Tijdelijk werkloos: Brusselse werknemers trekken aan kortste eind

202,68 euro. Zoveel geld krijgen werknemers die tijdelijk werkloos zijn qua tegemoetkoming voor hun water- en energiefactuur van de Vlaamse regering. Enige voorwaarde: je moet in Vlaanderen gedomicilieerd zijn. Brusselse werknemers vallen uit de boot: “Spijtig gevolg van regionalisering”.

De Vlaamse regering kwam deze week met een bijkomend steunpakket voor technisch of tijdelijke werklozen door het coronavirus. De tijdelijke werkloosheid wordt in principe geregeld door de federale overheid. Maar regionale regeringen kunnen bijkomende keuzes maken. Volgens de maatregel kunnen alle werknemers die tijdelijk werkloos zijn door de coronacrisis én in Vlaanderen gedomicilieerd zijn, een financiële tegemoetkoming voor 1 maand krijgen voor de betaling van de water- en energiefactuur, begroot op 202 euro.

Dat dit als werkgever moeilijk uit te leggen valt, vindt Ruben Goots, hoofd van productiehuis Hamlet, zeer jammer: "Ik heb personeel dat uit de rand komt en personeel uit Brussel. Het is extra zuur, om in een moment van crisis, te moeten uitleggen dat mijn Brusselse werknemers 200 euro, toch geen onaardig bedrag, moeten mislopen. Waarom moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende Belgen? Er moet meer overleg komen, Brussel moet sneller reageren, maar Vlaanderen moet ook niet solo slim spelen".

Bij Unizo betreuren ze het verloop van de zaken: “Het is betreurenswaardig dat werknemers en werkgevers slachtoffer worden van verschillende maatregelen,” aldus Anton Van Assche, hoofd van de afdeling Brussel en Vlaams-Brabant. “Of Vlaanderen had het beter eerst eens bekeken met de andere gewesten of we moeten de Brusselse regering dwingen om te volgen. Dit is een spijtig gevolg van de regionalisering en toont aan dat de economische realiteit anders is dan wat er op politiek vlak speelt”.

Voorbijgestoken

Bij de Brusselse regering was een soortgelijke maatregel nog niet aan de orde, en lijkt het alsof ze zich voorbijgestoken voelen door Vlaanderen. “Het is de ministerrraad die hierover moet beslissen,” zegt Pauline Lorbat, woordvoerster van minister van Werk Bernard Clerfayt (Défi), “maar in dit soort materie is een interregionaal overleg in de toekomst aan de orde”.

Bij het kabinet van Barbara Trachte (Ecolo), staatssecretaris voor Economische transitie wijzen ze op het reeds geleverde werk in Brussel: “We hebben de hulp tot nu toe vooral naar structuren gestuurd: bijvoorbeeld naar organisaties, of naar handelszaken die moeten sluiten om hun te helpen én om hun werknemers te ondersteunen,” zegt woordvoerder Nicolas Roelens. Maar hij sluit de deur niet naar bijkomende steun voor tijdelijk werklozen.

“We weten dat er veel moeilijkheden zijn, dat het niet simpel is voor de mensen, maar we zijn zeer enthousiast over de federale keuzes die zijn gemaakt. De hulp die het Gewest kan bieden gaat naar alle waarschijnlijkheid nog veranderen, afhankelijk van de noden in het veld.”