Quentin Castel is in zijn atelier in Laken zichtbaar in zijn nopjes. De 31-jarige koffiebrander is erin geslaagd om via crowdfunding 10.000 euro in te zamelen voor een project in Kameroen. “Goeie koffie is voor mij in de eerste plaats eerlijke koffie waarvan je weet waar hij vandaan komt en waarmee je de lokale economie ondersteunt.”
Jonge koffiebrander haalt geld op voor duurzaam project in Kameroen
Boer en boon
Castel is gepassioneerd door koffie, maar voor hem begint alles bij de koffieboer. Want hij plant de koffiestruiken, plukt de rode bessen als die perfect rijp zijn, scheidt de boon van de bes en laat de bonen in de zon drogen. De gemiddelde boer wordt er echter niet rijk van: de marktprijs die door multinationals bepaald wordt, bedraagt 2,46 dollar per kilogram groene koffie. Die van fairtradekoffie ligt met 2,60 dollar maar ietsje hoger. De wereldwijde koffieconsumptie stijgt, net als de milieu-impact van de productie, zoals ontbossing.
De oplossing volgens Castel: “Ik koop mijn specialty coffee rechtstreeks bij kleine plantages en betaal er een behoorlijke prijs van 5 dollar per kilo voor. Ik kan daardoor een kwaliteitsproduct van een welbepaalde origine en met specifieke aroma’s aanbieden. Daarvoor betaal je iets meer, maar één kopje lekkere koffie kan volstaan.” Een heel ander verhaal dan de grote koffiebedrijven van deze wereld, die het hele jaar door koffiesoorten uit verschillende gebieden mengen om een constante smaak te garanderen en door het grote volume tegen een lage prijs kunnen verkopen.
Zijn start-up noemde de Brusselaar Mamé Noka, een niet evidente Japanse verwijzing naar ‘boer’ en ‘boon’. De toekomstige Marcolini van de koffie, zoals een sympathisant hem noemt, bewondert de Japanners voor de nauwkeurigheid waarmee ze te werk gaan en herkent zichzelf in de perfectie die ze nastreven. “Bonen selecteren en koffiebranden is obsessief op zoek gaan naar het juiste recept in het spectrum tussen bitter en zuur.”
Kameroen won niet alleen de Afrika Cup, het scoort ook als koffieproducent. Castel werd naar eigen zeggen verliefd op het Cameroon Boyo-project van Matti Foncha, dat kleinschalige boeren in het noordwesten van het land ondersteunt. Hij kocht de hele oogst van een dorp op - slechts acht zakken van zestig kilo - en rekent op een uitbreiding van het areaal met een hectare, goed voor twee ton koffie. Met zijn project wil hij investeren om de productiviteit en de kwaliteit te verbeteren. “Als we een microwasstation op een strategische plaats installeren, kunnen de boeren de bonen zelf dicht bij huis verwerken,” droomt hij hardop.
Mobiele espressobar
Het hoofdstedelijke koffielandschap is in volle beweging. In 2016 opende de ene koffiebar na de andere: Kaffabar aan het Rouppeplein, Café Velvet aan de Vismarkt, MOK in de Dansaertstraat, Belga & Co in de Kasteleinswijk, Va-et-Vient aan de Botanique. Het Brusselse instituut Corica, ook een ambachtelijke koffiebrander, opende een tweede vestiging in de Europese wijk. Met Va-et-Vient werkt Castel samen. “Ik ben blij dat Brussel zijn achterstand tegenover Antwerpen en Gent eindelijk heeft ingehaald. De kwaliteit gaat omhoog en de mensen drinken bewuster koffie. Nieuwe bars slaan hun koffie vooral in bij OR, maar ik hoop met mijn duurzame verhaal ook een graantje te kunnen meepikken. Ik wil met een goeie prijs-kwaliteitsverhouding uitgroeien tot een gevestigde waarde voor de Brusselse koffieadept.”
Een eigen koffiebar is niet de ultieme droom van de jonge ondernemer. De kunst van het bereiden en de latte art is minder aan hem besteed, al heeft hij een opleiding als barista genoten. De espresso die hij uit zijn La Marzocco-toestel tovert, is onberispelijk. “Ik wil nog een aantal projecten met lokale telers opzetten volgens het Kameroense model. Ik hoop dat ik met mijn bedrijf ook mensen hier kan tewerkstellen, zodat we in team kunnen werken. Mijn zichtbaarheid zou ik willen vergroten met een mobiele espressobar. Als het even kan, richt ik een community op, waar koffieliefhebbers in dialoog treden met de telers en hun favoriete koffie selecteren.”
Starbucks
De perfect tweetalige zoon van een Frans-Belgisch echtpaar groeide in Ukkel op. Zijn moeder, die uit Lebbeke komt, baatte een ouderwetse buurtwinkel uit. Nu woont hij met zijn vrouw in Beersel, op een zucht van de gewestgrens. De Brusselse vijfhoek staat niet voor niets in het logo van Mamé Noka. “Het is de stad waarin ik ben opgegroeid en wil werken, een multiculturele metropool die bruist van leven.”
Enkele jaren geleden gaf Castel zijn vaste baan als onderwijzer in Sint-Agatha-Berchem op. Zijn spaargeld stopte hij in machines die tienduizenden euro’s waard zijn. De banken raadden hem aan een app te ontwikkelen in plaats van zijn droom na te jagen. Sinds bijna een jaar werkt hij in Greenbizz als voltijdse koffiebrander, maar hij kan zichzelf nog geen loon uitbetalen. “Het is een groot risico, maar ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Het succes van de crowdfundingcampagne toont dat ik op de goede weg ben. Maar voor alle duidelijkheid: de nieuwe Starbucks word ik niet (lacht).”
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.