De besmettingen en ziekenhuisopnames lopen weer op, en de nieuwe variant 'centaurus' klopt nadrukkelijk op onze deur: corona lijkt weer helemaal terug van eigenlijk nooit weggeweest. Toch is er geen reden tot paniek, zegt Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel. “Maar dat we in het najaar weer een stevige golf krijgen, staat vast.”
| Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel, is niet verrast door de nieuwe opstoot van het coronavirus. "Wat we nu meemaken, is perfect normaal, en zal de komende jaren nog gebeuren."
Lees ook: Marc Noppen stopt als CEO van UZ Brussel
Wie is Marc Noppen?
- 62 jaar
- Geboren in Luik, uit Limburgse ouders
- Studeerde geneeskunde aan het LUC (nu UHasselt) en de VUB
- Pneumoloog
- Sinds 2006 CEO van UZ Brussel
- Woont in de week in Brussel, in de Vijfhoek
Tweeënzestig is hij intussen, maar Marc Noppen – sinds 2006 als CEO verantwoordelijk voor de circa 3.800 medewerkers van het UZ Brussel – gaat nog elke dag met veel plezier naar zijn kantoor. “Op een gewone dag werk ik de klok rond,” zegt hij. “Van 7 tot 7. Al durven de avonden weleens uit te lopen. Zo heb ik vanavond nog een meeting. In de week woon ik in Brussel, in het weekend trekken mijn vrouw en ik naar zee. Al schiet dat er tegenwoordig vaak bij in, door spreekbeurten die ik geef of symposia die ik moet bijwonen. Maar ik doe het nog altijd graag. Als lijf, leden en geest meewillen, en de raad van bestuur gaat akkoord, blijf ik CEO tot aan mijn pensioen. Ik amuseer me, al waren de voorbije twee jaren pittig.”
“Een mug met mensen die geen Nederlands spreken: dat is niet alleen onbeleefd, het is gewoon slechte geneeskunde”
Daarmee verwijst u uiteraard naar de coronapandemie. Die lijkt nu een nieuwe opstoot te kennen: we zitten weer aan een gemiddelde van meer dan honderd ziekenhuisopnames per dag in België. In Brussel is het aantal opnames in een week tijd bijna verdubbeld: van 7 naar 13 per dag.
Marc Noppen: Een verrassing is dat niet. Bij het begin van de pandemie is perfect voorspeld dat we de komende jaren geregeld een opstoot van een coronavariant, een mutant van het oorspronkelijke virus, zullen kennen. Wat we nu meemaken, is dus perfect normaal, en zal de komende jaren nog gebeuren.
De cijfers zijn geen reden tot paniek. De huidige dominante variant, omikron BA.5, is weliswaar bijna even besmettelijk als de mazelen, maar hij lijkt niet zo bijzonder ziekmakend. We hebben momenteel hier in het UZ 35 covidpatiënten, de helft van hen door corona, de helft met. Niemand van hen ligt op intensieve zorg. We hebben wel een paar patiënten op intensieve gehad onlangs, maar die konden vrij snel weer naar de gewone zorg.
Als ik kijk naar Portugal, dat als eerste een zomerpiek kende, dan is mijn verwachting dat we ook hier in België en Brussel snel naar een laag plateau zullen gaan. Belangrijk is vooral dat we ons nu wapenen tegen de volgende, grotere golf, die volgens statistische modellen in het najaar – allicht de eerste helft van oktober – op ons afkomt.
Zullen we dan weer geconfronteerd worden met volle ziekenhuizen, overlegcomités en de herinvoering van maatregelen?
Noppen: Dat valt niet te voorspellen, omdat we niet weten welke variant dan dominant zal zijn. Maar het is best mogelijk, als die variant leidt tot meer ziekenhuisopnames en meer mensen op intensieve, dat we weer naar maatregelen zullen moeten grijpen. Dat kunnen bijvoorbeeld mondmaskers op het openbaar vervoer zijn. Maar laten we niet te pessimistisch zijn: we beginnen in september met een nieuwe boostercampagne. En we weten dat heel wat overlijdens en ernstige ziektes daardoor vermeden kunnen worden.
Wat die vaccinaties betreft, heeft Brussel geen al te beste reputatie: de vaccinatiegraad ligt hier een pak lager dan in Vlaanderen. Vlaamse politici haalden dat in het verleden nadrukkelijk aan.
Noppen: Ik kijk daar als wetenschapper naar, niet als politicus. Eigenlijk is Brussel de enige grote stad in België. Alleen Antwerpen komt wat in de buurt. En daar zie je net hetzelfde: Antwerpen scoort qua vaccinatiegraad ook een pak lager dan het Vlaamse gemiddelde.
Die lage graad is een stedelijk fenomeen, het gevolg van een concentratie van mensen van verschillende afkomst en met verschillende talen, waardoor ze moeilijker te bereiken zijn. Belangrijk is dan vooral dat je bij de meest kwetsbare groepen een vaccinatiegraad van tachtig procent of hoger haalt, en dat heeft Brussel gedaan. Dus ben ik vrij gerust in die vierde prik. De jeugd bereiken zal opnieuw moeilijker zijn in Brussel, maar dat vind ik relatief minder belangrijk, als de kwetsbare groepen voldoende beschermd zijn.
U was in de zomer van vorig jaar even groot nieuws in België met uw uitspraak 'we moeten het de niet-gevaccineerden zo moeilijk mogelijk maken'. Staat u daar nog steeds achter?
Noppen: Ik deed die uitspraak in het Canvas-programma Terzake, in een bepaalde context én terwijl ik bij 'zo moeilijk mogelijk' met mijn handen aanhalingstekens maakte. De dag daarop stond de uitspraak zonder die context als kop in sommige kranten. Gevolg: letterlijk duizenden haatberichten. Wat ik in die uitzending zei, was: zorg ervoor dat wie als gevaccineerde op café of naar de cinema wil gaan vlot binnengeraakt. De anderen moeten een negatieve test hebben, wat meer inspanning vergt. Daar sta ik nog altijd achter, en het is uiteindelijk zelfs een tijdje in vrijwel alle landen het beleid geworden, met de coronapas.
Eigenlijk had de krantenkop moeten zijn: 'Maak het leven van de gevaccineerden zo makkelijk mogelijk'. Sommige van uw confraters formuleren de dingen wel heel kort door de bocht. Mensen lezen dan enkel de kop en denken: 'Wat een fascist, die Noppen'. Ik heb het toch een paar weken mogen uitzweten.
Hebben onze overheden geleerd uit de voorbije twee jaar? Zijn we klaar voor een stevige nieuwe coronagolf?
Noppen: Ik vrees ervoor. Er is een zekere coronamoeheid opgetreden, niet alleen bij de mensen, maar ook bij de overheid. Ze heeft nu ook andere katten te geselen, met de oorlog in Oekraïne en de inflatie. Bovendien is het geheugen kort. We vergeten snel de goede voornemens die op piekmomenten gemaakt zijn. Dat merk ik nu toch bij heel wat beleidsmakers.
Voor mij is de belangrijkste les van de voorbije twee jaar dat je in uitzonderlijke tijden een noodtoestand moet kunnen uitroepen. Dat kan momenteel niet in België. Wat de politici in 'virale vredestijd' hadden moeten doen, is een parlementair debat organiseren over wanneer we de noodtoestand kunnen uitroepen: een oorlog, een grote terreuraanval, maar dus ook een pandemie. Tijdens zo'n noodtoestand kan je overschakelen van het klassieke overlegmodel dat we vandaag hanteren naar een crisismodel.
Je moet in zulke crisissituaties naar een zeer korte commandostructuur gaan met volmachten, waarbij het parlement een uitvoerende bevoegdheid geeft aan de regering of een cel van de regering aangevuld met experts. En laat die snel handelen. Beslissen is in zulke gevallen altijd beter dan niet beslissen, zelfs al is de beslissing fout.
Ik heb daar urenlange discussies met politici over gehad, maar men blijft hangen in interministeriële conferenties die eerst zullen overleggen over wanneer ze zullen overleggen over wat ze zullen overleggen. Zo verlies je veel tijd en kom je tot een soort koehandelcompromis, waarbij de ene de restaurants openhoudt en de andere de scholen sluit. Ik had gehoopt dat men dat intussen toch had geleerd. Helaas. De overheid heeft te weinig lessen getrokken uit deze pandemie.
Bij een stevige nieuwe golf komt er ook weer druk op het ziekenhuispersoneel te liggen. Het UZ kwam vorige week in het nieuws omdat kankerpatiëntjes niet meer opgenomen konden worden door personeelstekort. De zorg kampt daarnaast al een tijdje met een grote personeelsuitval. Hoe gaat u daar als CEO van een groot ziekenhuis mee om?
Noppen: We hebben bij het begin van de pandemie snel ondersteunende maatregelen genomen. Zo waren er heel wat acties om onze personeelsleden te laten merken dat we hun inzet waarderen. Daarnaast gaven we ondersteuning, met een team van experts die gespecialiseerd zijn in veerkracht, stress en burn-outs. En we werken aan de gezondheid van ons personeel, door hen gratis smoothies te geven bijvoorbeeld.
Door al die maatregelen hebben we een erg grote betrokkenheid en relatief weinig uitval gehad. Het jaarlijkse ziekteverzuim ligt op zes procent, in het coronajaar 2021 was dat zeven procent. Al waren er wel piekmomenten van vijftien procent, bijvoorbeeld omdat heel wat dokters en verpleegkundigen zelf besmet waren. Ja, dan kan je natuurlijk niet anders dan activiteiten stopzetten.
“Voor mij is de belangrijkste les van de voorbije twee jaar dat je in uitzonderlijke tijden een noodtoestand moet kunnen uitroepen. Dat kan momenteel niet in België”
Leidt dat personeelstekort ook tot een minder kwalitatieve zorg? U maakte zich onlangs druk over een Nederlandstalige patiënte die gevallen was en naar het Erasmusziekenhuis werd gebracht. De familie werd niet ingelicht wegens de taalbarrière. Ze overleed uiteindelijk zonder familie rond haar bed.
Noppen: Ik vind dit een groot probleem. Brussel is een meertalige, kosmopolitische stad, met veel taalgemeenschappen, maar er is geen lingua franca. Ook het Frans niet. In veel horecazaken word je tegenwoordig in het Engels aangesproken. Het is een moeilijk, complex verhaal, maar ik vind het niet meer dan normaal dat je in je eigen taal wordt aangesproken, zeker als je in een levensbedreigende situatie zit en spoedeisende hulp nodig hebt.
Een mug met mensen die geen Nederlands spreken: dat is niet alleen onbeleefd, het is gewoon slechte geneeskunde. Het verhoogt de kans op sterfte, dat is wetenschappelijk bewezen. We moeten systemen bedenken waarbij iedereen in zulke situaties in zijn of haar taal geholpen kan worden. Het UZ zet daar ook zwaar op in: we hebben vijftig nationaliteiten in huis. Die mensen kunnen we bellen als het nodig is. Zo hebben we nu twee Oekraïense personeelsleden. Wel, die zetten we soms ook in als tolk. Ik vind dat niet meer dan normaal.
Tot slot: moeten we ons zorgen maken over het apenpokkenvirus?
Noppen: Ik ben een pneumoloog, ik ben geen specialist inzake dat virus. We hebben hier in het UZ enkele gevallen gehad waarbij alles goed verlopen is. Het gaat om kleine aantallen en wereldwijd relatief weinig overlijdens. Ik maak me geen zorgen. Maar het bewijst: ook in de toekomst zullen we nog met pandemieën te maken krijgen. Een reden temeer om lessen te trekken uit de coronapandemie.
Lees meer over: Brussel , Jette , Gezondheid , Marc Noppen , UZ Brussel