Schuld Vivaqua kan tegen 2024 stijgen tot meer dan 1 miljard euro, waarschuwt CEO

Door de stijging van de intresten kan de schuld van Vivaqua in 2024 stijgen tot 1,14 miljard euro. Dat heeft de CEO van de Brusselse intercommunale voor waterdistributie en -zuivering, Laurence Bovy, donderdag gezegd in de commissie Leefmilieu en Energie van het Brussels Parlement. Eind 2022 bedroeg de schuld 1,03 miljard.

Ondanks belangrijke inspanningen in 2023 tonen de begrotingsvoorspellingen voor 2024 een tekort van 53 miljoen, dat met leningen moet gefinancierd worden. De uitgaven zouden stijgen tot 418 miljoen, terwijl er 365 miljoen aan inkomsten verwacht worden, zonder rekening te houden met onbetaalde rekeningen. "De totale schuld kan eind 2024 dus oplopen tot 1,14 miljard", verklaarde Bovy. Dat komt, onder andere, door de hoge prijs voor het renoveren van riolen.

Vivaqua, dat geen gewestelijke dotatie ontvangt, produceert water voor 2,25 miljoen gezinnen, ook buiten Brussel. Het zuivert daarnaast het afvalwater in het hoofdstedelijk gewest en strijdt tegen overstromingen (afwateringsnetwerk en stormbekken).

Bovy wijst erop dat de schuld voor 75 procent veroorzaakt is door een structurele onderfinanciering. Als er niets verandert, dreigt de schuld onrustwekkend te evolueren.

De rentelasten bedroegen vorig jaar 21 miljoen of 2,6 procent van de omzet van 299 miljoen. Dit jaar zou dat stijgen tot 27 miljoen (2,9 procent) en volgend jaar tot 33 miljoen (3 procent).

In 2023 lopen de loon- en pensioenkosten op tot een derde van de uitgaven, 145 miljoen, en de investeringskosten tot 101 miljoen. Bovy benadrukt dat Vivaqua geen vat heeft op 40 procent van de jaarlijkse lasten: de rentelasten, de waterzuiveringsheffing van Hydria en Waalse belastingen op waterwinningsgebieden (54 miljoen in 2023), afschrijving van eerdere investeringen en waardeverminderingen voor oninbare vorderingen.