Cerexhe: 'Bedrijven verplichten elke vacature aan Actiris door te geven'

Brussels minister van Economie Benoît Cerexhe (CDH) wil grote bedrijven en instellingen verplichten om al hun vacatures aan Actiris door te spelen. Nu gaan er te veel Brusselse jobs naar pendelaars, vindt Cerexhe, en de maatregel moet het aantal vacatures bij Actiris verdriedubbelen. Volgens SP.A ligt het echte probleem bij Actiris.

De verplichting moet gelden voor alle openbare instellingen en bedrijven met zetel in Brussel die meer dan 100 mensen in dienst hebben. Ze zullen alle vacatures, voor alle niveaus, ook aan Actiris moeten doorspelen. Voor korte tijdelijke betrekkingen zal de verplichting niet gelden.

"We schatten dat dat op jaarbasis 50 à 75.000 extra vacatures voor Actiris zal betekenen", aldus het kabinet-Cerexhe. Nu behandelt Actiris 26.000 vacatures per jaar, waarvan 22.000 voor jobs op Brussels grondgebied.

Maar extra personeel of geld zou dat niet vereisen. "Het gaat gewoon om vacatures doorgeven. Maar als bedrijven de begeleiding van Actiris willen, kan dat natuurlijk. De consulenten doen dan een eerste screening van kandidaten en sturen er een aantal door."

Gesloten circuit
Op dit moment wordt 52 procent van de jobs ingevuld door pendelaars van buiten het gewest. Terzelfdertijd is iets meer dan 20 procent van de Brusselaars werkloos. Dat moet veranderen, vindt Cerexhe.

"Studies tonen aan dat 70 procent van de vacatures in het gesloten circuit blijft, via spontane sollicitaties, headhunters, of rekruteringsreserves. Tegelijkertijd zoekt 80 procent van de werkzoekenden in het open circuit van kranten, websites en arbeidsbemiddelingsbureaus. Ik wil de markt voor hen vergroten en het rekruteringsproces transparanter maken", aldus Cerexhe.

De verplichting moet ook discriminatie tegengaan. Etnische minderheden hebben immers vaak minder toegang tot het gesloten circuit, dat voor een groot deel op netwerken draait. Ten laatste begin 2013 moet de maatregel van kracht zijn.

'Geen steun meer'
Het is de minister menens, want "bedrijven die mensen aannemen zonder de vacature aan Actiris te hebben doorgespeeld, zullen niet meer hoeven te rekenen op gewestelijke steun", zegt hij. Het is de bedoeling om eerst de openbare sector en de grotere bedrijven aan te pakken, en na evaluatie ook bij de kleinere bedrijven aan te kloppen.

Het voorstel zal besproken worden met de andere gewesten op het interministrieel overleg. Maar als Vlaanderen, Wallonië en het federale niveau niet mee willen, zal Brussel zelf een ordonnantie aannemen. De legale basis is er, aldus de minister.

SP.A: 'Te weinig begeleiding'
Parlementslid Elke Roex (SP.A) denkt niet dat het voorstel van Cerexhe veel verschil kan maken. "De minister wentelt zich in een slachtofferrol", zegt het oppositielid aan brusselnieuws.be. "Het echte probleem is dat Actiris onvoldoende personeel heeft om de Brusselse werklozen te begeleiden en hen aan een geschikte job te helpen."

"Daarnaast is de databank van Actiris ontoereikend. Ik hoor de gekste verhalen. Nederlandstalige werklozen die opgeroepen worden om een cursus Nederlands te volgen, terwijl Franstaligen niet binnen geraken en op de wachtlijst staan. Bekisters die naar bedrijven worden gestuurd, maar die bij nader inzien geen bekister zijn. Opleidingen van de VDAB in Brussel die bezet worden door mensen uit Mechelen en Gent omdat Actiris geen werklozen doorstuurt. Ik hoor zelfs dat Actiris het traject van een werkloze op zoek naar werk niet monitort en dat niemand bij Actiris kan zeggen wie welke opleiding heeft gevolgd, wie naar welk bedrijf is geweest om zich aan te bieden… Niet verwonderlijk dat er geen resultaten worden geboekt in Brussel."

MR: 'Ministers moeten zelf het voorbeeld geven'
Eerder had ook oppositielid Françoise Schepmans (MR) al scherp gereageerd via Twitter. "Bedrijven verplichten om hun vacatures te publiceren bij Actiris met het dreigement om economische hulp te stoppen, het lijkt wel de Sovjet-economie", aldus Schepmans. "Gaan minister Cerexhe en zijn collega's het voorbeeld geven door vacatures van hun kabinetten te publiceren?"