Kansarme maar talentvolle jongeren samen aan tafel zetten met bedrijfsleiders. Dat is het eenvoudige idee achter A Seat at the Table, een initiatief van ondernemers Youssef Kobo (CD&V) en Hassan Al Hilou. Het project bestaat exact een jaar en is een donderend succes. “Sommige bedrijfsleiders verwachten een vermoeiende middag met grofgebekte jonge gasten in trainingspak. Zij vallen van hun stoel.”
| Youssef Kobo (CD&V) en Hassan Al Hilou brengen met A seat at the Table jonge werkzoekenden en werkgevers samen aan tafel.
Wie is Hassan Al Hilou?
- Ondernemer
- Komt uit Nederland, groeit op in Brussel en woont nu in de UP-sitetoren, aan het kanaal
- Volgt Economie-Wiskunde in het Atheneum in Anderlecht en studeert daarna innovatiemanagement
- Is op zijn 15 jaar de jongste ondernemer van het land
- Beste eigenschap (volgens Kobo): zijn tomeloze ambitie
- Slechtste eigenschap (volgens Kobo): zijn Nederlands chauvinisme
Wie is Youssef Kobo?
- Ondernemer, opiniemaker, publicist en lid van de CD&V
- Woont in Antwerpen
- Studeert rechten, maar maakte de studie (nog) niet af
- Werkt enige tijd voor het kabinet van Brussels minister Bianca Debaets (CD&V), maar komt in een controverse terecht na enkele oude tweets die worden opgerakeld
- Beste eigenschap (volgens Al Hilou): zijn netwerk-tempo
- Slechtste eigenschap (volgens Al Hilou): zijn netwerk-tempo
Wie slechts wat vage plannen met het leven heeft, en dan maar als een Oblomov de dagen in sluimerende toestand slijt, moet eens met Youssef Kobo of Hassan Al Hilou bellen. Na het telefoontje is van ledigheid beslist geen spoor meer: vooruit raken is hét motto van deze twee heren. En die attitude is besmettelijk. Zo’n zeshonderd jongeren – kansarmen, maar ook universiteitsstudenten en young professionals – zijn al aangestoken. Hun truc? Verwachtingen stellen.
“De jongeren van A Seat At The Table (ASATT) krijgen een agenda die zich kan meten met de agenda van een gemiddelde minister,” zegt Kobo. “Elke week zijn er meetings met top-CEO’s, bedrijfsbezoeken, kunnen ze spreken met de grootste namen en bieden we dure tickets aan voor netwerkevents. Dat zijn enorme kansen. Ik verwacht wel dat ze zich inzetten, dat ze op tijd komen, zich gepast kleden en met twee woorden spreken.” “Als zij foert zeggen, dan stopt het voor ons,” zegt Al Hilou.
"Bij mij gaat het om actie, om emotionele genezing"
Dat klinkt streng.
Hassan Al Hilou: Streng maar rechtvaardig, en dat is nodig.
Youssef Kobo: Anders raak je niet vooruit. Wij doen niet, zoals veel andere organisaties, aan bezigheidstherapie. Bij ons geen cinema, voetbal of Playstation-avond. Daarmee leg je de lat op de grond. Wij doen het tegenovergestelde. Wij valoriseren de jongeren. Wij nemen hen serieus.
We zijn een jaar verder. Zien jullie al een effect?
Kobo: Zeker, je ziet ze openbloeien. In het begin zijn ze heel timide. Elke nieuwe lichting jongeren zit negentig minuten ineengedoken bij de CEO. Ze durven niet te bewegen of te kijken, en durven al zeker geen vragen te stellen. Logisch, ook voor mij was het bedrijfsleven in het begin enorm intimiderend. Na een paar rondetafels krijgen ze meer zelfvertrouwen. En weer wat later is het of ze met die CEO op café zitten (lacht).
Vreemd dat de jongeren in het begin verlegen zijn, terwijl ze op straat zo zelfverzekerd overkomen.
Al Hilou: Dat is iets anders. De jongeren zijn inderdaad straatstoer, maar het moment dat ze in contact komen met iemand die ze binnen hun eigen netwerk, of dat van hun ouders, nooit zouden ontmoeten, zijn ze heel stil. We leren hen dat ze die stoerheid ook binnen bedrijven kunnen gebruiken om slim en zelfzeker over te komen. Bedrijven houden immers geen rekening met die schulp: die vragen zich af waarom de jongeren niet spreken. Of indien ze spreken, waarom ze zo agressief zijn.
Kobo: Agressief vind ik een verkeerd woord.
Al Hilou: Defensief dan. Ik begrijp dat wel. Als een agent hen op straat voor de zoveelste keer om een identiteitskaart vraagt, reageren ze beschermend. Als een bedrijfsleider dan vraagt wat voor werk ze doen, reageren ze soms op dezelfde manier.
En hoe reageren de bedrijfsleiders?
Kobo: Als ik zeg dat we met een groep kansarme jongeren langskomen, verwachten ze een paar jonge gastjes in trainingspak en met een grote mond. Maar dan blijken het allemaal jonge, beleefde, ambitieuze mensen te zijn, die over alles kunnen meepraten en nog eens deftig gekleed lopen ook. Dan zie je die CEO’s vaak van hun stoel vallen, en ontstaat er een boeiend gesprek, waarbij de jongeren ook vragen hoe ze aan een job kunnen komen, hoe de CEO dat heeft gedaan, enzovoort. Dat overvalt die CEO’s, waardoor ze uit hun comfortzone komen, en zich openstellen.
"Het regeerakkoord is een zeer duidelijk antwoord op hoe Vlaanderen gestemd heeft. Maar of het extreemrechts zal afblokken?"
Waarom doen de bedrijven eigenlijk mee? What’s in it for them?
Al Hilou: We hebben een poule kansarme jongeren, en een poule universiteitsstudenten en jonge professionals. Die groep gaat altijd gemengd aan tafel met de CEO’s. Voor die bedrijven vormen de kansarme jongeren een onderdeel van hun Social Corporate Responsability. De sterke profielen willen zij aanwerven. Zij zijn soms al lang op zoek naar sterke profielen met een migratieachtergrond, maar vinden die niet. Wij slaan de brug die er niet was.
Heeft het de jongeren al een job opgeleverd?
Kobo: Een goeie dertig jongeren hebben nu een stageplaats bij topbedrijven zoals Eubelius, een gerenommeerd advocatenkantoor. Maar in het eerste jaar focussen we op de uitbouw van ons platform. Pas in het tweede jaar richten we ons echt op stages en jobs, waaronder studentenjobs.
Al Hilou: Daarom ook hebben we onze oorspronkelijk opzet om vijftien jongeren intensief te begeleiden, aan de kant geschoven en zijn we volop voor de uitbouw gegaan. ASATT moet eerst bekend worden.
Is dat gelukt?
Kobo: Oorspronkelijk hadden we twaalf evenementen gepland in een jaar. Dat zijn er 77 geworden. Nu bouwen we vijf nieuwe ‘satellieten’ uit. Een ervan is ‘Women in’, met vrouwelijke CEO’s in de schijnwerpers. We organiseren ook Moonshots: een twintigtal ondernemers die een boek schreven, komt daarover vertellen.
Richten jullie je daarbij strikt op Brusselse jongeren of ook op Vlaamse?
Kobo: Zestig procent komt uit Brussel, veertig procent komt uit Antwerpen, Vilvoorde, en alles wat in de buurt van Brussel ligt (lacht).
Al Hilou: Laten we zeggen dat we de beleidsnota in realiteit brengen, wij slaan de brug tussen Brussel en Vlaanderen.
Kobo: Over vijf jaar willen we vijfhonderd bedrijven als partner en vijfduizend jongeren in onze trajecten hebben. Brusselse jongeren die meelezen kunnen altijd inschrijven op onze website asatt.eu (grijnst).
Waarom doen jullie dit eigenlijk?
Kobo: Ik ken de pijn en de uitdagingen van de jongeren, en als iemand die de carrièreladder beklommen heeft, wil ik graag de weg tonen. We willen hen duidelijk maken dat ze niet zomaar kansen zullen krijgen, maar dat ze die zelf moeten creëren. Voor veel jongeren is het altijd de schuld van iemand anders als iets niet lukt, of dat nu de overheid of de samenleving is. Maar zo kom je nergens.Het klopt dat de samenleving niet eerlijk is en het klopt dat er veel uitdagingen zijn, maar niks bepaalt je parcours zo sterk als je eigen attitude.
Al Hilou: En dat laatste krijgen ze ook te horen van de bedrijfsleiders. De CEO van UZ Brussel bijvoorbeeld, zei op een rondetafel: “I hire for attitude and I train for skills.” Dat was voor veel jongeren een echte eyeopener.
Kobo: Ze voelen zich gewenst, krijgen meer zelfvertrouwen beginnen sneller te lopen.
"Ik zie alleen maar verhalen, verhalen, verhalen. Als ik verhalen wil, ga ik wel naar de bibliotheek"
Maar het is toch wel degelijk moeilijker voor iemand met een migratie-achtergrond?
Kobo: Absoluut! Maar ik geloof niet dat het binnen tien of twintig jaar beter wordt of dat de overheid de kloof zal dichten. Integendeel, het wordt alleen maar erger.
Hoezo?
Kobo: Minderheden zullen de boksbal blijven van het publieke debat. Ze zullen daarbij nog meer medestanders verliezen.
We leven in snel veranderende tijden. Wat voordien normaal was, staat nu op het spel. In plaats van die problemen op te lossen, wijst de politieke rechterzijde naar een zondebok, een beproefd recept.Het zijn de minderheden die onze welvaart, ons welzijn en onze toekomst bedreigen, niet onze veranderende plek in een geglobaliseerde wereld.
En de gevestigde politici durven daar niets tegenin te brengen, uit schrik om stemmen te verliezen. Zij staan er gewoon op te kijken, of proberen rechts te copy-pasten, in plaats van de moed te tonen om daartegen in te gaan. Daarom: ga niet in een hoekje wachten tot de overheid met praktijktesten komt of je een job geeft. Dat zal niet gebeuren. Het wordt alleen maar erger.
Uw partij, de CD&V, staat er ook ‘op te kijken’. Meer zelfs: ze maakt deel uit van de Vlaamse regering en heeft het Vlaamse regeerakkoord mee geschreven, dat de samenleving in leden en kandidaat-leden opdeelt.
Kobo: Ik denk dat we bij het finale regeerakkoord inderdaad beter hadden moeten opletten met de verwoording van bepaalde elementen.
Zoals?
Kobo: Telkens als er religieuze minderheden, minderheidsgroepen of nieuwkomers genoemd werden, was de framing wantrouwig. Dat strookt niet met de waarden van de CD&V, en dat was ook mijn kritiek op het CD&V-congres. Tegelijkertijd is dit regeerakkoord een zeer duidelijk antwoord op hoe Vlaanderen gestemd heeft. Maar of het extreemrechts zal afblokken? Daar ben ik heel benieuwd naar.
Al Hilou: (schudt van neen)
Kobo: Ik pleit er vanuit de CD&V eerder voor om de moed te hebben om daartegen in durven te gaan. Tegelijk hebben we als partij tikken gekregen en moeten we nu een nieuw verhaal creëren.
Wie moet er voorzitter van de CD&V worden?
Kobo: Degene die ik voor ogen had, is nu minister geworden.
Benjamin Dalle?
Kobo: Ja, ik had gehoopt op hem als voorzitter. Maar Sammy Mahdi of Vincent Van Peteghem zijn ook twee zeer scherpe denkers die helder kunnen communiceren, wat ook niet een van onze sterktes was.
Liever een van hen dan Hendrik Bogaert?
Kobo: Ik vind Hendrik Bogaert een gentleman, maar ik vind niet dat we, zoals hij aangeeft, de N-VA moeten achtervolgen.
Zou u niet beter zelf voor het voorzitterschap gaan?
Kobo: Daar ben ik op dit moment niet geïnteresseerd in.
En u? Op de verkiezingsavond zag ik u op het hoofdkwartier van de Open VLD. Flirt u met die partij?
Al Hilou: Neen. Toen ik zeventien was, waren zij een van mijn klanten, ik was hun strategische adviseur diversiteit.
Maar hebt u politieke ambitie?
Al Hilou: Nee, helemaal niet. Omdat ik een ondernemer ben, die niet van verhalen houdt. Aldoor hoor ik van politici dat ze een beter verhaal naar voren moeten brengen. Wel: I don’t give a shit about verhalen. Als ik een verhaal wil, ga ik wel naar de bibliotheek. Bij mij gaat het om actie, om emotionele genezing.
Hoe ziet u die genezing?
Al Hilou: Een tijdje geleden hadden wij een Vlaams Belang-stemmer en een PVDA’er in dezelfde ASATT-groep. Aan de basis van hun stemgedrag ligt een trauma. Bij die Vlaams Belang-stemmer was het die massa mensen aan het Noordstation, die transmigranten, voor wie hij bang was.
Het Vlaams Belang beloofde genezing via een heel korte video: als wij verkozen worden, zullen we die mensen wegsturen. Die PVDA’er is een gast die in diepe armoede zit. Kom daar niet af met een groot verhaal over gelijkheid, maar doe iets. Zorg dat je zijn moeder, die in de schulden zit, kunt begeleiden.
Die acties zie ik niet. Ik zie alleen maar verhalen, verhalen, verhalen. En nog denken de mensen dat ze met verhalen moeten bezig zijn. Als Sammy Mahdi CD&V-voorzitter wordt, dan ben ik de eerste die hij kan uitnodigen om, als mede-Irakees, te helpen aan de praktijk (lacht). Maar niet om verhalen te verzinnen.
Zien jullie het nog goedkomen?
Al Hilou: Als er emotionele genezing komt wel, ja. Als de politici ook daadwerkelijk iets doén aan de grote problemen - tewerkstelling, klimaat, mobiliteit.
Kobo: Weet je, als je de media een beetje volgt, denk je dat we in staat van oorlog zijn. Maar onze persoonlijke ervaring is toch helemaal anders.
Voor ASATT zijn we bij driehonderd bedrijven, instellingen en organisaties langs gegaan, om ons verhaal te pitchen. Zo goed als alles en iedereen heeft meteen ja gezegd. En er komen alleen maar bedrijven bij. Er is met andere woorden veel goodwill binnen het bedrijfsleven. En dat is niet anders bij de jongeren, die wij succesvol samenbrengen.
Al Hilou: Als we die schoonheid die we bij de rondetafels creëren, kunnen overbrengen naar de samenleving, dan zou dat fantastisch zijn.
Lees meer over: Brussel , Economie , Samenleving , youssef kobo , Hassan Al Hilou , a seat at the table , CEO , sociaal ondernemen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.