Een nieuwe analyse van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) toont aan dat iets minder dan een op de twee werknemers die een werkplek hebben in het Brussels gewest ook effectief kan telewerken. De omschakeling naar telewerk kan een invloed hebben op nieuwe, maar vooral ook oude kantoorgebouwen
De helft van de werknemers in Brussel kan telewerken
Het nationaal gemiddelde ligt op 30 procent, maar het Brusselse aandeel is hoger aangezien in het gewest veel maatschappelijke en administratieve zetels zijn geconcentreerd. Het telewerkpotentieel varieert sterk tussen de verschillende sectoren, blijkt uit de studie van het BISA. Telewerk zou vaker voorkomen in "financiële en verzekeringsactiviteiten", "wetenschappelijke, gespecialiseerde en technische activiteiten" en "informatie- en communicatieactiviteiten".
Toch kiest niet iedere Brusselse werknemer die het kan, ook effectief voor telewerk. Het aanbod van het telewerk door de werkgever, met name de investeringen in ICT, spelen daarbij een rol. De aanvaardbaarheid van het telewerk voor de werknemer is een ander aspect. Daarbij zijn de impact op het welzijn, de autonomie en flexibiliteit op vlak van organisatie en de potentiële tijdswinst door het schrappen van de verplaatsing van belang.
Het BISA merkt nog op dat er ook een invloed kan zijn op het vastgoed in Brussel. "Er blijft waarschijnlijk vraag naar nieuwe kantoorruimten die goed zijn aangepast aan de huidige technologieën en aan de nieuwe manieren om het werk te organiseren. Aan de andere kant dreigen de oudste kantoorgebouwen steeds sneller in onbruik te raken", klinkt het.
Lees meer over: Brussel , Economie , coronacrisis , telewerken