Net zoals Vlaanderen en Wallonië permitteert de Brusselse regering zich een begrotingstekort voor 2020. Dat vinden de ministers onvermijdelijk om de noodzakelijke investeringen te kunnen doen, met name inzake mobiliteit.
Mobiliteit duwt begroting 2020 in rode cijfers
De Brusselse regering heeft intussen bijna alle documenten neergelegd bij het parlement, zodat de volksvertegenwoordigers die kunnen bestuderen voor de stemming. Officieel luidt het dat er sprake is van een 'structureel evenwicht'. Cijfergewijs is er nochtans een zuiver tekort van 500 miljoen euro. Vervoort laat naar eigen zeggen de 'strategische investeringen' weg uit het budget, staat te lezen in Le Soir.
De grootste winnaar van die 'soepele' politiek is mobiliteit. Het volgende jaar zou bijna 474 miljoen worden geïnvesteerd in mobiliteit, in de eerste plaats om het aanbod aan openbaar vervoer te verbeteren. De metro krijgt 287 miljoen, 41,5 gaat naar de trams en 37 miljoen is voor busverkeer. 107 miljoen wordt opgeslokt door de renovatie van de Léopold II-tunnel. Dan blijft er nog 26,3 miljoen over om te investeren in veiligheid.
Europese flexibiliteitsclausule
Ook de vorige regering maakte gebruik van zo'n regeling. In 2018 werd 349 miljoen 'geïsoleerd' uit het budget, en daarna nog eens 460 in 2019. Altijd waren die uitgaven verbonden met budgetten voor mobiliteit of veiligheid. Het argument van de gewestregering: "Net zoals andere instituten is de Brusselse regering van mening dat bepaalde enkele of uitzonderlijke investeringen en uitgaven met een aanzienlijk economisch effect of bepaalde uitgaven voor beleggingen in effecten niet in de begrotingsdoelstelling mogen worden opgenomen."
Impliciet wil dat zeggen dat er volgens de regering een beroep kan worden gedaan op de Europese flexibiliteitsclausule. Brussel heeft de afgelopen twee jaar niet om een dergelijke gunst gevraagd. Dat deed meteen kritiek rijzen bij de nieuwe oppositieleidster, MR-fractieleidster Alexia Bertrand.
Kloof met realiteit
In realiteit voldoet Brussel niet aan de Europese criteria om boekhoudkundig buiten zijn boekje te gaan. België kan evenmin aanspraak maken op de flexibiliteitsclausule die aan bepaalde staten wordt aangeboden. Het komt er dus op neer dat Brussel haar aangekondigde tekort vergroot, concludeert Le Soir. Het Rekenhof toonde eerder al aan dat een voorzien budget soms ver van de realiteit ligt, met een solide kloof voor het boekjaar 2018 tussen de initiële aankondiging (een budgettair evenwicht) en de definitieve rekening (tekort van 912 miljoen euro).
De regering-Vervoort houdt vast aan haar investeringsplan. "Er bestaat nu eenmaal een marge waarin we de schuld kunnen verhogen, en we moeten daar gebruik van maken om de nodige investeringen te kunnen doen", liet Vervoort zich in september nog ontvallen."Maar dat moet wel binnen de grenzen van wat we kunnen dragen en waarbij we kunnen profiteren van een laag tarief."
Ook andere regio's in Europa begraven zich verder in de schulden. In België plannen Vlaanderen en Wallonië allebei om in 2020 436 miljoen in het rood te duiken. Het punt stond op de agenda van het Europees Economisch en Financieel Comité, maar is uitgesteld.
Twee goede redenen
Econoom Etienne de Callatay vindt in Le Soir dat er twee argumenten zijn die deze keuze kunnen rechtvaardigen.
"Een slechte economische conjunctuur zou een goede reden zijn, maar dat is momenteel niet het geval", zegt hij. "Daarnaast zou het mogelijk kunnen zijn dat investeringen over generaties heen noodzakelijk zijn. Het tekort nu vergroten zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven naar toekomstige generaties. Maar dat kan worden verantwoord als die keuze ook hun leven drastisch verbetert."
"Dat is bijvoorbeeld het geval door te investeren in betere scholen, kwalitatief openbaar vervoer en de strijd tegen discriminatie. Dus, ja, er zijn inderdaad schulden die toe te juichen zijn." Toch waarschuwt de econoom dat alles afhangt van de manier waarop de toewijzing van de budgetten gebeurt.
Een andere bezorgdheid voor de Callatay zijn de gevolgen van de toename van een negatief saldo. "Door dit soort keuzes bemoeilijken de gewesten de situatie op federaal niveau. De federale regering heeft hun niks te zeggen, maar het is zij wel die de rekening moet maken op Europees niveau." Bovendien maken schulden je afhankelijk, voegt de econoom nog toe. "De publieke macht heeft geen macht over de markten, die de tarieven zomaar kunnen verhogen."
In zes jaar tijd zal de Brusselse regering overigens haar schuld bijna verdubbelen: van 5,5 miljard in 2018, naar een schatting van zo'n 10 miljard in 2024.
Lees meer over: Brussel , Economie , begroting , Brusselse regering , ministers
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.