijen in de stad, die levensbelangrijk voor de biodiversiteit zijn.”
Natuurvereniging: ‘Teveel aan bijenkorven bedreigt ecosysteem’
Wat hebben het gemeentehuis van Jette, de Senaat, het Sofitel in Etterbeek, City 2, de krant Le Soir en concerttempel AB gemeen? Allemaal hebben ze bijenkorven op het dak. Een populaire zet, maar zo helpen we de natuur niet, zegt Marc Wollast van Apis Bruoc Sella. “Wij zijn tegen grootschalige professionele bijenteelt in Brussel. Vaak is het greenwashing. Het is een manier voor de opdrachtgever om zich een groen imago aan te meten. Potjes honing van het eigen dak worden een visitekaartje.”
In 2014 vertelde Wollast aan Bruzz dat hij elke dag minstens één aanvraag kreeg van een bedrijf of publieke instelling die eigen bijenkorven wil. “Een aantal bijenkorven kan zeker, maar we schatten dat er nu al duizend hangen in het gewest", zegt hij anno 2017. "Al die honingbijen moeten ook voedsel zien te vinden: nectar en stuifmeel van bloemen. En dat is er lang niet genoeg. De Koningsstraat is een klassiek voorbeeld: drie bijenkorven op het dak van Le Soir, drie op het dak van de Senaat, en nog eens twee of drie bij de Fortisbank. En dat allemaal op een plek waar je alleen de Kruidtuin en het Warandepark als groene zones in de buurt hebt. Dat is veel te weinig.”
“Een korf met daarin 40 à 50.000 honingbijen heeft jaarlijks bijvoorbeeld 30 à 40.000 appelbomen met bloesems nodig om te kunnen overleven. Het precieze aantal hangt af van de plantensoort, maar zeker is dat ze heel veel voedsel nodig hebben. Imkers in de stad weten dat en voederen hun bijen bij met suikerstroop. Maar zij verjagen de wilde bijen in de buurt, en daardoor sterven die.”
Wilde bijen
Want niet alleen honingbijen leven van stuifmeel en nectar, ook honderden soorten wilde bijen. “Zij produceren geen honing, maar zijn wel uiterst nuttig voor de biodiversiteit. De perenboom bijvoorbeeld is de eerste boomsoort die tot bloei komt. Bij temperaturen onder 12 graden komen honingbijen niet buiten, en dus zijn het wilde bijen die de perenbomen bestuiven, zodat wij later kunnen genieten van peren.”
“Een ander voorbeeld zijn tomaten. Hommels zoemen niet zomaar, maar zenden een zwaar ultrasoon geluid uit om het stuifmeel van tomatenplanten te oogsten. Zo krijgen we tomaten. Er zijn ook minuscuul kleine bloemetjes waar honingbijen niet in kunnen, en die worden dan bestoven door minuscuul kleine wilde bijtjes. Enzovoort.”
Veel kleinschalige, hobby-imkers zijn van goeie wil, zegt Wollast. “Ze weten dat de bijen het moeilijk hebben, houden van de natuur en willen iets goeds doen. Maar je moet geen kippen kweken als je vogels wil redden. In de natuur is alles met elkaar verbonden.”
Vijf thesisstudenten van professor in de agro-ecologie Nicolas Vereecken (ULB) hebben vorig jaar voor het eerst onderzocht welke soorten bijen in Brussel leven. De resultaten werden vorige week voorgesteld op een conferentie. Wollast: “De studenten ontdekten dat er minstens honderd wilde soorten in Brussel leven. Niet alleen in de natuurgebieden in de stad, ook de volkstuintjes bleken veel wilde bijen te trekken.”
Telling gevraagd
Wilde bijen leven in groepen van enkele tientallen, hommels hokken met enkele honderden samen. Ze zijn dus niet opgewassen tegen het oprukkende honingbijgeweld. “Apis Bruoc Sella vraagt daarom dringend dat minister van Leefmilieu Fremault (CDH) een telling en kadaster organiseert van alle bijenkasten in het gewest, en een telling van de wilde bijensoorten in de stad.”
“Daarnaast willen we ook dat in de parken de juiste planten en bloemen worden geplant, zodat bijen er meer voedsel kunnen vinden. We hebben Brussel Mobiliteit bijvoorbeeld overtuigd om op de Woluwelaan aan het Trammuseum een bloemenweide op de middenberm in te richten. Bij de laatste telling zoemden er 25 wilde bijensoorten rond! Dat doet Leefmilieu Brussel ook goed in de eigen beheerde parken. Het probleem is alleen dat veel parken in handen zijn van de autonome Brusselse gemeenten, die niet altijd bezig zijn met het redden van wilde bijen.”
Burgers met tuin of terras die Brusselse bijen willen helpen met een paar sappige geschikte bloempjes, kunnen terecht op de website van Apis Bruoc Sella voor meer informatie.
Lees meer over: Debat
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.