Vervoort: Nieuw Boudewijnstadion niet verenigbaar met NEO

De bouw van een nieuw stadion op de plaats van het Koning Boudewijnstadion door de privé, met een inwonende club en andere activiteiten, is niet verenigbaar met het Neo 1-project voor de herinrichting van de Heizelvlakte. Dat stelt Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) vrijdag.

Voor Vervoort veronderstelt het plan van MR-vicepremier Didier Reynders een financiële betrokkenheid van het federale voor een nationaal stadion met beperkt gebruik: de wedstrijden van de Rode Duivels, de Memorial Van Damme en enkele concerten.

"Het Koning Boudewijnstadion moet volledig worden afgebroken en heropgebouwd. Maar er is geld nodig: ofwel privé-financiering maar dat veronderstelt dat er een club intrekt, wat onverenigbaar is met Neo; ofwel publieke financiering, maar het is niet het gewest dat het dossier zal beheren: het is een nationaal stadion, geen gewestelijk", verklaarde de minister-president op de Franstalige regionale zender Bx1.

Wel of geen thuisclub

Tegenover Belga verduidelijkte Rudi Vervoort dat de conventie tussen de Brusselse overheden en de concessiehouder van het Neo 1-project Unibail de bouw voorziet van een shopping center, honderden woningen en een ontspanningscentrum. Een stadion is er enkel mogelijk onder de huidige voorwaarden: de wedstrijden van de Nationale Ploeg, de Memorial Van Damme en enkele concerten per jaar. "Tijdens een ontmoeting hebben vertegenwoordigers van Unibail me openlijk gezegd dat ze met een project zoals voorzien was op Parking C wegens de toenemende activiteit, hun koffers zouden pakken en vertrekken", voegde de Brusselse regeringsleider eraan toe.

Toch zei Unibail begin januari 2018 aan BRUZZ dat het Koning Boudewijnstadion mét thuisclub kan, op voorwaarde dat de openingsuren van het winkelcentrum goed met die van de voetbalmatchen worden afgestemd. "In Stockholm gaan mensen voor of na de match winkelen, iets eten of iets drinken in ons shoppingcentrum. Die combinatie werkt prima."

Wie betaalt

Vervoort wijst er nog op dat alle mogelijk is in een andere economisch model. Voor hem is de federale regering aan zet, vermits het om een nationaal en niet een gewestelijk stadion gaat. "Er kan dus ook geen sprake van zijn dat het Brussels gewest dit project zou financieren, noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks via Beliris - waar Didier Reynders verantwoordelijk voor is," besloot Rudi Vervoort.