Terwijl de werkzaamheidsgraad in ons land omhoog moet en politici de mond vol hebben van inclusie, blijven veel werkzoekenden met een beperking in de kou staan. “Werkgevers moeten ongewoon talent kansen durven te geven.”
| Mensen met een beperking op de arbeidsmarkt: Maxence Parent is op zoek naar werk, Fien De Waele is sinds enkele weken aan de slag bij advocatenbureau Seeds of Law.
Maxence Parent is 26, slechthorend en al een jaar of zes op zoek naar een 'gewone', betaalde job. Na het middelbaar onderwijs – hij studeerde kantoor – vond hij een tijdelijke baan als archiefmedewerker bij het OCMW van Ternat, waar hij woont bij zijn ouders. Maar na een jaar kwam er geen verlenging en moest hij opnieuw op zoek.
Hij deed een stage in twee restaurants, de horeca leek hem immers ook wel wat. “Maar shiften draaien in een lawaaierige zaal bleek door mijn gehoorproblematiek heel lastig. Ook de hoge druk, de dril en de snelheid van het werk lagen mij niet,” zo vertelt hij.
Vervolgens kreeg hij de kans om stage te lopen in de bibliotheek van Sint-Gillis. “Het beste wat mij overkomen is,” zegt Parent, zelf een fervent lezer. “Klasseren, ingeleverde boeken inscannen, achter de balie zitten, ik deed het allemaal heel graag.” Ook het zaterdagwerk vond hij leuk. Het was dan ook een zware domper toen hij hoorde dat hij na de stage niet kon blijven.
Een tijd later kreeg hij een opleidingscontract als archiefmedewerker bij de Vlaamse gemeenschap, weer in Brussel. Hij hield van het werk en de werkplek, vlak bij het Centraal Station, en kon het goed vinden met zijn collega's. Maar na zes maanden hield het op.
Intussen zit hij alweer een klein jaar thuis, op een testfase van twee dagen in de beenhouwerij van een grote supermarkt na. “Daar ben ik zelf gestopt. Ik moest er in hoog tempo kant-en-klare maaltijden opscheppen, ik voelde me echt een Duracell-konijntje.”
Hij blijft hopen op een baan in een archief of bibliotheek en heeft zowat alle bibs in Brussel en omgeving aangeschreven. Onlangs kwam hij als tweede uit de sollicitatieronde. “Weer net niet.”
Wekelijks stuurt hij meerdere sollicitaties de deur uit en het frustreert hem dat hij vaak geen antwoord krijgt of dat men rond de pot draait. “Het is dus niet altijd duidelijk of de afwijzing met mijn gehoorprobleem te maken heeft. Ik vermeld het wel op mijn cv.”
Parent, die een werkloosheidsuitkering van 400 euro per maand krijgt, maakt zich zorgen over zijn toekomst. “Die ziet er niet echt rooskleurig uit. Ik wil op een dag toch op eigen benen kunnen staan.”
Koudwatervrees
Maxence Parent is geen alleenstaand geval. De arbeidsparticipatie van mensen met een lichte of ernstige beperking is laag in ons land. Volgens cijfers van het Steunpunt Werk werkt slechts 42 procent van die groep en in Brussel, waar de werkzaamheidsgraad in het algemeen lager ligt, amper 29 procent. Van de totale Belgische bevolking is 65 procent aan de slag, een groot verschil dus.
Sommige mensen hebben zo'n ernstige beperking dat werken niet mogelijk is, zij krijgen een inkomensvervangende uitkering. “Veel anderen kunnen en willen werken, maar staan noodgedwongen aan de kant. Dat is te betreuren in tijden dat politici de werkzaamheidsgraad willen opkrikken en werkgevers klagen over de krapte op de arbeidsmarkt. Zo gaat veel arbeidspotentieel verloren,” zegt Ward Noelmans, regiomanager bij Emino, een Vlaams-Brusselse organisatie die mensen met een arbeidsbeperking die op zoek zijn naar een job in het reguliere circuit, begeleidt.
“Het is eveneens jammer voor de mensen zelf. Die willen volwaardig participeren, ook op de arbeidsmarkt. Je ontzegt hen namelijk ook de niet-financiële voordelen van een baan: een sociaal netwerk en de voldoening om bij te dragen aan de samenleving.”
Veel werkgevers hebben nog altijd koudwatervrees als het gaat om sollicitanten met een arbeidshandicap. “Er zijn tal van vooroordelen. Bij veel werkgevers bestaat de perceptie dat mensen met een beperking minder productief zijn, trager werken en vaker afwezig zullen zijn. Terwijl het in werkelijkheid vaak erg gedreven en loyale medewerkers zijn,” zegt Noelmans.
Werkgevers vrezen bovendien de reactie van de collega's en zijn bang dat ze hoge kosten moeten maken voor aanpassingen. Noelmans: “Maar eigenlijk is het vooral een kwestie van 'onbekend is onbemind'. Bedrijven zijn vaak ook niet op de hoogte van de ondersteuningsmaatregelen en begeleidingsmogelijkheden.”
“Wij zeggen: durf af te wijken van het rekruteringsbeleid waarbij je de witte raaf voor ogen hebt. Vertrek van de persoon en kijk wat zijn noden zijn”
Emino probeert de werkgevers te sensibiliseren zodat ze met een andere bril naar sollicitanten met een beperking kijken. “Het is best mogelijk dat er aanpassingen in het bedrijf moeten gebeuren, dat er bijvoorbeeld pictogrammen nodig zijn, of dat het uurrooster van de persoon in kwestie moet worden aangepast. Maar wij zeggen: durf te differentiëren, durf af te wijken van het standaard rekruteringsbeleid waarbij je de witte raaf voor ogen hebt. Vertrek van de persoon en kijk wat zijn noden zijn.”
Fien De Waele had het geluk op een baas te botsen die haar met die andere bril wil bekijken. Ze kreeg de afgelopen jaren achtereenvolgens de diagnoses fibromyalgie, ADHD en autisme, en diabetes. Toch wilde ze graag werken, na een jarenlang parcours van afgebroken studies, korte jobs en lange periodes thuis.
Omdat ze in Gent niet aan de bak kwam, verhuisde ze enkele maanden geleden naar Brussel. Bij een van haar eerste sollicitaties was het meteen raak. Sinds begin oktober werkt ze als receptioniste en administratief medewerker bij het prestigieuze advocatenkantoor Seeds of Law, dat een stijlvol ingerichte verdieping betrekt in de Bastion Tower aan de Naamsepoort.
Tijdens het sollicitatiegesprek benoemde ze haar beperkingen niet, vertelt ze. Dat hoeft wettelijk ook niet. “Ik heb alleen gezegd dat mijn manier van communiceren soms een beetje vreemd is en dat ik graag duidelijke instructies krijg. Ook heb ik iets over een spierziekte laten vallen,” vertelt ze. Maar in haar eerste werkweek werd ze onwel omdat haar suikerspiegel niet in orde was, en moest ze naar spoed. “Toen ik later op het werk mijn medische fiche moest invullen, heb ik ook genoteerd dat ik autisme, ADHD en fybromyalgie heb.”
Baas met begrip
Haar werkgever reageerde met veel begrip. “Wij geven graag kansen aan mensen, zeker als ze van goede wil zijn,” zegt Ann Vranken, die het advocatenkantoor mee runt. “Fien heeft zich vanaf dag één hard ingezet, dan ben je als werkgever tot veel bereid. Door haar beperkingen zal ze misschien eens afwezig zijn of bepaalde taken niet kunnen uitvoeren, zware dossiers tillen bijvoorbeeld. Wij passen ons wel aan. Tot dusver hebben we nog niet gemerkt dat haar rendement minder goed zou zijn.”
Aanpassingen van de werkplek heeft Fien De Waele tot dusver niet gevraagd, op een ergonomisch kussentje na. Wel klopte ze bij Emino aan voor een jobcoach, die haar de eerste maanden zal begeleiden. “Als er werkpunten zouden zijn, kan de coach bemiddelen,” zegt ze.
Emino doet niet alleen aan jobcoaching op de werkvloer, de organisatie, die samenwerkt met VDAB en Actiris, regelt ook stages voor 'ongewoon talent', mensen met een arbeidsbeperking die geen baan vinden. “Wij gaan daarbij heel breed,” zegt Noelmans. “Veel verder dan de klassieke, zichtbare beperking. Wij gaan ook aan de slag met de veel grotere groep mensen met een onzichtbare, niet noodzakelijk erkende beperking, mensen met depressie, burn-out, ASS en andere mentale of psychische problemen, en ook met langdurig zieken.”
De stages zijn bedoeld om de werkzoekende het beroep te laten verkennen en hem of haar weer wat zelfvertrouwen te geven. Noelmans: “Soms is ook de motivatie zoek, na enkele negatieve ervaringen.” Emino zoekt stages die zoveel mogelijk aansluiten bij de wens van de werkzoekende. “Dat kan bij een notaris zijn, in een gemeenschapscentrum of bij een van de Brusselse vredegerechten. Elke werkgever kan zijn werkvloer openstellen en zo het experiment aangaan. Het kost hem niets.”
In het beste geval is zo'n stage een opstap naar vast werk. “Als er niet meteen een vacature is, zoeken we een andere stage,” zegt Noelmans. “Soms lukt het dan nog niet. Van de hele groep mensen met een beperking en langdurige zieken die wij begeleiden, stroomt ongeveer de helft door naar een baan in het reguliere arbeidscircuit. Als daar echt niets mogelijk is, verwijzen we soms door naar de sociale economie of naar een maatwerkbedrijf.”
Werkgevers die de stap wagen, krijgen ook administratieve ondersteuning. Noelmans: “Veel werkgevers schrikken immers terug voor het paperassenwerk. Het is ook een complexe problematiek, die raakt aan de bevoegdheden gezondheid, gelijke kansen, werk en arbeidsmarktbeleid, dus zowel aan federale als aan gewestelijke en gemeenschapsmateries.”
Wat het nog ingewikkelder maakt, is dat Nederlandstalige Brusselaars met een beperking door de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid al vier jaar geen recht meer hebben op de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), een stevige premie die de lagere productiviteit en de extra kosten voor de werkgever moet compenseren.
Franstalige Brusselaars kunnen wel nog een prime d'insertation bij de dienst Phare (Cocof) aanvragen. Er gelden dus andere voorwaarden voor de werkgevers naargelang ze een Nederlandstalige Brusselaar, een Franstalige Brusselaar of een Vlaming met een handicap in dienst nemen.
Om dit euvel te verhelpen is in het Brusselse regeerakkoord afgesproken dat er één premie voor alle Brusselaars met een arbeidsbeperking komt. Die zou volgens woordvoerder Jan Gatz van Actiris in de loop van volgend jaar in werking treden.
In Frankrijk worden zowel privébedrijven als overheden met meer dan twintig werknemers verplicht zes procent mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen, op straffe van boetes. Bij ons gelden er alleen quota voor de overheid: drie procent bij de federale overheid, twee procent bij de Brusselse administratie en 2,5 procent bij de Brusselse gemeenten. Probleem is dat er geen echte sanctie is, zodat de meeste overheden ver onder de norm blijven. Zo blijkt uit het jongste verslag van Brussel Plaatselijke Besturen dat slechts zeven van de negentien Brusselse gemeenten boven de 2,5 procent zaten. Ward Noelmans van Emino gelooft niet echt in quota als oplossing. “Een mindshift bij de werkgevers is veel belangrijker.”
Sneller en beter
Een enkel bedrijf heeft die mindshift al volledig gemaakt en ziet de beperking van zijn werknemers juist als een troef. Passwerk, een Antwerpse onderneming die sinds drie jaar ook in Brussel actief is, zet mensen met autisme in voor softwaretesting en -ontwikkeling en cyber security. “We sturen onze 180 consultants, allen met autismespectrumprofiel, uit naar grote banken als Belfius en BNP Paribas en naar overheidsdiensten, de FOD Financien bijvoorbeeld, het Riziv en de RVA,” zegt Dirk Rombaut, commercieel directeur van Passwerk.
Ook selecteerde en trainde het bedrijf een tiental mensen met autisme voor bewakingsfirma G4S, die de bagage screent op de luchthaven. Rombaut: “Die mensen hebben oog voor detail, een grote focus en kunnen repetitief werk uitvoeren zonder kwaliteitsverlies. Ze zijn gewoon beter en sneller.”
Lees meer over: Brussel , Economie , Samenleving , mensen met een beperking , werkzoekenden , inclusie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.