De Covid-19-crisis betekent ook voor onze openbare financiën een stevige stresstest. Het Brussels Gewest schiet met een bijkomend tekort van 550 miljoen euro diep in het rood. Toch hoeft dat geen onoverkomelijk probleem te zijn, zegt econoom Etienne de Callataÿ. “Brussel moet nu tien jaar vooruitkijken, en in levenskwaliteit en duurzame groei investeren.”
| Etienne de Callataÿ, chief Economist bij Orcadia Asset Management.
Brussel gaf al 400 miljoen euro uit aan steun. Wie kreeg wat?
Het gaat voor 310 miljoen euro om economische en fiscale maatregelen en voor 117 miljoen euro om sociale maatregelen. Daarbij verwacht het Gewest door de crisis ook nog eens voor 150 miljoen euro minder inkomsten.
- Eenmalige premie aan bedrijven getroffen door de lockdown: 209 miljoen euro
- Waarborgen, leningen en herkapitalisatie Finance Brussels: 72 miljoen euro
- Expansiesteun aan bedrijven: 7, 2 miljoen euro
- Vrijstelling van belasting hotelsector: 13,3 miljoen euro
- OCMW’s: 30 miljoen euro
- Premies en vrijstelling van belasting taxisector: 6,2 miljoen euro
- Parking Brussels: 0,7 miljoen euro
- Steun voor huurders met bescheiden inkomen: 17,8 miljoen euro
- Sociale economie, microkredieten,coöperatieve bedrijven: 2,4 miljoen euro
- Dienstenchequebedrijven: 1 miljoen euro
- Opvang transitmigranten: 1,4 miljoen euro
- Aankoop mondmaskers en beschermingsmateriaal: 20,3 miljoen euro
- Ondersteuning non profit: 30 miljoen euro
- Tracing, extra beschermingsmateriaal: 22,7 miljoen euro
Wie de verslagen van de Brusselse ministerraden doorneemt, ziet de Covid-factuur stevig aantikken. Extra steun voor bedrijven die moeten sluiten, voor de sector voor dienstencheques, voor de taxi’s, een verhoogde kinderbijslag en miljoenen extra voor de OCMW’s. En dan hebben we het nog niet over minder inkomsten, de duizenden extra werklozen, een daling van het aantal reizigers bij de MIVB, de faillissementen.
Minister van Begroting Sven Gatz (Open VLD) zet momenteel alles op een rijtje. Minister-president Rudi Vervoort (PS) heeft hem gevraagd deze week met een becijferde Covid-19-begroting te komen. De extra uitgaven worden nu al op 300 miljoen euro geraamd. De minderinkomsten op 150 miljoen euro. Dit alles op een begroting van om en bij de 6 miljard euro. De economie is de komende maanden, zelfs jaren, fors getroffen, wat bijkomend slecht nieuws is voor de overheidsfinanciën.
Etienne de Callataÿ is een gewaardeerd econoom. Hij studeerde aan de London School of Economics, verdiende zijn sporen bij Bank Degroof en is vandaag chief Economist bij Orcadia Asset Management. Hij woont en werkt in Brussel.
“Het klopt dat we in economisch zwaar weer zitten. Dat blijkt uit alle indicatoren en ook later in het jaar verwachten we slechte cijfers. Maar het was nog erger geweest als de overheden niet waren tussenbeide gekomen. Dankzij de tijdelijke werkloosheid, de overbruggingskredieten voor bedrijven en andere steunmaatregelen kunnen we hopen dat de economie over een jaar weer normaal draait. Groot nadeel zijn natuurlijk de bijkomende schulden.”
Selectieve steun
De Callataÿ vindt wel dat de overheden selectiever hadden mogen zijn in de steun aan de bedrijven. “Zwaar vervuilende bedrijven bijvoorbeeld hadden geen steun moeten krijgen. Er zijn ook ICT-bedrijven die hun personeel in tijdelijke werkloosheid hebben gezet omdat er, los van corona, geen opdrachten waren.
Dat soort risico’s moet niet door de overheden worden genomen. We zijn in een markteconomie. Het kan niet de bedoeling zijn dat de winsten voor de privé zijn, en de verliezen voor de overheid.”
Wat de schuldgraad betreft, gelooft De Callataÿ dat België en de deelstaten deze crisis te boven zullen komen. “Ik verwijs naar Brusselse econoom André De Coster (KU Leuven), die net een studie heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat deze uitzonderlijke situatie voor de overheidsfinanciën minder erg is dan structurele kwesties. De hervorming van de pensioenen is bijvoorbeeld dringender. Paniek is dus niet nodig. De crisis is uitzonderlijk groot, maar tijdelijk.”
“Telewerken moet een blijver worden”
De Callataÿ ziet voor Brussel goed en minder goed nieuws. “Het telewerken is zeker een opportuniteit. We ontdekken dat, we worden het gewoon en zien daar ook de voordelen van. Het kan de levenskwaliteit van onze stad behoorlijk verbeteren.
De overheid moet er alles aan doen om het telewerken verder te ondersteunen, te zorgen dat het een blijver wordt. Het risico is anders dat de files terugkomen. Het is daarom ook een uitstekend idee om fietspaden aan te leggen. Ook dat heeft de crisis ons geleerd. Met de fiets in Brussel is heel aangenaam en efficiënt. Ik doe het zelf ook.”
“Maar Brussel heeft het ook zwaar te verduren,” gaat De Callataÿ verder. “Wie stad zegt, zegt concentratie. Veel mensen die op restaurant gaan, naar cafés of naar theater. Dat is een economische sector die nu zware klappen krijgt.
Wie van het bruisende stadsleven houdt of van het nachtleven, zal nog wel even op de tanden moeten bijten, wellicht tot we een vaccin hebben. Maar zoals we bij de Spaanse griep gezien hebben, zodra de epidemie geweken is, zal alles snel weer op gang komen. De mensen zullen na de crisis snel opnieuw feesten.”
Auto uit de stad
De Callataÿ vindt dat de Brusselse regering, met minister-president Vervoort op kop, nu vooral moet kijken waar we over tien jaar willen staan. “Dat betekent vooral mikken op levenskwaliteit. En dat wil zeggen dat we de auto uit de stad moeten bannen. Met minder parkeerplaatsen, een trager verkeer en meer fietspaden.”
Ook moet Brussel oog hebben voor het sociale weefsel. De Callataÿ ziet ook de spanningen tussen jongeren en politie in dichtbevolkte wijken als Kuregem en Sint-Gillis. “Daar zit de lockdown zeker voor iets tussen. Het is makkelijker in een huis met een tuin, dan met een groot gezin in een klein appartementje zonder terras.
Ik ben er bijvoorbeeld voorstander van om de parken en de pleinen voor te behouden voor mensen die geen tuin hebben, al valt dat misschien moeilijk af te dwingen.”
Hij ziet wel een bijkomend probleem opduiken voor jongeren in die wijken, omdat ze vaak een baan hebben in sectoren die nu zwaar te lijden hebben door de crisis: de detailhandel, de horeca. “Daarom zeg ik in algemene termen: we moeten met de publieke middelen genereus zijn voor het individu, en selectief voor de bedrijven.”
Uiteindelijk zal wel iemand de factuur moeten betalen. Ongebreidelde deficit spending wreekt zich op een bepaald moment.
De Callataÿ legt uit dat er twee manieren zijn om de overheidsschuld tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Via een monetair beleid of met een soberheidsbeleid. “Om met dat laatste te beginnen. ‘Austeriteit’ betekent ofwel dat we minder uitgeven, ofwel dat we meer inkomsten aanboren.”
Niet beknibbelen op gezondheid
“Minder uitgeven lijkt me heel moeilijk in tijden van crisis. Kijk maar naar de gezondheid, of de pensioenen. Daarop beknibbelen is vandaag bijna niet te doen. We kunnen in theorie ook meer inkomsten zoeken.
Door meer belastingen te heffen op multinationals of op meerwaarden, of erfenissen of bijvoorbeeld op bedrijven die belastend zijn voor het milieu, iets waar ik een groot voorstander van ben.”
“Maar het kan ook zonder austeriteit. Dan komen we bij het monetaire beleid. Het is een piste die mijn voorkeur wegdraagt. We kennen dat vandaag al. Een kwart van de Belgische staatsschuld is in handen van de Europese Centrale Bank.
Als de ECB de lidstaten ondersteunt, is dat een vestzak-broekzakoperatie, want het zijn de lidstaten zelf die aandeelhouder zijn. De intresten die we aan de ECB betalen, vloeien terug naar de lidstaten. Het is gratis geld, al zijn er natuurlijk lidstaten die eerder intresten moeten betalen, zoals Italië bijvoorbeeld, en landen die vooral intresten krijgen.”
Daarnaast vindt De Callataÿ dat er in Brussel ook extra geïnvesteerd mag worden. “Niet zozeer om de economische crisis te lijf te gaan, daarvoor zijn de effecten pas voelbaar op de lange termijn, maar omdat er grote noden zijn. Bijvoorbeeld in het onderwijs.
We vragen vandaag aan de scholen om de gezondheidsregels strikt toe te passen, maar in veel scholen beantwoorden de toiletten nog niet eens aan de hygiënische standaarden! Een ander voorbeeld is de staat van de gevangenissen. Dat is een aanslag op de mensenrechten, en een schande voor een land als België.”
Brussel na corona
Lees meer over: Brussel , Economie , Brussel na corona , Etienne de Callataÿ, chief Economist bij Orcadia Asset Management.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.