Brusselse handel recht de rug: ‘Tot 70 procent klanten keert terug’

Het is ongeveer een maand geleden dat de niet-essentiële winkels de deuren terug openden, en een week sinds de horeca terug open ging. Ook al zijn de cijfers nog niet zoals tevoren kijken Brusselse handelaarsvereniging voorlopig tevreden terug naar de heropening: “De veiligheid was onze eerste prioriteit”.

“Veiligheid was onze eerste zorg,” zegt Quentin Huet van handelsvereniging Shopera. Die vereniging legt zich vooral toe op op de zone tussen de Beurs en het Rogierplein. In samenwerking met schepen van Economische Zaken Fabian Maingain (Défi) tekenden ze een veiligheidsplan uit voor de Brusselse Nieuwstraat waarbij mensen in 'gangen' lopen, zodat niemand elkaar moet kruisen. “Daarom hebben we een in- en uitgang gemaakt zodat iedereen aan een zijde van de straat dezelfde richting uitloopt, en dat verloopt zeer goed,” aldus Huet.

Ook over de terugkeer van het cliënteel is Huet zeer te spreken: “Voor de Nieuwstraat merken we dat we op 60 à 70 procent zitten van het normale niveau. Maar er is een groot verschil tussen de winkels onderling. Grotere ketens met jongere en urban kledij doen het beter.”

Volgens Huet is er ook een groot verschil tussen het zuiden van de Nieuwstraat, die uitkomt op het Muntplein en het noorden, waar aanzienlijk minder klanten komen. “Winkels in het shoppingcentrum doen het slechter, mensen willen buiten zijn en gaan dus liever in de straat zelf winkelen. Ook de kleinere zaken en speciaalzaken, die zich vooral in het noorden bevinden hebben het toch iets moeilijker”.

Grote verschillen

Anton Van Assche ziet een gelijkaardige tendens: “Breed genomen zitten we inderdaad aan 70 procent terugkeer,” aldus de coördinator van de Brussel werking van Unizo. “Maar de cijfers verschillen sterk per sector”.

Van Assche is de aanpak van de Nieuwstraat genegen, maar geeft ook aan dat dit niet overal nodig is: “In de Dansaertstraat bijvoorbeeld hebben de eigenaars zichzelf georganiseerd en ook daar zie je dat de veiligheid heel ernstig wordt genomen. In het algemeen gaat dat dus vrij goed, en dat is ook grotendeels te danken aan een groot bewustzijn en zorgvuldigheid bij de klanten. Je kan als winkel nog zo je best doen, als de klanten niet mee willen is het een maat voor niets”.

“Het belangrijkste probleem blijft de onzekerheid,” zegt Van Assche, “vooral in de horeca. Komen de klanten terug? Want wie wil investeren en bijvoorbeeld hun winkel beter aanpassen aan de afstandsmaatregelen kan dat niet doen als ze niet weten of er morgen voldoende geld zal binnenkomen.”

Daarom hoopt Unizo dat de bijkomende steunmaatregelen en subsidies ook hiervoor aandacht zullen hebben. “We vragen de regering om te kijken naar steun voor de herinrichting van winkels of horeca, maar dat blijft nog even aftasten”.

In de sector zien ze die aanpassingen wel zitten. “Verschillende zaken hebben tijdens de lockdown geëxperimenteerd met andere manieren zoals afhalen en webshops om hun klanten tegemoet te komen. De meerderheid wil deze initiatieven nu ook verder zetten.”