Vijftien jaar nadat rockgod Tom Barman met zijn filmdebuut een frisse... euh... wind liet waaien door de Vlaamse cinema, kan een nieuwe generatie jongelui kennismaken met de zwierige en nu digitaal gerestaureerde stadsmozaïek Any way the wind blows.
Lees ook: Een rist topartiesten salueert Arno
Tom Barman was een jonge dertiger en vooral bekend als de frontman van de rockband dEUS toen hij in 2003 debuteerde als filmregisseur met de nerveuze stadsmozaïek Any way the wind blows. Op zijn 46e is hij vooral blij verrast met het nieuws van de heruitgave. “Dit keer zit ik er echt voor niets tussen,” klinkt het.
Dat is niet helemaal waar, want hij deponeerde het originele materiaal vijftien jaar geleden bij het Koninklijk Filmarchief, en de films die daar binnenkomen, worden standaard gerestaureerd. “Eigenlijk is dat gewoon een digitalisering, een kleurcorrectie. Maar ik voel me wel vereerd, want er kruipt enorm veel werk in,” vervolgt Barman, die momenteel de laatste hand legt aan het script van zijn tweede langspeelfilm, Drop shot. Die zou volgend jaar in preproductie moeten gaan, maar wordt niet voor 2020 in de zalen verwacht.
De heruitgave van zijn debuut noemt hij een perfect storm, omdat ze samenvalt met de veertigste verjaardag van Cinema Cartoon’s, de Antwerpse arthousebioscoop waar hij als tiener zelf nog films projecteerde en ook enkele scènes van Any way the wind blows draaide. Dat met de vorig jaar overleden Eric Kloeck ook de bezieler van de zaal meespeelde, gaf de Antwerpse première vorig weekend een extra dimensie.
Maar ook elders zal het flamboyant waaien zijn op het ritme van de sinjorenstad, die volgens de regisseur evengoed een andere middelgrote stad had kunnen zijn. “De film speelt zich wel af in Antwerpen en toont haar gevoeligheden. Maar ik heb begrepen dat mijn Brusselse collega’s en vrienden ook veel herkenden. Ik wou de nervositeit van dé stad tonen, personages brengen die ik nog niet gezien had in een Vlaamse film en die pittige dialogen voeren en de dromerige, ambitieuze sfeer evoceren die je in elke stad terugvindt.”
In je intentieverklaring bij de film schreef je ook dat je jezelf en je leefwereld zelden herkende in Vlaamse films. Is er vijftien jaar later beterschap?
Tom Barman: Ik merk toch een soort schwung die ik vroeger alleen in buitenlandse arthousefilms zag. Ik ben zelf een dromer. Een film moet voor mij de wereld tonen hoe je ze zelf wilt zien, afgewisseld met hoe ze werkelijk is. Met wat wishful thinking en verbloeming komt de realiteit sterker binnen. Dat contrast typeert ook hoe ik werk als muzikant. Any way the wind blows hebben we gefilmd met CinemaScope (een systeem voor de opname van breedbeeldfilms, tp). Antwerpen is New York niet, maar ik vond het wel grappig om de stad een bepaalde zwierigheid te geven, alsof ze dat wel was.
Tegelijk gebruikten we Cinema–Scope om hele kleine levens en problemen in beeld te brengen. Ook dat kleinschalige wilden we zo cinematografisch mogelijk weergeven. Noem het de Europese gevoeligheid. We filmen hier in Europa nu eenmaal anders dan in Amerika, terwijl we wel veel Amerikaanse films verslinden. Soms zeg ik dat ik van de Azoren kom. Die liggen precies tussen Amerika en Europa. (Lacht)
Hoe verhouden de nieuwe digitale kleurcorrecties zich tot het originele palet?
Barman: Het originele materiaal sprak voor zich. Het was weids en filmisch, en opgenomen tijdens een hele warme zomer. Samen met Renaat Lambeets heb ik in dat prachtige weer een kleurig palet neergezet. De gedigitaliseerde versie heeft die dynamiek behouden. Het knalt als het moet knallen, en wordt waar nodig iets donkerder getrokken om het wat realistischer te maken, zoals bij de feestscènes op het einde.
Vijftien jaar geleden draaiden jullie op pellicule. Was het toen al de norm om digitaal te filmen?
Barman: Toen was het nog fiftyfifty. Maar wij waren wel bij de laatsten die analoog geëtalonneerd hebben (een kleurcorrectie deden, tp). Die digitale technologie was destijds splinternieuw en razend opwindend. We zijn nog naar Londen gereisd om Bloody Sunday (2002) van regisseur Paul Greengrass te bekijken, een film die zich in de seventies afspeelt en door die nieuwe techniek een gritty, tv-achtige ruwheid opwekte. We waren verkocht, maar hadden het budget niet.
Elke film raakt gedateerd. Zelfs klassiekers waar ik zot van was als tiener, zoals The breakfast club of sommige Woody Allens.
Tegenwoordig is er qua etalonnage veel mogelijk. Je hoeft eigenlijk niet meer op locatie te gaan. Als je het magic hour (het magische moment wanneer de zon net onder is, maar er nog licht overblijft, tp) vroeger wou vatten, moest je erop wachten. Ik denk dat er nu zelfs een magic hour-knop bestaat.
Any way the wind blows lanceerde Magnus, het elektronische pact dat je smeedde met CJ Bolland en in december met twee AB-concerten weer uitwuift, net wanneer je tweede filmscript ongeveer klaar zal zijn.
Barman: Het is puur toeval dat de Magnus-cirkel nu rond is. Ik heb er samen met CJ de stekker uitgetrokken om in te zoomen op de nieuwe film en op dEUS. Er zijn al nieuwe nummers, maar we beginnen pas echt als mijn script af is. Ook de nieuwe plaat van TaxiWars is voor 95 procent klaar. Eind oktober wordt ze gemixt en de release volgt in het voorjaar van 2019. Maar ik wil met al mijn bands muziekmaken voor de nieuwe film.
Inclusief ringtones, die in je filmdebuut verwezen naar dEUS-songs?
Barman: Nee. (Lacht) Maar inside jokes zijn altijd leuk. De bedoeling is dat muziek en film samenkomen. Maar niet voor 2020. Veel meer dan dat het een Engelstalige film is die Drop shot heet (oudere werktitels waren The alcoholics en The hab, tp), kan ik er niet over kwijt. Maar ik hou nog steeds van dense verhalen en prestaties. Er moet iets gebeuren. Het zal wel weer typisch ik zijn, zeker?
Vond je dat Any way the wind blows gedateerd was toen je hem terugzag? En zorgde dat voor een realitycheck bij het schrijven van je nieuwe script?
Barman: Elke film raakt gedateerd. Zelfs klassiekers waar ik zot van was als tiener, zoals The breakfast club of sommige Woody Allens. De technologie is exponentieel veranderd zodat je nu al met een gedateerde film zit als er een Blackberry in beeld komt. Als regisseur moet je daar niet te veel mee bezig zijn. Bij Any way the wind blows heb ik verwijzingen naar de actualiteit wel vermeden, behalve die naar paus Johannes Paulus II. (Lacht) Daardoor valt het nu nog mee.
Ik zou het vooral leuk vinden als een nieuwe generatie de film zou ontdekken, al was het maar om te zien of er parallellen zijn in de manier waarop jonge mensen met elkaar omgaan, dromen en feesten. Het interessante aan het medium is dat je altijd wel van één walletje kan mee-eten. Als over tien jaar een 15-jarige naar Any way the wind blows gaat kijken, dan ziet hij zijn ouders. Binnen een jaar of twintig, dertig wordt het dan weer een fijne nostalgietrip.
Lees meer over: Brussel , Film , Tom Barman
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.