Maître-d'oeuvre de Bruxelles: "Aucun avenir pour des villes fantômes comme Uplace"

Le maître d'oeuvre flamand Leo Van Broeck voit les centres commerciaux prévus Uplace et Neo d'un mauvais oeil. "La ville, voilà le meilleur centre commercial."

Van Broeck hoedt zich voor te specifieke uitspraken over Uplace, het winkelcentrum dat afgelopen vrijdag na een procedureslag van 10 jaar opnieuw volledig vergund is en vanaf volgend jaar tot de bouw wil overgaan. Hij zou uitgenodigd worden door Uplace om het project te bekijken en te evalueren, maar zover is het nog niet gekomen. Maar over het bredere fenomeen van grote winkelcentra aan de rand van een stad – of “belevingscentra”, naargelang wie u het vraagt – heeft de Brusselse architect een uitgesproken mening.

“We moeten ons afvragen wat de werkelijke aantrekkingswaarde is van centra zoals Uplace. Ik zie er niet meer in dan Disney-achtige gimmicks: leuk voor één dag, maar daarna is het al opgebrand”, aldus Van Broeck. “Het zijn spooksteden die om 19 uur toegaan. Het getuigt van wereldvreemdheid dat je een aparte tempel gaat bouwen om te gaan winkelen en die laat concurreren met de binnenstad, waar mensen elkaar tenminste nog tegenkomen, waar nog een culturele kruisbestuiving kan plaatsvinden.”

(klik op de projecten voor meer details over de oppervlaktes)

Neen, geef Van Broeck dan maar de stad. “Dát is het beste winkelcentrum ter wereld. Zeker in Brussel, waar je al slenterend zoveel architecturale pracht tegenkomt en waar het krioelt van het leven, zoals in de kasba in de Arabische wereld.”

“In een winkelcentrum is ook de horeca steevast lamentabel. Daar vind je geen oude praaltjes van hotels of een mooi grand café, zoals bijvoorbeeld vlakbij de Sint-Hubertusgalerijen in het centrum. Dat is het mooiste voorbeeld van een winkelcentrum dat de deuren nooit sluit, waar ook 60 procent voorbehouden is voor woningen, waar restaurants en theaters zitten, waar levende stadsstraten door lopen. En dat op een steenworp van de Grote Markt.”

Tenslotte staat het bouwen van grote winkelcentra ook haaks op de hang naar kleinschaligheid die volgens Van Broeck steeds meer aan belang wint. “Je ziet dat aan de winkels die verkleinen, die dankzij de kennis van hun producten opnieuw meer op service inzetten en kwaliteit centraal zetten. Met andere woorden: grootschalige retail, dat is gewoon niet meer ambitieus genoeg”, besluit de bouwmeester.