Ontwerperszaak Stijl en andere onafhankelijke winkels verzetten zich tegen de komst van de keten Cos, het luxueuzere zusje van H&M, naar de Dansaertstraat. “Het zal het karakter van de wijk veranderen", zegt Sonja Noël van Stijl.
Onafhankelijke winkels tegen Cos in Dansaertstraat
S inds begin deze week hangen her en der in de Dansaertstraat rode A4’tjes met in grote letters ‘No Cos’. Het is een reactie van Noël en andere handelaren op de rode affiches waarmee de verbouwing wordt aangekondigd van de panden waarin nu het restaurant Au Fond en feestjurkenontwerpster Johanne Riss gevestigd zijn.
Eigenaar en projectontwikkelaar Gérald Hibert wil de gebouwen, respectievelijk gelegen in de Dansaertstraat en op de Nieuwe Graanmarkt, verbinden en verbouwen tot één grote handelszaak van ruim 800 vierkante meter.
Bedoeling zou zijn om de winkel te verhuren aan de Zweedse keten Cos, die aangekondigd heeft om eind dit jaar een tweede Brusselse vestiging in de Dansaertstraat te openen.
Voor Johanne Riss en voor de uitbaters van Au Fond, die vorig jaar te horen kregen dat ze buitengezet zouden worden, is het een flinke klap. Ze stapten meteen naar de rechter om te proberen de beslissing ongedaan te maken. “Eind mei doet de vrederechter een uitspraak,” zegt Aladin Turcksin van Au Fond. “Intussen is er ook een aanvraag voor de bescherming van het interieur onderweg.”
Stijgende huurprijzen
Maar ook de andere handelaren in de buurt zijn ongerust, in de eerste plaats de boetieks in de onmiddellijke omgeving, tussen de Oude en Nieuwe Graanmarkt.
“Ik heb dertig jaar gewerkt om de reputatie van Brussel als modestad naar een hoger peil te tillen,” zegt Sonja Noël. “De klanten zijn er nu, de Dansaertstraat is wereldwijd bekend. In alle toeristische gidsen staat ze omschreven als de straat van de atelier-boetieks en de onafhankelijke mode- en designwinkels. Cos gaat dit karakter beïnvloeden.”
Noël geeft toe: de Zweed is niet de eerste keten die de wijk opzoekt. In het eerste deel van de Dansaertstraat wemelt het intussen van de Franse chaînes, zoals Comptoir des Cotonniers, Sandro, Princesse Tamtam, Eleven Paris en Maje. “Het probleem is dat als er één keten komt, de andere meteen volgen. Zij zijn bereid om veel geld te betalen om hier te zitten en kunnen dat doen omdat ze goedkoop produceren.”
De huurprijzen zijn intussen fors gestegen en dat is een van de redenen waarom een heleboel ontwerpers intussen de deuren van hun atelier-boetiek gesloten hebben: Christophe Coppens, Nicolas Woit, Idis Bogam, Azniv Afsar, Mieke Cosyn, Christa Reniers.
Ideeën kopiëren
De komst van Cos is volgens Noël echter nog veel gevaarlijker voor de reputatie van de wijk. “Die Franse ketens hebben kleine pandjes. Dit wordt een hele grote winkel.” Ze begrijpt dat Cos, met zijn op designlabels lijkende collectie, in de Dansaertstraat wil zitten. “Ze willen een graantje van ons imago meepikken. Terwijl ze zelf amper enige creativiteit aan de dag leggen. Ze kopiëren ideeën van ontwerpers en produceren die op een makkelijke manier zodat hun collecties vaak sneller in de winkels liggen dan de stukken van de ontwerpers zelf.”
Bovendien trekt een zaak als Cos een publiek dat winkel-in-winkel-uit shopt en gewend is aan self-service. Noël: “Ik kan dat niet aan. Bij ons is het geen zelfbediening, wij kleden mensen. Er hangen zelfs geen anti-diefstaltags aan onze kleren.”
De nieuwe winkel zal een klein uitstalraam hebben in de Dansaertstraat en een enorme vitrine op de Nieuwe Graanmarkt, pal tegenover MAD Brussels, het Mode and Design-center dat over enige tijd opengaat. Noël: “Als de Stad toelaat dat Cos hier komt, kan ze beter het hele MAD-project, waarin zoveel geld en energie wordt gepompt, opdoeken. Het doel van MAD is namelijk de ontwerpers te ondersteunen. Met een Cos ondersteun je ze niet. Je hebt onafhankelijke winkels nodig om de collecties van de ontwerpers te verkopen.”
Geen nachtwinkels
Ook Alexandra Lambert, directrice van MAD Brussels, ziet het gevaar. “Wij zijn een promotiecentrum voor de mode en vestigen ons in deze wijk omdat dit het kwartier van de modeontwerpers en de design is. Wij zouden het heel jammer vinden dat ontwerpers moeten vertrekken door de komst van Cos en dat tegen de tijd dat wij opengaan hier commerciëlere zaken zitten. Cos en de andere grote ketens horen meer thuis op de boulevards.”
Zelfs schepen van Handel Marion Lemesre (MR) vindt dat een zaak als Cos niet strookt met de geest van de Dansaertstraat. Maar volgens haar kan Stad Brussel ‘helemaal niets’ doen. “Wij hebben geen legale middelen om te beletten dat een keten zich hier vestigt. Het is de vrijheid van handel.”
De Stad gaat wel actie ondernemen om te vermijden dat de ontwerpers hun plek kwijtraken in de Dansaertstraat. Lemesre: “In het achterste deel van de straat, aan het kanaal, proberen we de eigenaars te overtuigen om niet aan nachtwinkels of andere bas-de-gamme-zaken te verhuren, maar aan ontwerpers. Er zijn daar immer nog veel winkels met achterin een atelier. Zo zou je op het einde van de Dansaertstraat kunnen herwinnen wat in het begin van de straat verloren is gegaan.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Economie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.