Ouvrez n'importe quelle brochure du service touristique de la capitale et vous y verrez des réalisations de noms connus tels que Victor Horta, Henri Vandevelde et Maxime Brunfaut. La première édition du festival BANAD, anciennement festival "Brussels Art Nouveau & Art Déco", réunit du 11 au 26 mars une offre de façades connues et inconnues de ce style architectural.

Het menselijk geheugen is iets heel bijzonders, weten we uit geleerde boeken als Wij zijn ons brein van Dick Swaab en van Douwe Draaisma, de geheugenexpert bij uitstek. Om kort te gaan: we vergeten gewoonweg het meeste dat we horen, zien of lezen. Zo is dat ook voor de geschiedenis, en heel in het bijzonder in het kader van dit artikel, onze omgang met de stenen getuigen van die geschiedenis.

Neem nu bijvoorbeeld de infame afbraak van Victor Horta’s Volkshuis op de Zavel, in 1965. Ondanks internationaal protest werd dat buitengewone, sierlijke paleis van en voor het volk koudweg en brutaal gesloopt. Wegens te oud. Te lelijk. Niet functioneel. Een oninteressant relict uit het verleden. Te duur ook om op die waardevolle plek te laten verkommeren. Wie wil weten wat Brussel sindsdien moet missen, kan zich naar het onvolprezen Hortamuseum in Sint-Gillis begeven. Tip: neem een zakdoek mee, ingeval u gevoelig bent voor schoonheid en tristesse.

En tussen haakjes: onlangs stelde een lezer via ‘Big City’ de vraag of het mogelijk zou zijn om het gebouw te reconstrueren. Dat blijkt dus het geval, naar het voorbeeld een in Barcelona gesloopt en vervolgens weer opgebouwd beroemd paviljoen van Mies van der Rohe. En in Londen zijn er plannen om het negentiende-eeuwse Crystal Palace te herbouwen. Waar een wil is, is een weg. Of zoiets. Maar dit terzijde.

Afbreken die handel
Hoe dan ook, de voorbeelden van verval en afbraak in Brussel zijn bovendien legio. In het geval van Horta denken we onder meer aan het in 1949 gesloopte Hôtel Aubecq, een opulent herenhuis aan de Louizalaan. Daarover lees je, in een nogal optimistische teneur op Wikipedia het volgende: “Het grootste deel van de gevelstenen, op vijf na, werd bewaard met de bedoeling om het geheel te reconstrueren. De 634 elementen liggen mooi geordend in een loods.”

Nog zo’n voorbeeld dat al te makkelijk wordt terzijde geschoven, is dat het NIR-omroepgebouw van Flagey. Dat is een wereldberoemd ontwerp van Joseph Diongre. Het kwam eind jaren tachtig in het vizier van de vastgoedontwikkelaars. Het volume bouwgrond, netjes gelegen naast de schilderachtige vijvers van Elsene, deed menigeen likkebaarden: daar zouden heel wat mooie appartementen kunnen komen!

Het is de mee grote verdienste van het (niet toevallig in 1968 opgerichte) Sint-Lukasarchief (sinds begin dit jaar onderdeel van de Stichting CIVA, wat staat voor Centre International pour la Ville, l’Architecture et le Paysage) dat het gebouw gered is, en een uitgesproken culturele werking heeft gekregen. Hetzelfde, maar veel treuriger, verhaal voor het unieke sanatorium van Tombeek, op een steenworp van Brussel. Een ontwerp van Maxime Brunfaut. Zijn fascinerende levensverhaal staat te boek in het uitstekende Het Paleis op de heide, van onder meer Johan Wambacq.

Iets doen voor het erfgoed
Wanneer er – zoals in het Verenigd Koninkrijk, met de ‘National Trust’, wat je gerust als een ‘massabeweging’ kan omschrijven – een grote publieke interesse, gedragenheid en ook sense of urgency bestaat voor het erfgoed, krijgen deze (sluip)moorden veel minder ruimte. Mensen en organisaties die zich inzetten voor het erfgoed, en ook actie ondernemen wanneer het nodig blijkt, zijn essentieel voor het behoud. Wat BANAD met deze eerste editie beoogt, lijkt hierop.

Net zoals de Open Monumentendagen dat in de verschillende gewesten doet in september, met de focus op gebouwen, landschappen en sites. En de Erfgoeddag in april, voor het zogenaamd roerend (verplaatsbaar) en immaterieel erfgoed. Dan zijn de musea, archieven, erfgoedbibliotheken, vrijwilligersorganisaties aan de beurt.

De premisse van elk van deze evenementen (BANAD incluis) is dat, hoe beter je als burger het erfgoed kent, en inzicht hebt in welke secure zorg het vraagt, hoe meer je geneigd zal zijn om ‘iets’ voor dat erfgoed te doen. Onlangs wezen verschillende studies trouwens op de belangrijke band tussen – breed – cultuur en welzijn. Ook erfgoed speelt daar een belangrijke rol in.

Het aanbod waarmee BANAD nu uitpakt, is alleszins indrukwekkend. Gespreid over de weekends van de festivalperiode zijn er een vijftigtal huizen en locaties toegankelijk in Brussel, Elsene, Etterbeek, Molenbeek, Ukkel, Schaarbeek, Sint-Gillis, Sint-Lambrechts-Woluwe, Vorst en Waterloo. Daar zitten ook een aantal privéhuizen tussen die speciaal voor de gelegenheid worden opengesteld. Er zijn ook wandelingen die een aantal locaties met elkaar verbinden. Net als optredens, in onder meer de Muziekkapel Koningin Elisabeth (Waterloo), Flagey (Elsene), het Blérothuis (Elsene) en het van Buurenmuseum (Laken).

Voor wie zijn waardevolle spullen naar waarde wil laten schatten, of plannen heeft met zijn pand is er de ‘objecten- en restauratiebeurs’. En om het festival in schoonheid af te sluiten is er zowaar een Roaring Twenties-feestje in het bekende Brusselse art-decocafé L’Archiduc. “Een reis voorzien van burleske deuntjes, dansjes, nummers en stripteases,” zo luidt het.

En wat moet dit alles kosten voor de geïnteresseerde deelnemer? Een schijntje, per activiteit. Bent u een allesbrander, en van plan om elk weekend overal naartoe te trekken? Dan doet u uw voordeel met de weekpass (30 euro) of festivalpass (70 euro). Reserveren is verplicht.

> BANAD Festival. 11/03 > 26/03, verschillende locaties, Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Read more about: BRUZZ 24

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni