De buurtvoedingswinkels doen dezer dagen goede zaken. Gaan ze die boost ook op langere termijn kunnen vasthouden? En zal het huidige succes van de lokale winkel ten koste gaan van de shoppingcentra in de rand? “Een zaak is zeker, funshopping is er de komende tijd niet bij,” zeggen retailspecialisten.
Alleen supermarkten, voedingswinkels en een enkele krantenwinkel mochten de afgelopen weken openblijven. Voor de meeste voedingszaken zijn het qua omzet gouden tijden, zo blijkt.
“Buitenshuis eten is niet mogelijk, dus kopen de mensen hun voedingswaren en koken ze veel meer zelf,” zegt Davy Van Raemdonck van GfK, een onderzoeksbureau dat het aankoopgedrag van de Belgische gezinnen analyseert. “Globaal ging de Belgische markt van voeding en kleine huishoudbenodigdheden er in maart met 12,5 procent op vooruit.”
Wie daar het meest van profiteert, zijn de buurtwinkels en dan vooral de superettes genre Carrefour Express en Proxy Delhaize. “Hun omzet groeide met 35 procent,” zegt Van Raemdonck. “Ze pikten een stukje van het aandeel van de hypermarkten in.” Maar ook de kleine kruideniers, in Brussel vaak Turkse of Marokkaanse winkeltjes, doen volgens Van Raemdonck hun voordeel met deze situatie.
Het huidige succes van de buurtwinkel heeft natuurlijk te maken met de ‘blijf-in-uw-kot’-regel. Iedereen moest zoveel mogelijk in of rond zijn huis blijven. “Daardoor waren er ook weinig woon-werkverplaatsingen,” zegt Anton Van Assche van Unizo. “In normale tijden doen stadsmensen vaak hun boodschappen voor het avondeten op de weg naar of van het werk.”
Retailspecialist Gino Van Ossel van de Vlerick Business School noemt nog een andere factor: de wachtrijen voor de grote supermarkten als gevolg van de social-distancing-maatregel.
“Of je nu voor een stokbrood of een volle kar de supermarkt binnengaat, je moet sowieso in de rij. Bij de buurtsuper moet je amper aanschuiven.”
Vraag is of dit succes na het einde van de lockdown zal voortduren? “Ik hoop dat de mensen de waarde van de buurtwinkel herontdekt hebben.
Die zaken hebben hun nut en sociale functie nu toch duidelijk bewezen,” zegt Van Assche. “De komende tijd zullen ze door de klanten wel beoordeeld worden op de hygiëne.
Dat wordt een verkoopargument. De circulatie van de klanten is doorgaans moeilijker te regelen in een klein winkeltje. Maar als dan nog eens zou blijken dat de uitbater zelf geen mondmasker of handschoenen draagt, zullen consumenten die zaak links laten liggen.”
Hogere prijzen
Zolang de horeca dicht blijft, zullen alle voedingswinkels en supermarkten boomen,” zegt Van Raemdonck. “Maar wellicht zullen de buurtzaken toch iets van hun huidige populariteit verliezen.” De prijzen liggen er volgens hem iets hoger dan in de grote supermarkt.
“Veel mensen zaten de afgelopen weken in tijdelijke werkloosheid en er dreigt een economische crisis. Wellicht daalt de koopkracht en zal het voor sommigen lastiger worden om alles in de buurtsupermarkt te kopen.”
Voorts denkt hij dat als de ratrace weer begint en de mensen het opnieuw drukker krijgen, ze mogelijk de voorkeur zullen geven aan één grote winkel waar ze alles kunnen kopen boven verschillende buurtwinkeltjes.
Ook Gino Van Ossel verwacht dat het huidige succes op termijn wat zal afkalven. “Maar al bij al zal de buurtwinkel er versterkt uit komen. Dat heeft dan vooral met waardegebonden overwegingen te maken. Door de coronacrisis zetten we ons meer dan ooit af tegen de globalisering, de trend naar verduurzaming is duidelijker aanwezig. We willen meer groen, laten de auto staan en nemen de fiets. Automatisch winkelen we dan dicht bij huis,” zegt hij.
“Zeker de biowinkels, die al in de lift zaten, zullen het goed blijven doen. Meer en meer mensen verkiezen lokale producten, de korte keten.”
“Door de coronacrisis zetten we ons meer dan ooit af tegen de globalisering”
Sinds maandag zijn ook de andere winkels weer open, de kledingzaken, bloemisten, opticiens, elektrozaken en vele andere. Na acht lange weken verplichte sluiting. “Ze konden alleen nog online voortwerken. Wie al een webshop had, was natuurlijk in het voordeel,” zegt Van Assche.
Hoe dan ook hebben deze winkels grote verliezen geleden en zal het nog een tijd duren voor ze hun normale omzet zullen draaien. Ongetwijfeld zullen er zaken failliet gaan. “Een crisis versnelt een aantal evoluties. Een winkel die het al moeilijk had, gaat er mogelijk onderdoor.”
Winkelstraten
Hoe de Brusselse winkels de crisis zullen doorstaan, is voorlopig koffiedik kijken. Wat zeker is, is dat de typische winkelstraat grondig is veranderd. Vaste looprichtingen, wachtzones en ontsmettingszuilen maken voortaan deel uit van het straatbeeld.
De winkels zijn dan wel open, maar de klanten mogen maar mondjesmaat binnen. “In de rij staan, afstand houden, alles ontsmetten, dat wordt het nieuwe normaal, funshoppen is er voorlopig niet bij, ” zegt Van Assche. “De vraag is of de consument al die hobbels zal willen nemen.”
Gino Van Ossel denkt van niet. “Je kan niet met drie vriendinnen de winkel in om gezellig jurkjes te passen, je kan voorlopig ook nergens een koffietje drinken. Een dagje shoppen wordt als een dagje pretpark, wachten aan alle attracties. Men zal dus niet gaan winkelen voor het plezier, maar uit noodzaak. Waarom zou je dan nog naar de Nieuwstraat of een andere leuke shoppingomgeving trekken?”
Van Ossel: “Grimbergenaars blijven in Grimbergen. Wie niet in Brussel moet zijn, zal er niets komen kopen, wat natuurlijk wel slecht nieuws is voor de Brusselse winkels in het centrum.”
“In de rij staan, afstand houden, alles ontsmetten, dat wordt het nieuwe normaal, funshoppen is er voorlopig niet bij. De vraag is of de consument al die hobbels zal willen nemen”
Bovendien zullen er nog een hele tijd minder pendelaars zijn, zegt Van Ossel. “Ook dat is slecht nieuws voor de Brusselse winkels. Minder mensen zullen tussen de middag snel iets komen kopen.”
Wat betekent dat voor de shoppingcentra? Die behouden natuurlijk hun klassieke troeven, zegt Van Assche: ruim aanbod, parkeerplek, je wordt er niet nat als het regent. Toch verwacht hij dat ze het de komende tijd erg moeilijk krijgen. “Ze moeten zich aanpassen aan de nieuwe regels.
Als ze voor elke klant in tien vierkante meter moeten voorzien, moet het aantal bezoekers beperkt worden. Hun rendabiliteit komt dus onder druk te staan. Komt bij dat de horeca nog dicht is. Het hele belevenisaspect, waar ze anders zo op inzetten, is weg.”
“Alleen de jongeren zullen er snel weer rondlopen,” zegt Van Ossel. “Anderen zullen aarzelen om terug te keren, niet alleen omdat er geen funshopping mogelijk is, maar ook omdat ze een overdekte ruimte als onveiliger aanvoelen dan de openlucht. Dat is misschien niet rationeel, maar zo werkt het.”
Die situatie zal duren zolang er geen vaccin is, voorspelt Van Ossel. “Maar in het post-vaccintijdperk komt alles weer terug. De angst voor het samentroepen zal snel slijten. De mens is nu eenmaal een sociaal dier.”
De shoppingcentra zullen dus opnieuw draaien, maar wel met een lagere omzet. Dat heeft volgens Van Ossel te maken met de concurrentie van de e-commerce, die door de crisis een enorme boost heeft gekregen.
“Wat dat betreft is de wereld veranderd. Docks meldde onlangs dat ze een goed 2019 hadden, met vijf miljoen bezoekers. Toen ze vier jaar geleden begonnen, mikten ze nog op acht miljoen mensen. Dat aantal zullen ze nooit halen.”
Of in deze omstandigheden het Neo-shoppingcentrum er nog moet komen op de Heizel? “Neen,” zegt Van Ossel. “De winkels in het centrum krijgen het al zo zwaar te verduren en dan nog een shopping mall erbij aan de rand?
Nergens in West-Europa vind je een stad van het kaliber van Brussel die een concurrent bouwt voor zijn eigen stadscentrum.” Van Assche beaamt: “Het project is bovendien nog altijd verstrikt in een procedureslag. Misschien zullen de initiatiefnemers na deze crisis toch eens goed nadenken of het wel zo’n slimme investering is.”
Olivier Steylemans: ‘Goede dienstverlening wordt belangrijker’
Wie is Olivier Steylemans?
- Is zaakvoerder bij elektrohandel Steylemans in Laken
- Volgde zijn vader op die meer dan vijftig jaar geleden met de winkel begon
“Wij hebben de winkel op woensdag 18 maart om 12 uur ’s middags gesloten. Na een personeelsvergadering bleek dat slechts vijf van de ruim twintig medewerkers nog langer wilden voortwerken.”
“De deuren gingen dicht, maar we zijn niet gestopt met werken. Dat zou het einde van de winkel hebben betekend. We zijn doorgegaan met verkopen, via onze website, maar vooral via de telefoon. Ja, dat lukt, een wasmachine verkopen via de telefoon.”
“Wat er zoal de deur uitging? Alles eigenlijk: tv’s en microgolfovens, maar door de crisis ook broodbakmachines, keukenrobots, thermometers en diepvriezers. In het begin verkochten we tien tot vijftien diepvriezers per dag. Sinds kort is ook de vraag naar naaimachines gestegen.”
“Alles werd gratis aan huis geleverd, zelfs een pakje stofzuigerzakken dat naar Knokke moest. Toch was onze dienstverlening, dé troef van Steylemans, niet perfect. Vanwege corona moesten we alles immers aan de voordeur afzetten. Dat was een groot probleem voor oudere of alleenstaande mensen die tweehoog wonen en die een nieuwe koelkast nodig hadden.”
“We kregen ook oproepen van mensen die een defect apparaat hadden. De simpele problemen – een kabel die verkeerd vastzat in de tv – probeerden we via de telefoon te verhelpen. De echte defecten stuurden we door naar onze leveranciers, die gelukkig doorgingen met hun herstellingen.”
“Alles samen hebben we zo toch nog een behoorlijk zakencijfer behaald. We hebben verloren, maar niet alles. Ondertussen is de winkel aangepast: we hebben één ingang en uitgang gemaakt en laten één klant per verkoper binnen. Geen idee hoe snel de verkoop weer op het normale niveau zal zitten. Ik geloof wel dat mensen door de crisis meer lokaal zullen kopen en nog meer belang hechten aan een goede dienstverlening.”
Brussel na corona
Lees meer over: Brussel , Economie , Samenleving , Brussel na corona , nachtwinkel , buurtwinkel , buurtwerking
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.